Wie zorgt straks dat alleenstaande ouderen niet vereenzamen?

Volgens de minister kunnen ouderen langer blijven thuiswonen. Maar zet dan wel meer sociaal werk in, waarschuwen Movisie-voorzitter Janny Bakker en Lex Staal, directeur van Sociaal Werk Nederland in een opiniestuk in Trouw.

De vergrijzing zet door en personeelstekorten in de zorg eisen hun tol. Hoe houden we de zorg in Nederland overeind? Bijna iedereen ziet hoe cruciaal die vraag is. Maar de rol die sociaal werk hierin kan vervullen wordt vreemd genoeg vaak vergeten. In de plannen van minister Conny Helder (langdurige zorg en sport) voor de ouderenzorg staat hierover weinig concreets; het recente advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenlevingsopbouw (Anders leven en zorgen) noemt sociaal werk zelfs geen enkele keer.

In ons land zijn welzijn en zorg gescheiden werelden. Dat begint al bij de financiering. De zorgverlener wordt bijvoorbeeld bekostigd door het Rijk (via de zorgverzekeraars en zorgkantoren), de sociaal werker door de gemeenten. Maar dat is niet alles. In de zorg heeft men vaak geen idee van wat er in het welzijn gebeurt of wat sociaal werkers doen. Dat is problematisch, want zorg kan niet zonder wat vroeger het welzijnswerk heette.

Als ouderen, zoals de minister graag wil, langer thuis blijven wonen, volstaat een beetje meer beeldbellen niet. Het netwerk dat voor dat thuis wonen nodig is, ontstaat nu eenmaal lang niet altijd spontaan. Niet elke oudere heeft familie of anderen om op terug te vallen. De organiserende en ondersteunende motor van het sociaal werk is daarvoor onmisbaar. Zeker in buurten waar het niet vanzelfsprekend is dat je een oogje op elkaar houdt. Dan kunnen sociaal werkers je netwerk van vrijwilligers en mantelzorgers in de lucht houden.

Lees het artikel in Trouw

Welzijn op recept

Een goed voorbeeld van een sociaal werk-aanpak die de zorg kan ontlasten is ‘Welzijn op recept’. Zo’n welzijnsrecept kan een huisarts uitschrijven voor iemand die zwaar gebukt gaat onder eenzaamheid, slapeloosheid of angst voor bestaans­onzekerheid. Dat is hard nodig: volgens de huisartsen heeft meer dan 60 procent van de patiënten in hun wachtkamers geen medisch, maar een sociaal probleem.

Met een welzijnsrecept gaat de patiënt naar de plaatselijke welzijnscoach om bijvoorbeeld mee te doen aan schuldhulp, activiteiten, vrijwilligerswerk, sport of bewegen. Volgens verschillende onderzoeken is dit een bewezen effectieve interventie. Vooral oudere vrouwen die lijden onder verlies van werk of een partner blijken er baat bij te hebben. Maar het succes wordt wel bepaald door de mate van professionaliteit van het welzijnswerk. Als de intake niet wordt gedaan door een beroepskracht, haken mensen vaak af. Goed kijken naar wat iemand nodig heeft en de juiste verbindingen maken met steun in de wijk is vakwerk.

Welzijn op recept werkt dus, en ontlast de zorg, maar de zorgverzekeraar betaalt er zelden aan mee. Wat ook niet helpt, is dat de zorgkosten de afgelopen jaren zijn gestegen, terwijl de budgetten voor welzijn voortdurend zijn gekrompen.

Zorgzame gemeenschap

Een andere, socialere benadering van de zorg is heel goed mogelijk. Die zien we bijvoorbeeld in het concept van de compassionate communities, waar Apeldoorn, Groningen, Leiden, Rotterdam en Zoetermeer mee werken. In deze steden kunnen zorgbudgetten ook gebruikt worden voor sociale professionals, dus bijvoorbeeld ook voor Welzijn op recept.

Laat het een inspirerend voorbeeld zijn voor minister Helder. Zij kan de beoogde verhoging van het budget voor het thuis laten wonen van ouderen moeiteloos ook beschikbaar maken voor sociaal werk. Zo kan met een lichte vorm van begeleiding de veerkracht van ouderen enorm worden versterkt. Dat vermindert stress, voorkomt erger, en verlaagt de zorg- en andere kosten.