‘Zie iemand met dementie niet als patiënt maar als mens’

Verslag werkbezoek Sociale toer 2025

Op 20 maart ging een groep beleidsadviseurs, vrijwilligers en docent-onderzoekers op werkbezoek in Amersfoort. Ze waren te gast in dementievriendelijk inloophuis De Ontmoeting. Hier laten ze elke dag zien dat iemand met dementie geen patiënt maar een mens is.

De middag start met een blik op de vierkante meters van Inloophuis De Ontmoeting en wat daar aan bijzonders gebeurt, om daarna onder leiding van Movisie-projectleider Hans Anderliesten uit te zoomen naar het wijk- en gemeenteniveau en vervolgens de hele samenleving. Het inloophuis is gevestigd in een erfgoedparel uit de achttiende eeuw. Het ligt wat verscholen tussen de nieuwbouwhuizen van de wijk Kattenbroek. Eenmaal binnen waan je je terug in de tijd. ‘Hier was vroeger de bedstee’, wijst coördinator Sandra van der Werf. Ze opent het deurtje om te laten zien dat het voormalige gezinsbed nu in gebruik is als spelletjes- en materialenkast. ‘Elke dag is er een vrije inloop. Er is altijd koffie en vaak ook een extra activiteit zoals breien en haken of stoelyoga. We zijn in de jaren negentig ontstaan als een ontmoetingsplek voor alle inwoners van de wijk die toen nog in aanbouw was.’

Getrainde vrijwilligers

'Alle vrijwilligers zijn getraind in dementievriendelijkheid, in positieve gezondheid en de presentiebenadering.'

Vanuit de verbindingen tussen de inwoners en het inloophuis ontstaat omzien naar elkaar, legt Van der Werf uit. ‘Als regelmatige bezoekers ineens een paar keer niet komen, bellen we ze op om te zeggen dat we ze missen. Kunnen we iets voor je doen? We zorgen dat we in contact blijven. Ook is er goed contact met de professionals in de wijk. Als er midden in de winter iemand in een dun zomerjasje verschijnt bijvoorbeeld, dan is het belangrijk dat we met hen kunnen overleggen.’ Samen met zeventig vrijwilligers houdt Van der Werf de inloop draaiende. Alle vrijwilligers zijn getraind in dementievriendelijkheid, in positieve gezondheid en de presentiebenadering. Dat maakt dat De Ontmoeting bezoekers lang binnenboord kan houden. ‘En als het nodig wordt, kan iemand ook met een maatje komen. Dat stemmen we af met Indebuurt033, het welzijnswerk. Mocht dat ook niet meer lukken, dan dragen we iemand warm over naar bijvoorbeeld dagbesteding.’ Van der Werf vervult een spilfunctie door te zorgen dat alle vrijwilligers het volhouden en door de samenwerking met vele formele en informele partijen in de wijk steeds verder uit te bouwen. De gemeente zou die inzet wat haar betreft meer mogen waarderen. ‘Ik moet elk jaar opnieuw financiering regelen bij de gemeente. Dat kost veel tijd en stress.’

Klantvriendelijk voor iedereen

Erna van Muijden leidt de deelnemers aan het werkbezoek vervolgens door het verhaal van dementievriendelijk Kattenbroek. ‘De wijk was vanaf de bouw in de jaren negentig spraakmakend vanwege de bijzondere opzet en architectuur. Vanuit Japan stonden de toeristen door de ramen te gluren.’ De komende vijftien jaar zal het aantal mensen met dementie verdubbelen. Sinds 2021 trekt wijkbewoner Van Muijden er hard aan om de wijk dementievriendelijker te maken. Dat doet ze vooral door te werken aan de bewustwording van de sociale omgeving. Ze richt zich onder andere op vrijwilligers van wijkcentra, buurthuizen, boa’s wijkagenten en winkeliers. ‘Inmiddels hebben ongeveer driehonderd van hen de basistraining gevolgd, waarvan 65 ook de vervolgtraining. Voor winkeliers wordt een aparte module ontwikkeld. Het is erg belangrijk dat de medewerkers begrijpen dat iemand er niet bewust met boodschappen vandoor gaat en dat ze dan op een gepaste manier kunnen reageren. Dementievriendelijkheid betekent bovendien klantvriendelijkheid voor iedereen.’

Sleutelpersonen

De inzet van Van Muijden bleef niet onopgemerkt op het Amersfoortse stadskantoor. In 2023 kreeg Kattenbroek van het stadsbestuur en Alzheimer Nederland het stempel Dementievriendelijk. Met Kattenbroek als voorbeeld werkt de gemeente stapsgewijs aan het verder dementievriendelijk maken van de stad. ‘We zijn nu in de vier wijken waar veel ouderen wonen aan de slag’, vertelt beleidsregisseur Deeqa Eman Abdulle, ‘en wat we daarvan leren nemen we mee naar de rest van de stad.’ De gemeente heeft voor het beleid onder andere de focusbrief voor gemeenten van Alzheimer Nederland als uitgangspunt genomen. ‘We hadden eerder al gesprekken gevoerd met sleutelpersonen van verschillende gemeenschappen, met en zonder een migratieachtergrond. In de stedelijke aanpak geven we hier vervolg aan.’

Niet realistisch

'We willen graag dat mensen in hun eigen wijk naar een passende dagbesteding kunnen gaan.'

De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld omdat veel medewerkers die contact hebben met de inwoners getraind zijn. De gemeente luistert goed naar de inwoners en dat kan leiden tot aanpassing van het beleid. Eman Abdulle: ‘Sinds 2022 hebben we de dagbesteding zo georganiseerd dat ouderen geen indicatie meer nodig hebben. We willen graag dat mensen in hun eigen wijk naar een passende dagbesteding kunnen gaan. Maar uit de gesprekken met inwoners en organisaties blijkt dat dit niet altijd lukt. Daarom werken we nu samen met de organisaties aan de doorontwikkeling van de dagactiviteiten. Een van de vragen is ook: hoe komen de mensen daar? Bij die vraag kijken we ook naar vrijwilligersinitiatieven zoals ANWB Automaatje. Maar dit is niet toereikend, dus we kijken ook breder.’

Klantreis

Dan is het de beurt aan Annemieke Pungu-Wibbelink. Ze is docentonderzoeker aan de Christelijke Hogeschool Ede en projectleider van de Werkplaats Sociaal Domein Gelderse Vallei. Ze neemt de deelnemers mee in de ‘klantreis’ van mensen met dementie. ‘Vanaf het niet-pluis-gevoel tot en met de nazorg na het overlijden herkennen we zes fasen in het proces van dementie’, vertelt ze. Dat is relevant in verband met de vraag die de werkplaats kreeg van de gemeente Ede, namelijk hoe voorkomen kan worden wat mensen met dementie in de crisisopvang terecht komen.

Aanknopingspunten

Om die vraag te kunnen beantwoorden ontwikkelde Pungu-Wibbelink vier persona’s, ofwel typen mensen met dementie: ‘De eerste is iemand die zelf vindt dat er een actief netwerk is, met voldoende mantelzorgers. De tweede persona heeft geen actief netwerk. De derde heeft een migratieachtergrond, de laatste heeft een dubbel diagnose, dus naast dementie nog een andere diagnose.’ De indeling levert aanknopingspunten voor het voorkomen van crisisopvang. Want wat blijkt: ‘Bij de persona met een actief netwerk is het bestaan van de casemanager een bekender begrip en die wordt dan ook in een vroeger stadium ingeschakeld. Dat is schrijnend, want juist de mensen met minder mantelzorgers hebben een casemanager meer nodig. Een kleiner wordend netwerk is inherent aan het ouder worden, maar mensen die makkelijk in de omgang zijn, trekken sneller weer nieuwe mensen aan. En wat dat betreft zijn professionals ook gewoon mensen: die werken veelal ook prettiger met mensen die vlot in de omgang zijn. Dat maakt situaties voor mensen met een klein netwerk soms nog extra schrijnend.’

Drie soorten initiatieven

De laatste spreker is Marjolein Thijssen, hoofddocent ergotherapie aan de HAN. Zij promoveerde begin 2025 met een onderzoek dat erg mooi aansluit bij de beweging om mensen met dementie niet als patiënt, maar als mens te benaderen. In deze beweging past bijvoorbeeld dat niet langer de ziekte, maar de talenten van iemand centraal staan. En dat de focus niet ligt op passende dagbesteding, maar op het alledaagse leven. Thijssen onderscheidt in haar promotieonderzoek drie soorten initiatieven voor mensen met dementie en ze bekeek welke effecten de mensen met dementie en hun naasten daarvan ervaren. Om te beginnen zijn er dementie-specifieke initiatieven, zoals een Alzheimercafé. ‘Deze zorgzame gemeenschappen ondersteunen door educatie en aanpassingen in de fysieke omgeving en dat leidt tot meer vertrouwen en veiligheid.’ Bij dit soort initiatieven ontmoeten mensen vooral andere mensen die in hetzelfde schuitje zitten. Dat is anders bij de tweede categorie initiatieven, die Thijssen dementie-inclusief noemt. ‘Dit zijn stimulerende gemeenschappen, zoals een wandelvoetbalteam of een koor. De trainer en de dirigent zijn getraind om de deelnemers met dementie op een positieve manier aan te spreken. Daardoor nemen de motivatie en het zelfvertrouwen toe en kunnen mensen met plezier mee blijven doen aan deze activiteit.’ De derde categorie is de activerende gemeenschap en deze stimuleert dat mensen actief kunnen blijven in de samenleving. ‘Alleen bij deze soort zag ik contacten tussen de verschillende generaties. Samen een congres of een theatervoorstelling voor mensen met dementie organiseren zijn voorbeelden.’ Het wederzijdse respect en erkenning zorgen ervoor dat mensen hun zelfvertrouwen houden en daardoor hun eigen interesses en relaties.

Het gewone leven

Thijssen ziet dat de meeste bestaande initiatieven in de eerste categorie vallen, terwijl de tweede en derde wellicht meer bijdragen aan mee kunnen doen aan het gewone leven. Ze sluit dan ook af met een dwingende oproep: ‘Zie ze als mens! Onze blik bepaalt onze aanpak. Zie je patiënten, dan kom je met andere aanpakken dan als je inwoners of mensen ziet.’

De organisatie van dit werkbezoek was in handen van Movisie. Movisie ontwikkelt en deelt wetenschappelijke, professionele en ervaringskennis over omgaan met dementie.