Wat is het effect van alledaagse kleine interacties?

Pilots in Amsterdam en Enschede

Een glimlach van een voorbijganger op straat, een praatje met een vreemde tijdens het wachten op de bus of een helpende hand als je ketting van je fiets valt. Het zijn kleine alledaagse interacties waar je normaal niet te lang bij stil staat. Toch hebben al die kleine momenten een groter effect. Deze interacties met vreemden of vage bekenden blijken een positief effect te hebben op hoe we in ons vel zitten. Movisie organiseerde daarom twee pilots gericht op het ontdekken van het effect van deze kleine interacties en op welke manier we deze kunnen stimuleren.

Jan Willem van de Maat en Martha Talma, projectleiders binnen Movisie, vertellen over de aanleiding, aanpak en uitkomsten van de pilots. 

Wat was de aanleiding van de pilots? 

'Vanuit de aanpak eenzaamheid lag de focus lang op welke ondersteuning sociale professionals en vrijwilligers kunnen bieden. Maar de alledaagse sociale omgeving heeft ook een belangrijke rol. Met die gedachte zijn we ons gaan richten op het verzamelen van handelingsgerichte kennis voor de sociale omgeving. In die zoektocht kwamen we erachter dat het vaak in kleine dingen zit. Mensen verwelkomen, met aandacht luisteren, en tijd vrij maken om met iemand mee te denken. Dat zijn belangrijke puzzelstukjes in de grotere puzzel van het voorkomen en verminderen van eenzaamheid.’ 

'Daarnaast is de blik op wat de sociale omgeving kan doen ook belangrijk, omdat we de neiging hebben om sociale vraagstukken te medicaliseren. Vanuit die blik is eenzaamheid bijna een individuele ziekte waar een behandeling voor nodig, bijvoorbeeld in de vorm van een interventie. Terwijl eenzaamheid, en het voorkomen ervan, ook een sociaal vraagstuk is waarin we allemaal een rol spelen.’ 

Pilots Amsterdam en Enschede

Zowel in Enschede als in Amsterdam hebben we met werkgroepen van inwoners, vrijwilligers en professionals gesproken over wat kleine interacties zijn, wat goede voorbeelden zijn en wat deze interacties opleveren. Vervolgens zijn we zelf meer kleine interacties aangegaan en hebben we de ervaringen daarmee met elkaar gedeeld. De opbrengsten van de werkgroepen zijn goede voorbeelden, meer inzicht in welke drempels mensen ervaren bij het aangaan van kleine interacties en wat de uitgangspunten zijn om mensen te verleiden meer kleine interacties aan te gaan.  

Wat werkt goed als je kleine interacties wilt stimuleren?

‘Een belangrijk inzicht dat we hebben opgedaan is dat je het op een positieve manier moet insteken. Als je mensen wil betrekken, moeten mensen gemotiveerd zijn om mee te doen. Dan helpt het als je weet dat je er lekkerder door in je vel komt te zitten. Tegelijkertijd beseffen we dat er een groep mensen is die al heel veel interacties hebben. Zij passen dit al toe in hun dagelijks leven. We hopen dat we hiermee een groep bereiken die ervoor open staat om wat vaker sociale interacties aan te gaan en dat we hen daartoe op een positieve manier weten te motiveren.’ 

Eenzaamheid is ook een sociaal vraagstuk waar we allemaal een rol in spelen

‘Omdat we merkten dat gesprekken over kleine alledaagse sociale interacties voor je het weet over buurtinitatieven en projecten gaan, hebben we tijdens de pilots de sociale omgeving ingedeeld in verschillende levensgebieden. We wilden daarmee laten zien dat je kleine interacties niet alleen in de buurt kan hebben, maar ook in de winkel, op school, in het openbaar vervoer, als je uit bent en op je werk. Dat het geen project, maar een ‘mind set’ is die je je eigen maakt, om kleine interacties in je alledaagse leven te verwerken.’  

Als het inderdaad zo simpel en effectief is, wat houdt mensen dan nog tegen? 

‘Mensen denken vaak dat de ander geen zin heeft in de interactie, en vanwege de angst voor afwijzing of een ongemakkelijke situatie, besluiten we er maar vanaf te zien. Terwijl uit onderzoek juist blijkt dat onze angst meestal overdreven en onterecht is (Sandstrom & Boothby, 2020). Mensen staan meestal juist wel open voor een korte interactie. Het is dus onnodig dat we zo  voorzichtig zijn met aanknopen van een gesprekje of het maken van een grapje in de lift. Als we weten dat kleine interacties ons gelukkiger maken en ze toch niet hebben, dan is het tijd dat we onze instelling en ons gedrag veranderen. Dat is ook een belangrijk doel van deze pilots. We willen het belang van kleine interacties op de agenda zetten.’ 

Waar hopen jullie op waar het agenderen toe zal leiden? 

‘We hopen dat er op verschillende plekken in Nederland uitgeprobeerd gaat worden hoe we mensen kunnen motiveren meer kleine alledaagse interacties aan te gaan, bijvoorbeeld met kleine of grotere campagnes of ‘challenges’. Zelf organiseren we als Movisie, tijdens de week van de eenzaamheid in oktober, een landelijke ‘challenge’. En ook binnen verschillende gemeenten zijn er plannen voor lokale campagnes. We volgen deze campagnes en ‘challenges’ en zullen vervolgens vastleggen wat goed en niet goed werkt in een infographic, zodat iedereen die ermee aan de slag wil, straks weet wat nodig is en wat werkt.’ 

Groetsmoesjes

In Amsterdam hebben een paar bewoners workshops gegeven over 'groetsmoesjes', dat zijn manieren om op een leuke manier gedag te zeggen en een gesprekje aan te knopen. Een voorbeeld van een groetsmoesje is dat je, op bezoek in een nieuwe stad, iemand aanspreekt en vraagt wat een leuk café of een goed restaurant is. Het is een ‘smoesje’, want op je telefoon kun je ook vinden wat een leuk café is, maar het kan tot een leuke interactie, een lekker restaurant èn vooral een goed gevoel leiden. 

Concrete tips voor kleine interacties

  • Kleine dingen van mensen onthouden en daarnaar vragen: iemands naam, geboorte van kind, afstuderen.  
  • Onverwachte open vragen stellen waarmee je rollen en sociale conventies doorbreekt. Bijvoorbeeld bij de Hema aan de verkoper vragen: ‘Welke taart zou jij kopen?’ 
  • Kleine actieve hulpvragen stellen: bijvoorbeeld de weg vragen. Bewust hulp vragen terwijl je het misschien ook zelf zou kunnen opzoeken of regelen.  
  • Kleine dingen delen: bananenbrood dat je over hebt met een buurvrouw delen, fruit op het werk uitdelen.
  • Bij online contact, bijvoorbeeld een werkoverleg, even de tijd nemen om te vragen hoe de vlag er vandaag bijhangt.

Te overwinnen drempels voor kleine interacties 

  • De negatieve verwachting dat een ander geen interactie wil (angst voor afwijzing).
  • Het gevoel hebben er te druk voor te zijn.
  • De gedachte dat je al zo veel moet en doet. 

Uitgangspunten voor kleine interacties

  • Je doet het voor jezelf, omdat het jezelf goed doet. En niet omdat je eenzaamheid bij anderen wil verminderen.  
  • Geen exclusieve buurtfocus, maar een mensenfocus, ongeacht waar je bent. 
  • Gedragsverandering gebeurt niet in één keer, maar heeft tijd nodig en gaat stapje voor stapje. 
  • Het gaat om oprechte aandacht, interesse en erkenning  
  • Begrip voor de verschillende karakters en behoeften van mensen (niet iedereen is op dezelfde manier sociaal ingesteld)

Literatuur

Sandstrom, G.M. & Boothby, E.J. (2021) Why do people avoid talking to strangers? A mini meta-analysis of predicted fears and actual experiences talking to a stranger. Self and Identity, 20:1, 47-71, DOI: 10.1080/15298868.2020.1816568