Wat moet de T-shaped professional wel en niet weten?

Het vak van wijkteammedewerker is nog volop in ontwikkeling. In hoeverre is het mogelijk om écht een generalist te worden? Welke expertises moeten wijkteams in huis hebben en wanneer hoort het bij de specialistische zorg? Annelies Kooiman, senior adviseur bij het programma Integraal Werk in de Wijk, geeft antwoorden.

De caseload van de sociaal (wijk)teammedewerkers blijft hoog en de afbakening van welke vragen ze zelf oppakken en welke vragen bij de specialistische of juist informele zorg horen is niet altijd duidelijk. Onlangs bleek dat in gemeenten met een wijkteam het Wmo-zorggebruik toeneemt. Is dit te danken aan het integraal, generalistisch werken en zijn wijkteams beter in staat om verborgen problematiek boven water te krijgen?

Generalist

‘Het idee dat wijkteammedewerkers als “generalist” álles moeten weten, daar zijn we inmiddels een beetje vanaf’, ziet Annelies Kooiman, senior adviseur bij Movisie. ‘Niemand kan alles weten. Maar tot de basiskennis en generieke competenties van wijkteammedewerkers hoort in ieder geval wel dat je een scherpe en brede vraagverheldering kunt doen en passende oplossingen zoekt  met verschillende mensen met uiteenlopende problematieken.’

Welke kennis in huis

‘In de meeste wijkteams wordt gewerkt met T-shaped professionals. Dat is iemand met basiskennis, de ligger op de T, en een diepteprofiel met specifieke expertise, de staander van de T. Teams hebben doorgaans drie tot zes verschillende professies, met verschillende diepteprofielen. Het is verstandig om als wijkteam te weten welke kennis je met elkaar hebt en welke je zou willen hebben.’

Detecteer kwetsbaarheid van team

‘Zo kun je bijvoorbeeld ontdekken dat er in drie wijkteams maar één medewerker is die alles weet over participatie, werk en inkomen’, geeft Kooiman als voorbeeld. ‘Die ene medewerker krijgt waarschijnlijk veel vragen op zich af over zijn expertise. Dat maakt je team best kwetsbaar. Als je dit ontdekt, kun je zorgen dat die kennis niet alleen meer op één persoon leunt, door meerdere mensen bij te scholen op dit gebied.’

Kennisbouwstenen

Daarvoor kunnen teams nu gebruik maken van de ‘kennisbouwstenen voor professionals die integraal werken in de wijk’. Daarin staan zeven leef- of kennisdomeinen, waarover wijkteams vragen kunnen krijgen. Dit zijn lichamelijke gezondheid, dagelijks functioneren, inkomen, participatie, opvoeden en opgroeien, veiligheid, en psychische gezondheid. ‘Met de tool kun je precies bepalen welke generieke kennis alle wijkteammedewerkers moeten hebben en welke specialistische kennis voorhanden moet zijn bij een aantal mensen, zodat je weet welke collega’s specifieke vragen aan kunnen.’

Scholingsplan

Movisie werkt nu samen met de andere kennisinstituten (NCJ, NJi en Vilans) binnen het programma ‘Integraal werken in de Wijk’ aan het doorontwikkelen van de tool. Zo verschijnt in de zomer een draaiboek voor het maken van een scholingsplan samen met het team. ‘Scholing zie ik trouwens breder dan alleen maar een cursus volgen,’ zegt Kooiman. ‘Je kunt ook super veel leren van elkaar of door mee te lopen met elkaar of met een specialist uit de tweedelijnszorg. Sociaal werk is een heel complex vak, waarin kennis alleen niet alles is. Je hebt ook veel praktische wijsheid nodig. Een wandelende boekenkast is nog niet per se goed in dit werk.’

Caseload bepaling

Wat is een verantwoorde caseload voor een lokaal team? De handreiking ‘Caseload voor lokale (wijk)teams' biedt structuur voor professionals, managers en beleidsmakers voor het onderbouwen, evalueren en bijstellen van de caseload van hun teams.

Ga aan de slag met de handreiking
 

Dit interview verscheen eerder op de website van Zorg+Welzijn.