Wat is vrijwillige zorg?

Vrijwillige zorg omvat georganiseerde en ongeorganiseerde vrijwillige zorg.

Georganiseerde vrijwillige zorg

Georganiseerde vrijwillige zorg wordt geboden vanuit organisaties. Voorbeelden zijn: welzijns- en zorgorganisaties, vrijwilligersorganisaties die actief zijn op maatschappelijk gebied, religieuze organisaties zoals kerken en moskeeën, en vrijwilligerscentrales. Daarnaast zijn er burgerinitiatieven die doelstellingen nastreven zoals ondersteuning van oudere thuiswonende dorps- of wijkbewoners, tegengaan van eenzaamheid of vergroten van zelfredzaamheid. Veel burgerinitiatieven hebben een rechtsvorm, bijvoorbeeld een stichting, vereniging of coöperatie, maar het zijn niet allemaal formele organisaties. Vrijwillige inzet vanuit burgerinitiatieven is wel altijd in meer of mindere mate georganiseerd. 

Ongeorganiseerde vrijwillige zorg 

Ongeorganiseerde vrijwillige zorg is de zorg van vrienden, kennissen, buren en buurtbewoners die niet vanuit organisaties wordt geboden. Deze hulp kan sporadisch worden gegeven of structureel van aard zijn, en kan meer of minder intensief zijn. De aard en de intensiteit van de hulp kunnen bovendien in de loop van de tijd worden op- of afgeschaald. Dat is bijvoorbeeld het geval als je je buurman die een hersenbloeding heeft gehad eerst dagelijks helpt met het huishouden, en regelmatig naar een arts of behandelaar brengt. Als je buurman goed herstelt, bied je minder vaak huishoudelijke of begeleidende hulp, maar maak je misschien wel dagelijks een praatje om te kijken hoe het met hem gaat. Wanneer de zorg juist intensiever wordt en meer structureel, kan vrijwillige zorg overgaan in mantelzorg. Er is kortom, geen duidelijke scheidslijn te trekken tussen vrijwillige zorg en mantelzorg door vrienden en buren. 

💡 Klik hier voor meer informatie over georganiseerde vrijwillige zorg.
💡 Klik hier voor meer informatie over ongeorganiseerde vrijwillige zorg.

Feiten & cijfers over vrijwillige zorg op een rij

Kerncijfers 

  • In totaal zijn er in Nederland 1,4 miljoen mensen actief als vrijwilliger in zorg of welzijn (1).
  • Ongeveer 644.000 (46%) van deze vrijwilligers doet georganiseerd, structureel vrijwilligerswerk. Dat betekent dat zij minstens iedere week of iedere maand hulp aanbieden via een formele organisatie. 
  • Bijna een op de vijf (22%) vrijwilligers helpt incidenteel via een organisatie zoals een vrijwilligersorganisatie, of een religieuze instelling. 
  • Zo’n 18% van de zorgvrijwilligers verricht structureel vrijwilligerswerk, maar doet dit buiten een formele organisatie om, in het kader van een burgerinitiatief of ongeorganiseerd.
  • Tot slot doet 14% incidenteel vrijwilligerswerk, in het kader van een burgerinitiatief of ongeorganiseerd.
  • 1 op de 5 mensen die mantelzorgen (19 procent) geeft voor een periode van gemiddeld 5 jaar hulp aan buren, vrienden of anderen (1)
  • Ongeveer de helft van de Nederlandse volwassen bevolking (46%) geeft aan dat ze vrienden, buren of anderen best incidenteel willen helpen, maar niet structureel (2, 3).

Vrijwillige zorg en mantelzorg door vrienden/kennissen en buren in vergelijking met familie

  • De meeste zorg wordt gegeven aan ouders en schoonouders en andere familieleden (bijvoorbeeld grootouders, broers en zussen, neven en nichten). 11 procent van de mensen die mantelzorgen geeft hulp aan vrienden en kennissen. 6 procent geeft hulp aan buren (2, 3 4).

Statistieken

  • Hulp die wordt gegeven betreft o.a.: huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, verpleegkundige hulp, emotionele steun, administratieve hulp en begeleidende hulp (1, 2)

Statistieken

  •  Volwassen kinderen zorgen meer vanuit plichtsgevoel vergeleken met buren en vrienden: respectievelijk 67% versus 48% en 42%. 
  • Volwassen kinderen geven gemiddeld 14 uur per week hulp, terwijl buren 7 en vrienden 9 uur per week hulp geven. 
  • De duur van de hulp van volwassen kinderen en vrienden is vergelijkbaar, met gemiddeld respectievelijk 5 en 4 jaar. Burenhulp is met gemiddeld 2,5 jaar minder langdurig. 
  • Volwassen kinderen geven het vaakst persoonlijke verzorging en verpleegkundige hulp (24%). 
  • Buren helpen, vergeleken met vrienden, vaker met huishoudelijke hulp en verpleegkundige hulp (zoals hulp met het innemen van medicijnen), terwijl vrienden iets meer betrokken zijn bij persoonlijke verzorging. 
  • Een kwart van de volwassen kinderen ontvangt mantelzorgondersteuning. Vrienden en buren die mantelzorgen maken daar veel minder gebruik van (<10%).

1. Boer, A. de, De Klerk, M., Verbeek-Oudijk, D. &  Plaisier, I. (2020). Blijvende bron van zorg; ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
2. Klerk, M. de, De Boer, A.,  Plaisier, I., Schyns, P.  & Kooiker, S. (2015). Informele hulp: wie doet er wat? Omvang, aard en kenmerken van mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning in 2014. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
3. Klerk, M. de (2017). Bereidheid en mogelijkheden om te helpen. In: De Klerk, M., De Boer, A.,  Plaisier, I. & Schyns, P. (red.), Voor elkaar? Stand van de informele hulp in 2016 (p. 61-77). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
4. Egging S., De Boer A. & Stevens, N. (2011). Zorgzame vrienden en buren als mantelzorgers van oudere volwassenen: een vergelijking met kinderen. Tijdschrift Voor Gerontologie en Geriatrie 42(6).