Werken aan de bekendheid van cliëntondersteuning
Cliëntondersteuning is een gratis gemeentelijke voorziening die bestemd is voor inwoners met een hulpvraag. Nog niet iedereen weet de weg naar deze hulp en ondersteuning goed te vinden. Wat kun je hier als gemeente aan doen? Bora Avrić, senior projectleider bij Movisie: ‘Werk aan een visie, werk outreachend en werk aan communicatie.’
Cliëntondersteuning, wat is dat eigenlijk?
‘Cliëntondersteuning is voor inwoners met een hulpvraag op domeinen als zelfstandig leven, zorg en ondersteuning, participatie, wonen, onderwijs en werk en inkomen. Een inwoner kan op verschillende momenten in het leven een beroep doen op een cliëntondersteuner. Waarbij het doel is om de regie, op het eigen leven en zorg en ondersteuning, te optimaliseren. Een cIiëntondersteuner denkt mee in het belang van de inwoner en kan daarin verschillende rollen op zich nemen; als wegwijzer, toeleider en/of belangenbehartiger. Een belangrijk uitgangspunt is dat de ondersteuning onafhankelijk is.’
Wordt er veel gebruik van gemaakt?
‘Al sinds de start van Wmo 2015 wijzen onderzoeken en signalen van aanbieders en cliëntenorganisaties op de onbekendheid van cliëntondersteuning en het relatief beperkte gebruik. Wat is hierin kip en wat is ei? Komt het door de naam, die voor veel mensen niet invoelbaar is? Doordat elke gemeente een andere invulling geeft aan cliëntondersteuning? Of laten mensen zich op een andere manier ondersteunen en hebben ze geen behoefte aan een cliëntondersteuner? Over de daadwerkelijke behoefte kan pas duidelijkheid ontstaan als mensen in ieder geval weten dat het bestaat, zodat het een bewuste keus kan zijn om er wel of geen gebruik van te maken. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor professionals - zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen, sociaal wijkteam leden - en vrijwilligers die inwoners met een hulpvraag op cliëntondersteuning kunnen wijzen. Zij kunnen vertellen wat cliëntondersteuning is en waarbij het kan helpen.’
Hoe bereik je grotere bekend- en vindbaarheid van cliëntondersteuning?
‘Sinds 2017 voert Movisie het Koploperproject Cliëntondersteuning uit. Inmiddels zijn 199 gemeenten aangesloten die werken aan het vergroten van de bekend- en vindbaarheid van onafhankelijke cliëntondersteuning. Movisie volgt alle betrokken gemeenten, ondersteunt lokale projecten en legt kennis, geleerde lessen en goede voorbeelden vast in handreikingen, praktijkbeschrijvingen en andere kennisproducten. Deze zijn via de website van Movisie gratis toegankelijk.’
Digitaal magazine
Veel gemeenten kampen met dilemma’s bij het organiseren van cliëntondersteuning: hoe richten we deze in, bij wie kopen we de ondersteuning in en hoe zorgen we ervoor dat de samenwerking tussen formele en informele ondersteuning soepel verloopt? Het digitale magazine ‘Wegwijzer, steun en toeverlaat’ biedt een rijk en breed gebundeld palet aan kennis en ervaring die we hebben opgedaan en opgehaald.
Tips voor gemeenten
Wil je aan de slag met de bekend- en vindbaarheid van cliëntondersteuning? Bora deelt drie tips:
- Werk aan een visie. Ontwikkel cliëntondersteuning op een lerende manier, samen met stakeholders. Creëer een visie met een daarop aansluitende inrichting, taakverdeling en keuze voor type cliëntondersteuners, kwaliteitsbeleid en reflectie op resultaat.
- Werk outreachend. Voor specifieke groepen, zoals daklozen en mensen met een migratieachtergrond, is het van belang dat op vindplekken outreachend contact wordt gelegd. Meestal gaan zij zelf niet op zoek naar hulp of steun. Hierbij moeten ze actief op weg geholpen worden.
- Werk aan communicatie: zorg dat de communicatiestrategie aansluit bij de manier waarop cliëntondersteuning in het sociaal domein is gepositioneerd. Is het een preventieve voorziening voor een eventueel beroep op de steun van de gemeente? Of is het bedoeld als steun bij de toegangsprocedure en het aansluitend maken van afspraken over de invulling van het ondersteuningsaanbod? In het eerste geval is communicatie gericht op de inwoner het meest belangrijk, bij de tweede is communicatie richting toegangsfunctionarissen en hulp- en dienstverleners net zo belangrijk. Kies daarnaast voor een mix aan communicatiemiddelen en -momenten. Denk niet alleen aan schriftelijke en digitale informatie, maar ook aan outreachend werken door mensen op vindplaatsen te informeren en het inrichten van laagdrempelige informatie- en adviespunten dicht bij de inwoner.’
Dit artikel is verschenen in Binnenlands Bestuur.