Wat is inclusief beleid?
De kenmerken van inclusief gemeentelijk beleid
Als gemeente wil je er zijn voor ál je inwoners. Met inclusief beleid zorg je ervoor dat je niet onbedoeld groepen mensen uitsluit of discrimineert. Maar hoe weet je of jouw beleid écht inclusief is? Wat zijn de kenmerken? En hoe kun je je beleid nog inclusiever maken?
Beleid is inclusief wanneer niemand door het beleid wordt benadeeld vanwege afkomst, religie, sekse, genderidentiteit, seksuele gerichtheid, handicap en/of leeftijd of andere persoonlijke kenmerken. We spreken dan van ‘inclusief beleid’. Daarnaast kun je ook van inclusief beleid spreken wanneer het bestaande ongelijkheid tussen mensen op basis van kenmerken zoals afkomst, religie, sekse, genderidentiteit, aanpakt.
Niet hetzelfde als doelgroepenbeleid
Doelgroepenbeleid richt zich op specifieke doelgroepen zoals vrouwen of mensen met een beperking of vluchtelingen. Inclusief beleid daarentegen is bedoeld voor iedereen. Het wordt toegepast op uiteenlopende beleidsterreinen zoals openbaar vervoer, sport, arbeidsmarkt, onderwijs of zorg. Je kijkt daarbij of iedereen daadwerkelijk kan meedoen en ervan kan profiteren. Zo bekijk je bij sportbeleid of het sporten stimuleert voor zowel oudere vrouwen met een vluchtelingenachtergrond als voor jonge mensen met een fysieke beperking.
Voldoet jouw beleid?
Ga je aan de slag met inclusief beleid? Dan kun je de lijst met kenmerken als basis gebruiken. De voorbeelden van andere gemeenten kun je als inspiratie gebruiken. Wil je bestaand beleid checken? Leg het dan langs onderstaande lijst van kenmerken. Voldoet het aan de kenmerken? Zo niet, dan kun je precies nagaan op welke punten je het beleid nog kunt verbeteren.
- Het houdt rekening met hoe combinaties van kenmerken zoals sekse, afkomst of seksuele oriëntatie kunnen leiden tot achterstelling. En is erop gericht die achterstelling te verminderen of weg te nemen. Intersectionaliteit is daarbij het uitgangspunt. Dat betekent kort gezegd dat er oog is voor dat de identiteit van mensen bestaat uit een combinatie van persoonlijke kenmerken als afkomst, sekse, leeftijd, seksuele oriëntatie, genderidentiteit, beperking etc. en dat er oog is voor de verschillen in macht in onze samenleving op basis van die factoren.
- Het zorgt dat mensen met bepaalde (combinatie van) persoonlijke kenmerken (zoals afkomst, sekse etc.) niet worden achtergesteld.
Voorbeeld intersectionaliteit in het beleid
Een gemeente komt er door gesprekken met bewoners achter dat er maar weinig sportclubs zijn die toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Vervolgens blijkt dat onder de mensen met een beperking die wél sporten, vrijwel niemand een migratieachtergrond heeft. In het nieuwe sportbeleid wil de gemeente dat veranderen. Zo gaan ze sportclubs waar al veel mensen met een migratieachtergrond komen, ondersteunen om toegankelijk te worden voor mensen met een beperking. Ook worden sportclubs die al toegankelijk zijn voor mensen met een beperking, ondersteund om meer mensen met een migratieachtergrond aan te trekken.
- Inclusief beleid is transformatief: het verbetert structureel de positie van mensen die nu worden achtergesteld vanwege bepaalde kenmerken of een combinatie daarvan. Het corrigeert bestaande ongelijkheid. Bijvoorbeeld: als jonge vrouwen eerder ‘s avonds bepaalde ov-trajecten meden vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag, dan zorgt het nieuwe beleid ervoor dat alle trajecten veilig zijn voor iedereen. Of als speeltuinen nu nauwelijks toegankelijk zijn voor kinderen met een fysieke beperking, dan wordt dit aangepast.
- Het zorgt ervoor dat de mensen in de benadeelde positie niet zelf verantwoordelijk worden gemaakt voor het verbeteren daarvan. Bijvoorbeeld: als mensen door discriminatie op basis van leeftijd en afkomst moeilijk aan werk komen ligt de focus niet op het verbeteren van hun sollicitatievaardigheden maar op het verminderen van discriminatie door de werkgevers in de gemeente. Zo voorkom je dat het slachtoffer de schuld krijgt. Lees meer over ‘blaming the victim’.
- Het beleid wordt ontwikkeld, uitgevoerd, geëvalueerd en bijgestuurd in nauwe samenwerking inwoners en maatschappelijke organisaties. Zie hiervoor ook het stappenplan inclusief beleid.
- Het is niet gebaseerd op stereotypen of aannamen over hoe bepaalde groepen mensen zich zouden gedragen (leer meer over stereotypering via deze video).
- Het sluit aan bij de behoeften van mensen met verschillende kenmerken die nu worden achtergesteld, gebaseerd op onderzoek en/of gesprekken met verschillende mensen.
- Het richt zich op preventie van én handhaving bij discriminatie.
- Het beperkt of vermindert vooroordelen en stereotypen (‘bias’) van professionals (of vrijwilligers) die het beleid in de praktijk uitvoeren. Zij krijgen scholing in gelijke behandeling, non-discriminatie en het niet handelen op basis van stereotypen en vooroordelen. Lees hierover ook deze handreiking over inclusieve – en zorg dienstverlening en bekijk deze video’s voor uitleg over vooroordelen en stereotypen.
