'We kunnen niet meer zonder technologie'

Sociale technologie, wat is dat eigenlijk? En wat kun je ermee in het sociaal domein? Erik Jansen, Associate lector aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: ‘De huidige wereld, met al zijn technische kansen, biedt vele mogelijkheden om professionals en cliënten te ondersteunen.’

Onder sociale technologie vallen alle technologische hulpmiddelen die binnen het sociaal domein worden ingezet. Doel is dat deze sociale technologie de hulp- en dienstverlening versterkt, het (zelf)organiserend vermogen van professionals en/of cliënten vergroot of de uitwisseling van kennis en ervaring stimuleert. Erik Jansen is positief over de mogelijkheden die technologische ontwikkelingen de zorg en welzijnssector te bieden hebben, maar waarschuwt wel om kritisch te zijn bij de inzet ervan. ‘We kunnen denk ik niet meer zonder technologie. Niet in het werkveld, maar ook niet in de samenleving.

Natuurlijk is technologische vernieuwing er altijd geweest, denk aan destijds de uitvinding van de stoommachine, maar de snelheid waarmee technologie zich ontwikkelt, neemt enorm toe. Dat is mooi want dit vergroot onze mogelijkheden, maar pas op dat je niet alleen het hosanna-verhaal achterna loopt. Blijf kritisch kijken naar de daadwerkelijke toevoeging van technologie in je werkproces, die niet altijd alleen positief hoeft te zijn.’

Indirecte gevolgen

Jansen is als associate lector verbonden aan het iXperium Health, een leerwerklocatie van Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) waar zorg en welzijnstechnologieën uitgetest worden. Jansen: ‘De inzet van technologie heeft een directe impact. Ga je bijvoorbeeld gebruik maken van beeldbellen, dan kan dat als direct gevolg hebben dat de cliënt en de professional anders met elkaar gaan communiceren. Maar er kunnen ook indirecte gevolgen zijn. Hier gaan wij naar op zoek. Daarnaast proberen we zowel de positieve als de negatieve impact van de technologie naar boven te halen. In het geval van beeldbellen kan het bijvoorbeeld zo zijn dat cliënten zich minder gezien voelen door de professional, of juist het idee hebben dat de professional er altijd is of altijd oproepbaar is, een soort virtuele presentie.’

Positieve effecten

Aan de snelle ontwikkelingen van technologie, zijn talloze positieve effecten verbonden. Zo zijn de manieren om met kwetsbare mensen te communiceren enorm toegenomen. Jansen: ‘Ook kunnen we kwetsbare en zieke mensen dankzij technologische ontwikkelingen steeds beter helpen om de regie over hun leven te behouden. Zo onderzoeken we nu bijvoorbeeld hoe Tiny-bots mensen met een autismespectrumstoornis kunnen helpen om hun dagstructuur vast te houden.’ Nieuwe technologische middelen kunnen cliënten dus helpen om minder afhankelijk van anderen te worden. Iets wat goed past in een tijd van eigen kracht en zelfregie.

Blijf kritisch kijken naar de toevoeging van technologie in je werkproces

Powertools

‘Om daar goed bij aan te sluiten, werken we samen met de Hogeschool Utrecht aan het RAAK-project Powertools. In dit project werken we met mensen met een cognitieve beperking aan co-design, co-creatie en co-evaluatie van technologische tools die hen kunnen empoweren. Wanneer je met mensen in gesprek gaat, hen de goede vragen stelt en luistert naar hun antwoorden, kun je met elkaar echt tot ideeën voor technologie komen die deze mensen daadwerkelijk helpen hun leven makkelijker te maken. Op die manier creëren we, met zo veel beschikbare technieken in deze wereld, heel veel mogelijkheden om cliënten te helpen.’

Achterlopen

Volgens Jansen is het van belang dat er in het werkveld meer aandacht wordt besteed aan de inzet van sociale technologie. ‘Er heerst in de sector een vreemd soort schizofrenie: wat men privé gebruikt aan technologische middelen, gebruikt men vaak niet zomaar tijdens het werk.’ Als voorbeeld noemt Jansen de inzet van social media. ‘Inmiddels hebben veel organisaties in het sociaal domein wel een social media account, maar het heeft vaak lang geduurd voor ze hieraan begonnen. Terwijl werknemers privé vaak al lang gebruik maken van de allernieuwste social media. Dat is opvallend.’ Natuurlijk vindt Jansen het wel begrijpelijk, bijvoorbeeld omdat een partij als Facebook heel anders omgaat met privacy voorwaarden dan in het werkveld acceptabel is en omdat de implementatie van technologie tijd kost die lang niet altijd beschikbaar is. ‘Dat zijn allemaal legitieme overwegingen om geen gebruik te maken van sociale technologie, maar het neemt niet weg dat wanneer je het niet doet, je op een gegeven moment ver achterloopt met wat er allemaal mogelijk is en wat het welzijn van je cliënten en patiënten ten goede kan komen.’

Kritische houding

Aan de andere kant benadrukt Jansen wel dat het belangrijk is om kritisch te blijven. Te vaak ziet hij het nu gebeuren dat bestuurders, met de beste intenties, technologieën aankopen die maar mondjesmaat worden gebruikt of waarvan de uitvoerende professionals helemaal niet weten hoe ze te gebruiken. ‘De implementatie blijft dus vaak achter. Vraag je daarom altijd eerst goed af wat je motivatie is om technologie aan te kopen of in te zetten en zorg dat je goed in beeld hebt wat de impact is. Het belang van technologie is groot, de inzet daarvan wordt steeds belangrijker in de ondersteuning van cliënt en professional. Maar bij de inzet van nieuwe technologie, hoort ook een kritische houding. Start er niet mee puur om vernieuwend te zijn, maar zorg dat het echt een toevoeging is voor professional en/of cliënt.’

Dit artikel verscheen eerder op de site van Zorg+Welzijn.