De waarde van vrijwillige inzet

Vrijwilligerswerk levert een waardevolle bijdrage aan onze samenleving. Dat hoef je de vrijwilligers zelf niet uit te leggen, die merken het dagelijks. Maar er zijn ook manieren om criticasters te overtuigen. En nog belangrijker: om beleidmakers en (potentiële) financiers te doordringen van de waarde van vrijwillige inzet. En te benadrukken dat die waarde niet vanzelfsprekend is.

Is er geld in het geding, dan wordt er al snel gevraagd naar de economische waarde van het vrijwilligerswerk: wat levert al die onbetaalde inzet de BV Nederland eigenlijk op?

Zo meet je de economische waarde van vrijwillige inzet

De vakgroep van hoogleraar filantropie en vrijwillige inzet Lucas Meijs van de Erasmus Universiteit heeft drie perspectieven ontwikkeld om dat bij benadering weer te geven:

  • De vervangingswaarde berekent wat het zou kosten als je al het vrijwilligerswerk door beroepskrachten zou moeten laten doen.
  • De investeringswaarde meet de inkomsten die een vrijwilliger misloopt omdat hij niet betaald wordt voor zijn inzet.
  • De marktwaarde heeft als uitgangspunt dat vrijwilligers hun werk ook op commerciële basis hadden kunnen verrichten.

Bij de eerste twee perspectieven wordt de waarde vaak bepaald aan de hand van het minimumloon of het gemiddelde loon voor een sector of beroepsgroep. Voor het laatste perspectief kun je de commerciële tarieven voor vergelijkbare dienstverlening gebruiken.

Meijs en zijn vakgroep heeft als voorbeeld de waarde van Humanitas-vrijwilligers berekend. Hij schat dat voor één organisatie met ongeveer 11.000 vrijwilligers de vervangingswaarde tussen de 20 en 26 miljoen euro per jaar ligt, de investeringswaarde tussen de 9 en 32 miljoen euro en de marktwaarde zo’n 35 miljoen euro bedraagt. De gemeente Den Haag* schat de vervangingswaarde van al het vrijwilligerswerk in de gemeente tussen de 90 en 270 miljoen euro per jaar. Een voorzichtige schatting voor de stad Rotterdam gaat uit van ruim 300 miljoen euro per jaar.

De samenleving bespaart

Als we deze en soortgelijke onderzoeken extrapoleren, uitgaande van 5 miljoen vrijwilligers die gemiddeld 2 uur per week vrijwilligerswerk verrichten tegen een tarief van 11 euro per uur, dan levert dat het astronomische bedrag van bijna 6 miljard euro per jaar op. Geen keihard te onderbouwen gegeven, maar wel een indicatie van de substantiële jaarlijke bijdrage aan onze samenleving.

Vrijwilligersorganisaties

Zover de BV Nederland. Ook voor vrijwilligersorganisaties kan het heel interessant zijn om hun bijdrage in geld uit te drukken. Regioplan somt in een al wat ouder onderzoek naast methoden van waardebepaling ook de voor- en nadelen op: Het verhoogt de motivatie van vrijwilligers en helpt bij de werving. Het stimuleert zelfevaluatie, verzakelijking en professionalisering en levert kwaliteitswinst op. Het onderbouwt subsidievragen. Het nadeel is dat het extra rompslomp oplevert en dat een uitsluitend economische benadering van vrijwillige inzet te beperkt is.

Besparing zorgkosten op de lange termijn

Als je je beperkt tot de huidige economische waarde, maak je maar een heel beperkt deel van de waarde van vrijwillige inzet zichtbaar. Preventie is een werkveld waarin veel vrijwilligers ingezet worden, bijvoorbeeld bij maatjes die bij eenzame mensen voor minder depressies zorgen of vrijwilligers die ouderen tot meer bewegen verleiden. Projecten die zorgkosten en de inzet van dure specialisten voorkomen. Een toenemend aantal zorgverzekeraars en overheden erkent dit ook en steunt daarom projecten waarin vrijwilligers preventieve taken uitvoeren.

Daarnaast zijn er steeds meer indicaties dat het doen van vrijwilligerswerk de vrijwilligers zelf ook gezondheidswinst oplevert. Zie bijvoorbeeld dit recent Vlaams en Zweeds onderzoek. Uit het Zweeds onderzoek blijkt dat gepensioneerden die vrijwilligerswerk doen een kleiner risico lopen dat ze gaan dementeren dan hun leeftijdsgenoten.

De inzet van vrijwilligers kan op termijn dus tot een aanzienlijke besparing in zorgkosten leiden. Alleen is deze besparing nu nog lastig te kwantificeren.

Niet in geld uit te drukken

Naast de economische waarde is er de maatschappelijke waarde. Er zijn heel veel activiteiten die niet uitgevoerd kunnen worden zonder de inzet van vrijwilligers. Het zogenaamde maatschappelijke middenveld, de sportverenigingen, politieke partijen, koren en kerken, draaide altijd al op de inzet van vrijwilligers. De laatste jaren worden vrijwilligers ook steeds vaker ingeschakeld in sectoren waar voorheen voornamelijk beroepskrachten het werk deden. Zij runnen buurthuizen, bibliotheken en zwembaden. Ze zijn chauffeur op de buurtbus. Zij starten een energie- of zorgcoöperatie, zijn actief als taalcoach, schuld-hulpmaatje, of buurtbeveiliger.

Daarnaast zorgt vrijwilligerswerk voor sociale samenhang en leefbaarheid. Door je samen met gelijk-gestemden als vrijwilliger in te zetten voelen mensen zich onderdeel van een hechte gemeenschap. Anderen gebruiken hun inzet juist om met culturen of leefwerelden in contact te komen waar zij in hun dagelijks leven weinig mee te maken hebben. Denk bijvoorbeeld aan studenten die via de Voorlees-Express Marokkaanse kinderen voorlezen, of de oudere vrouwen die in het asielzoekerscentrum gaan helpen.

Niet vanzelfsprekend

Vrijwilligerswerk wordt niet voor niets het cement van de samenleving genoemd. Een cliché, maar net als sommige andere clichés bevat het een grote kern van waarheid. De grootste fout die overheden en vrijwilligersorganisaties kunnen maken is om de tomeloze inzet van al die vrijwilligers als vanzelfsprekend te beschouwen. De grote waarde is geen gegeven.