- Bij beleidsuitvoering zoals subsidies stelt het voorwaarden die voor iedereen toegankelijk zijn. Ongeacht kenmerken zoals afkomst, sekse, beperking of andere kenmerken.
Voorbeeld van een toegankelijk subsidieproces
De gemeente heeft een subsidiebeleid voor kunst en cultuur. Op dit moment moeten aanvragers onder andere een formulier van vier pagina’s invullen, een sluitende financiële administratie hebben, minimaal vijf jaar bestaan, en een minimaal aantal deelnemers of publiek bereiken. Het blijkt dat vooral de lang gevestigde organisaties voldoen aan deze eisen. Deze organisaties worden veel bezocht en gerund door mensen zonder migratieachtergrond, die cisgender zijn (=niet transgender zijn), een goed inkomen hebben en geen beperking. Nieuwere initiatieven van transgenderpersonen en/of vluchtelingen vallen vaak buiten de boot. Daarom past de gemeente het subsidiebeleid aan. Er komt een aparte regeling voor nieuwere en kleinere initiatieven die minder publiek en deelnemers trekken, maar wel een belangrijke maatschappelijke doelstelling hebben. Ook zorgt de gemeente voor ondersteuning bij het invullen van de formulieren, bijvoorbeeld voor mensen die de taal nog niet machtig zijn.
- Zorgt ervoor dat bij de uitvoering van het beleid zoals samenwerkingsverbanden er samenwerking is met mensen (of organisaties) met verschillende kenmerken. Het betrekt ook mensen of organisaties die eerder buiten beeld bleven, dus niet alleen de usual suspects).
- Is bij dienst- en zorgverlening getoetst op mogelijke vooroordelen in procedures en werkwijzen.
- Houdt rekening met de verplichtingen die voortkomen uit het VN-verdrag Handicap voor rechten van mensen met een beperking.
- Is in lijn met de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
- Wordt geëvalueerd of zal geëvalueerd worden op een intersectionele manier. Lees ook het artikel Van doelgroepenbeleid naar beleid voor echte mensen over evaluatieonderzoek.
Wat is inclusief beleid niet?
- Alleen maar denken in doelgroepen. Daarmee bedoelen we beleid dat uitgaat van de ‘gemiddelde oudere’ of ‘de vrouw’ waardoor het lijkt alsof zulke groepen homogeen en duidelijk afgebakend zijn, terwijl dit niet zo is.
- Beleid dat mensen benadeelt vanwege het hebben van bepaalde kenmerken zoals hun afkomst, religie, huidskleur, seksuele oriëntatie of genderidentiteit of combinatie daarvan.
- Beleid dat probeert mensen die gediscrimineerd of achtergesteld worden, zélf te veranderen (hun gedrag, hun houding) om niet meer achtergesteld te worden.
- Beleid dat ertoe leidt dat mensen met bepaalde kenmerken of een combinatie ervan vaker worden gecontroleerd of verdacht. Zoals bij etnisch profileren (lees meer over het toetsingskader van het College voor de rechten van de mens voor risicoprofilering).
- Beleid dat mensen benadeelt op grond van hun postcodegebied. Dit raakt in de praktijk vaak mensen van een bepaalde afkomst.
- Beleid dat mensen discrimineert op basis van culturele gewoonten. Bijvoorbeeld: als grote gezinnen of gezinnen die met meerdere generaties samenleven vaker worden gecontroleerd op bijstandsfraude, dan kan dat in de praktijk vooral mensen van een bepaalde afkomst of religie raken.
- Beleid waarvan regels, restricties en verboden in de praktijk onevenredig vaak mensen met bepaalde kenmerken raken.
- Beleid dat procedures in dienstverlening stimuleert waarvan vooral mensen zonder migratieachtergrond, zonder beperking of met een hoog inkomen profiteren, terwijl anderen worden buitengesloten. Lees ook deze handreiking over inclusieve – en zorg dienstverlening.
-
Beleid dat ruimte laat voor vooroordelen of stereotypen (‘bias’) van professionals (of vrijwilligers) die het uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat professionals alleen mogen beslissen of een cliënt/burger een bepaalde voorziening krijgt of niet. Het risico is dan dat de professional de cliënten/burgers voortrekt waar de professional zelf minder vooroordelen over heeft.
Voorbeeld: professionals trainen in vooroordelen voorkomen
Een gemeente krijgt signalen dat bewoners met een migratieachtergrond bij het Wmo-loket vaak te maken krijgen met vooroordelen. Daarom volgen de medewerkers een cursus over discriminatie, vooroordelen en stereotypering: wat het is, wat de gevolgen zijn en hoe dit te voorkomen. Daarnaast wordt het herkennen en voorkomen van ‘bias’ vast onderdeel van intervisie. De gemeente onderzoekt ook of bestaande procedures onbedoelde vooroordelen bevatten. Op basis daarvan wordt het proces aangepast: belangrijke besluiten worden voortaan gestructureerder genomen en door niet één, maar meerdere professionals samen.
Meer lezen?
Dit artikel is tot stand gekomen dankzij een opdracht voor de gemeente Amsterdam. En is gebaseerd op dit achtergronddocument waarin tevens alle bronnen zijn gevonden.
Het stuk sluit aan bij de zelfscan voor gemeenten voor de aanpak van discriminatie. Het helpt handen en voeten te geven aan de verbetering van onderdeel C.5 van de scan: inclusief maken van alle beleidsterreinen.