Wijkteams: inrichting en positionering sociale wijkteams

Er zijn verschillende organisatievormen van sociale wijkteams. Ook de positionering verschilt per gemeente. De meest voorkomende vorm is die van het brede, integrale team waar zoveel mogelijk hulpvragen, ook specialistische, binnen het (wijk)team worden opgepakt. Zo nodig met kennis van buiten het team. Onderstaande elementen zijn van belang bij de keuze voor een organisatievorm en de positionering.

De opdracht aan het wijkteam

Wat gaat het wijkteam doen? De gemeente formuleert de doelen waar het sociale wijkteam aan bijdraagt. Gaat het om een brede opdracht om inwoners te ondersteunen bij kwesties op alle levensgebieden? Of richt het team zich alleen op jeugd? Ben je er voor de toeleiding naar algemene voorzieningen of ben je er ook voor de toegang naar maatwerkvoorzieningen ondersteuning en zorg? En is je opdracht daarbij ook nog om de participatie, onderlinge hulp en initiatieven van inwoners te stimuleren?

De rol van de gemeente

Hoe voert het wijkteam de opdracht uit en hoe is de gemeente daarbij betrokken? Grofweg zijn er drie rollen:

  1. De gemeente blijft op afstand, voert regie in beleid en treedt op als opdrachtgever.
  2. De gemeente stuurt en treedt op als werkgever van de professionals van het sociale wijkteam. Of de gemeente heeft een van haar medewerkers coördinator gemaakt van het wijkteam dat zij zelf samenstelt.
  3. De gemeente is uitvoerder. Medewerkers van het Wmo-loket of de sociale dienst zijn onderdeel van het sociale team.

De positionering van het sociale wijkteam

Als duidelijk is wat de opdracht is van het team, en welke rol de gemeente wil vervullen, volgt daaruit de positionering van het sociale wijkteam. Er zijn twee hoofdvarianten:

  1. De gemeente neemt het wijkteam in eigen beheer.
  2. De gemeente besteedt het wijkteam uit aan een of meer aanbieders of een speciaal opgerichte rechtspersoon.

Kiest de gemeente voor optie 2? Dan zijn er weer drie mogelijkheden denkbaar:

  1. Samenwerken: Het wijkteam is geen rechtspersoon. Medewerkers blijven in dienst van de aanbieders van zorg en welzijn. Er is een subsidie- of inkooprelatie tussen de gemeente en aanbieders met rechten en plichten.
  2. Samenwerken met één hoofdaanbieder: Gemeente geeft één hoofdaanbieder de opdracht een multidisciplinair sociaal wijkteam op te zetten en daarbij andere aanbieders te betrekken. Het wijkteam is geen rechtspersoon. Medewerkers blijven in dienst van de aanbieders van zorg en welzijn.
  3. Uitbesteden aan een rechtspersoon: deze stichting heeft als taak om een multidisciplinair sociaal wijkteam op te zetten, te coördineren en aan te sturen. Gemeente heeft één gesprekspartner. Medewerkers zijn in dienst van de stichting of worden gedetacheerd.

Meer informatie hierover is te vinden in de publicatie Organisatievormen en positionering van (wijk)teams.

Helpende vragen

Om te bepalen welke organisatievorm en welke positionering passend is, kunnen onderstaande vragen helpen.

Relatie met samenwerkingspartners

Welk doel en welke doelgroep heeft het sociaal wijkteam en hoe verhoudt dit zich tot de overige professionals en vrijwilligers in de wijk, eventuele wijkinformatie- en inlooppunten en wijknetwerken? Kunnen de overige professionals en vrijwilligers hun signalen afgeven bij het sociaal wijkteam? Onderneemt het wijkteam actie op alle vragen of richt zij zich vooral op de aanpak van multi-problematiek, omdat de overige professionals en vrijwilligers de enkelvoudige vragen oppakken? Zijn er al teams werkzaam in de wijk, zoals jeugdteams, FACT teams, en hoe verhouden deze teams zich tot het wijkteam? 

Korte en lange termijn

Maak ook onderscheid in de korte en lange termijn. Op de korte termijn kun je er bijvoorbeeld voor kiezen het sociaal wijkteam naast de domeinspecifieke teams te laten bestaan. Voor de lange termijn kun je de ambitie hebben om de teams meer te stroomlijnen en te bundelen, omdat bijvoorbeeld een brede toegang gewenst is. Of je komt er gaandeweg het proces achter dat bepaalde domeinspecifieke teams noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld, omdat er op bepaalde terreinen onvoldoende deskundigheid binnen het brede sociaal team aanwezig blijkt te zijn.

Nieuw voor oud

Is het streven om de sociale wijkteams op termijn volledig dé plek te laten zijn waar aanbieders van eerstelijns zorg en welzijn samenwerken, dus echt 'nieuw voor oud'? De huidige financieringsstromen zijn zo ingericht dat organisaties er economisch baat bij hebben om cliënten bij zich te houden. Ook blijkt dat oude gewoontes, structuren en werkwijzen de gewenste ontschotting soms moeilijk maken. Dit pleit voor 'nieuw voor oud', maar ook voor het onafhankelijk positioneren van de professionals in een dergelijk wijkteam van hun moederorganisaties. Dergelijke overwegingen stuiten vaak op weerstand bij maatschappelijke organisaties, maar om tot daadwerkelijke veranderingen en resultaten te komen, zijn ze wel van belang. Dit vraagt in het proces om regie en een duidelijke sturing.

Meer lezen