Wreed optimisme bij re-integratie uit de bijstand

Van bestaanszekerheid naar ontwikkelingsperspectief

Mensen die niet mee kunnen doen in de samenleving worden op verschillende manieren ‘geactiveerd’. Betaald werk als summum van participatie. Maar die arbeidsmarkt blijft op enorme afstand van veel te veel mensen. Ondanks tientallen sollicitatietrainingen en –trajecten. Is het niet tijd voor een nieuw perspectief op werk? In een serie van vier online bijeenkomsten belicht Divosa met Movisie vanuit verschillende perspectieven de waarde van werk, met als afsluiter de Participatielezing op 17 juni.

Op 20 mei ging het over de re-integratie van bijstandsgerechtigden. 'Er is sprake van wreed optimisme.' Dat zegt Josien Arts, die tijdens haar promotieonderzoek tientallen trainingsbijeenkomsten voor bijstandsgerechtigden bijwoonde. Ze hoorde, zoals ze had verwacht, dat de klantmanagers met name de plichten van de bijstandsgerechtigde benadrukten. Maar wat opvallender was: de klantmanagers traden vooral op als een positiviteitscoach. Ze probeerden de bijstandsgerechtigden mentaal te trainen om positief te blijven. ‘Vertrouwen te houden dat ze via een broodbaan uiteindelijk hun droombaan zouden bereiken.’

Verlossing niet dichterbij

Het wrede zit hem erin, zegt Arts, dat je niet alleen de verkeerde handvatten krijgt aangereikt met de broodbaan, maar dat die handvatten het bereiken van de droombaan zelfs in de weg zitten. ‘Door de precarisering, bestaansonzekerheid, hobbel je via tijdelijke contracten van de ene laagbetaalde baan naar de andere. Daardoor komt de verlossing van die droombaan waarin je je echt kunt ontwikkelen niet dichterbij.’

Juridische blik op werkstages

Anja Eleveld deed ook onderzoek naar de re-integratie van bijstandsgerechtigden. Zij keek met een juridische blik naar de rechten en plichten rondom werkstages. In vergelijking met betaalde banen is er rond werkstages heel weinig geregeld; ze vallen buiten het arbeidsrecht. Zaken als zwangerschapsverlof, ziekte en een ondernemingsraad voor formele inspraak zijn allemaal niet geregeld.

Onvoldoende

Eleveld keek specifiek naar hoe de zeggenschap van de bijstandsgerechtigden geregeld is. Dat krijgt vorm in drie instrumenten: het stagecontract, de leerdoelen en de evaluatie. Op papier ziet dat er aardig uit, maar in de praktijk komen ze onvoldoende uit de verf als manieren waarop bijstandsgerechtigden er invloed op uit kunnen oefenen. Dat komt omdat de meesten niet weten dat het tweerichtingsverkeer zou kunnen zijn: contract en leerdoelen zijn een kwestie van tekenen bij het kruisje.

Stage is tussenstap

Ondanks dat de zeggenschap bij de werkstages mager is en de stages zelf daardoor niet optimaal bijdragen aan de ontwikkeling van bijstandsgerechtigden, worden die er volgens Eleveld ‘toch blij van.’ Ze voelen zich er beter door, omdat ze actief zijn, sociale contacten hebben, een dagstructuur. ‘Maar’, zegt Eleveld ook: ‘Ze zien het echt als een tussenstap. “Betaald werk zou beter voelen”, hoorde ik geregeld.’

'Veel vormen van werk zijn niet betaald, maar wel cruciaal'

Betaald werk het hoogste

Dat betaald werk beter zou voelen, komt voor een belangrijk deel door hoe in onze maatschappij onderscheid gemaakt wordt tussen de waardering voor betaald en onbetaald werk. Hoe terecht is dat onderscheid? Volgens Arts is er een herwaardering nodig van onbetaald werk. ‘Veel vormen van werk zijn niet betaald, maar wel cruciaal om het leven van mensen en de samenleving als geheel in stand te houden, zoals zorgtaken, vrijwilligerswerk en politieke participatie. Dit werk zou veel zingeving kunnen bieden, ware het niet dat zingeving sterk gekoppeld is aan betaald werk.’

Minder dominant

Betaald werk moet een minder dominante plek krijgen, als het aan Arts ligt. De robotisering kan daarbij helpen, omdat die een kortere werkweek mogelijk kan maken. ‘Daardoor blijft er meer tijd over voor zinvolle dingen zoals zorgen voor naasten of actief zijn in je buurt. Dat kan helpen om betaald werk niet langer als het hoogst haalbare te zien.’

Opwaardering van onbetaald werk

Naast technologische ontwikkelingen zoals de robotisering kan ook andere wet- en regelgeving bijdragen aan de opwaardering van onbetaald werk, denken zowel Eleveld als Arts. Maar allereerst moet de feitelijke situatie van bijstandsgerechtigden worden verbeterd. ‘De bijstand moet omhoog’, zegt Arts. ‘Het is nu niet voldoende om van rond te komen. En het moet een onvoorwaardelijke ondersteuning zijn, zodat de angst voor korting door een klein foutje zoals het aannemen van boodschappen verdwijnt.’

De eigen ontwikkelingswensen

Eleveld ziet kansen voor de lokale beleidsmakers en de klantmanagers in de uitvoering. Als klantmanagers vaker een echte dialoog aan zouden gaan, dan zouden de bijstandsgerechtigden volgens Eleveld meer ruimte ervaren om hun eigen ontwikkelingswensen aan te geven. ‘Bijvoorbeeld bij de leerdoelen van de werkstage. Vaak staan daar nu alleen standaarddoelen in.’

Actief op school

Dat gaat dan over de werknemersvaardigheden, zoals “op tijd komen” en “luisteren naar de baas”. Bijstandsgerechtigden voelen zich hierdoor eerder beledigd dan gestimuleerd, zegt Eleveld. Een klantmanager kan in plaats daarvan zijn of haar waardering uitspreken voor hoe actief iemand is op de school van de kinderen. Ze kunnen samen op zoek gaan naar een passend leerdoel om die activiteit uit te breiden.

Kantelen

Dat het beeld van betaald werk als het hoogst haalbare zo doordrenkt is in onze samenleving, betekent tegelijkertijd dat iedereen het op zijn eigen manier kan proberen te kantelen. Dat kan in kleine dingen: zit je met je gezin aan tafel, laat het appje van je collega dan voor wat het is. Arts: ‘Dat laat zien dat betaald werk niet het belangrijkste is. Ik spreek zelf overigens consequent van “betaald werk” en “onbetaald werk”. Beide zijn onderdeel van wat we werk noemen. Het is een eerste stap in de herwaardering van onbetaald werk als werk. Als cruciaal en zeer waardevol werk zelfs.’

Tekst: Tea Keijl

Reeks bijeenkomsten 'Van bestaandszekerheid naar ontwikkelingsperspectief'

Dit was een onderdeel van de reeks bijeenkomsten ‘Van bestaanszekerheid naar ontwikkelingsperspectief’, georganiseerd in samenwerking met Divosa en Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Lees meer over hoe de andere bijeenkomsten waren: