Zes tips om mantelzorgers te betrekken bij het zorgleefplan

Mantelzorgers maken deel uit van het leven van je cliënt. Zij kennen de cliënt meestal lang, zijn ermee vertrouwd en zorgen ervoor dat iemand zoveel mogelijk het leven kan leiden zoals hij of zij dat gewend is. In het zorgleefplan kan de inbreng van mantelzorgers dan ook niet ontbreken. Maar hoe doe je dat? Lees deze tips!

1. Maak letterlijk en figuurlijk ruimte voor de mantelzorger

Neem tijd om te kijken wie de mantelzorger is en ga het contact aan. Geef de mantelzorger ruimte en aandacht in het gesprek over het zorgleefplan met de cliënt. De mantelzorger kent de cliënt het beste. Houd hierbij uiteraard wel rekening met de wensen van de cliënt. Vermijd jargon. Maak ook letterlijk ruimte voor de mantelzorgers: neem een kopje in het zorgleefplan op met ruimte voor notities in het dossier.

2. Zorgleefplan is een middel, geen doel

Een zorgleefplan is een middel om met elkaar in gesprek te gaan. Geen doel op zich. Het helpt bij de communicatie tussen cliënt, mantelzorger en zorgprofessional. Belangrijk is ook dat iedereen ook echt vindt dat mantelzorgers betrekken belangrijk is voor goede zorg. Laat dit tot uiting komen in een visie van de organisatie op samenwerken van beroepskrachten met mantelzorg. Leg het niet op, maar geef een reden. Soms vergt dit een cultuurverandering in de organisatie.

Werkboek In voor Mantelzorg
Wil jij de samenwerking met mantelzorgers in je zorgorganisatie versterken? Of werken aan een betere ondersteuning van mantelzorgers? Met het werkboek In voor Mantelzorg kun je zelf aan de slag! Bekijk het werkboek op www.invoormantelzorg.nl/werkboek.

3. Gebruik het SOFA-model bij het gesprek

Een mantelzorger heeft verschillende rollen: als collega, cliënt, naaste en expert. Bij iedere rol past een werkwoord, namelijk: samenwerken, ondersteunen, faciliteren en afstemmen, die samen het woord SOFA vormen. Zorg ervoor dat tijdens het gesprek al die facetten aan bod komen. Hoe kun je samenwerken? Hoe kun je de mantelzorger faciliteren? Hoe stem je met hem af? Je hebt ook een signalerende functie: of het goed gaat en of de mantelzorger niet overbelast is of zelf beperkingen heeft. Bespreek dit ook.

4. Erken de rol van mantelzorgers

Organisaties geven veelal aan dat de cliënt meer in regie moet komen te staan. Hiervoor zetten ze het zorgplan in. Maar waarom vult een beroepskracht het plan in en waarom mogen de cliënt en mantelzorger dat niet doen? Stel je zelf ook eens de vraag: in hoeverre zie jij de mantelzorger als een collega?

5. Omgaan met emoties

Belangrijk is ook dat je erkent dat de mantelzorger met emoties kan zitten. Rustig blijven, niet meteen met een oplossing komen en niet meteen oordelen. Voorkom ook dat je zelf met een emotionele reactie komt. Tot slot is het belangrijk om open te zijn over wat je wilt met dit gesprek.
Benoem feiten:

  • ‘Ik zie dat het u emotioneert.’
  • ‘Ik zie achteruitgang, hoe is dat voor u?’

6. Help mantelzorgers op weg

In bijna alle gemeenten is een mantelzorgsteunpunt. Maak ervan gebruik. De medewerker is er primair voor de cliënt. Maar je kunt de mantelzorger ondersteunen met goede afspraken in het zorgleefplan en hem of haar verwijzen naar het mantelzorgsteunpunt.

Werkboek Verder in Samenwerking

Deze tips zijn gebaseerd op de workshop: ‘Mantelzorgers en het Zorgleefplan’ dat is gehouden tijdens het slotcongres van In voor Mantelzorg door Hanni van den Broek, directeur Comfortzorg en Anita Peters, programmaleider In voor Mantelzorg (Movisie). In het werkboek: Verder in Samenwerking is meer informatie opgenomen over het betrekken van mantelzorgers bij het zorgleefplan. Bekijk het werkboek: www.invoormantelzorg.nl/werkboek.