Van ziekte tot doelwit voor haat: dag tegen lhbtiqa+ fobie steeds belangrijker
Op 17 mei is het de Internationale Dag tegen Homo-, Lesbo-, Bi,- Trans- en Interseksefobie (IDAHOBIT). Dat deze dag steeds belangrijker wordt, blijkt wel uit de verontrustende berichten over geweld tegen lhbtiqa+ personen en het inperken van hun rechten.
Op 17 mei 1990 haalde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) homoseksualiteit officieel van de internationaal gehanteerde lijst van ziekten. Op die lijst stond homoseksualiteit genoteerd als psychische aandoening. Vijftien jaar later, in 2005, werd IDAHOBIT voor het eerst gevierd. Hoe staat het er anno 2025 voor met de rechten van lhbtiqa+ personen?
Een verijdelde aanslag tegen lhbtiqa+ personen tijdens een concert van Lady Gaga, het bekladden van Regenboogbankjes in Den Haag, premier Orban van Hongarije die het wettelijk verbiedt om lhbtiqa+ evenementen te organiseren en het hooggerechtshof in het Verenigd Koninkrijk dat uitspreekt dat de definitie ‘vrouw’ gebaseerd is op het geboortegeslacht. Het zijn een paar recente voorbeelden waarin lhbtiqa+ rechten onder druk komen te staan.
Het ontkennen van meer genders tussen ‘man’ en ‘vrouw’ levert naast psychische druk ook praktische problemen op: zo kunnen mensen met een X in hun paspoort niet meer naar de Verenigde Staten vliegen en de Nederlandse overheid heeft voor dit land een negatief reisadvies afgegeven voor lhbtiqa+ personen.
Hoewel er sinds 17 mei 1990 veel stappen zijn gezet om de acceptatie en veiligheid van lhbtiqa+ personen te vergroten, lijkt er wereldwijd een zorgelijke verschuiving plaats te vinden. Ook in Nederland zijn er zorgen over het geweld tegen en discriminatie van lhbtiqa+ personen.
Minst positief over non-binaire en bi+ personen
Uit de lhbtiqa+ monitor 2024 van onder andere Movisie blijkt dat de Nederlandse bevolking in het algemeen een positieve houding heeft ten opzichte van seksuele-, sekse en genderdiversiteit. Maar de resultaten laten wel duidelijke verschillen zien in de houding tegenover de afzonderlijke lhbtiqa+ groepen. Deelnemers oordelen het minst positief over non-binaire personen (53% heeft een positieve houding) en bi+ personen (66% heeft een positieve houding). Hoewel er positiever gedacht wordt over genderdiversiteit ten opzichte van eerdere jaren (SCP 2022) is het percentage met een negatieve houding ook licht gegroeid. Nog steeds een kwart van de bevolking vindt dat trans mannen geen echte mannen zijn en dat trans vrouwen geen echte vrouwen zijn. Uit het onderzoek komt naar voren dat er zorgen zijn. Bi+, transgender en non-binaire identiteiten zouden volgens veel respondenten modeverschijnselen zijn. Ook geven relatief veel respondenten aan dat zij geen relatie zouden willen met trans, non-binaire, bi+, aseksuele en intersekse personen.
Met betrekking tot de leefsituatie kwamen ook diverse zorgelijke punten naar boven:
- Lhbtiqa+ personen geven meer aan discriminatie te ervaren dan niet-lhbtiqa+ personen. Uitingsvormen daarvan zijn discriminerende opmerkingen, het neerzetten van een negatief beeld (stigmatisering) en nageroepen worden.
- Alle bevraagde lhbtiqa+ groepen hebben meer dan niet-lhbtiqa+ respondenten ervaring met online haatreacties in het jaar voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst.
- Lhbtiqa+ personen van kleur, lhbtiqa+ personen met een beperking, en bi+ en queer personen ervaren, in vergelijking met niet-lhbtiqa+ personen, vaker online ongewenst seksueel gedrag en niet-fysiek ongewenst seksueel gedrag.
Wat kun jij doen?
De verschillende berichtgevingen en de lhbtiqa+ monitor maken duidelijk dat de samenleving seksuele-, gender- en seksediversiteit nog steeds niet volledig accepteert of erkent. Zowel binnen als buiten Nederland. De langzaam stijgende acceptatie lijkt te stagneren. Een negatieve houding tegen met name non-binaire, trans en bi+ personen is daarbij nog sterker aanwezig.
Meer dan ooit heeft de lhbtiqa+ gemeenschap steun nodig, van iedereen en juist van niet-lhbtiqa+ personen.
Het lijkt erop dat we op een kantelpunt staan. Meer dan ooit heeft de lhbtiqa+ gemeenschap steun nodig, van iedereen en juist van niet-lhbtiqa+ personen. Zij kunnen zich uitspreken en daarmee bijdragen aan zichtbaarheid en acceptatie. IDAHOBIT is er dé aangewezen dag voor. Draag bij aan de zichtbaarheid door symbolen te dragen, zoals een speldje met de progress pride-vlag erop of door de vlag te hijsen. Of ga gesprekken aan over 17 mei en de betekenis ervan. Ook na 17 mei kun je als niet-lhbtiqa+ persoon een belangrijke rol spelen. Ga het gesprek aan als je iemand negatief hoort praten. Onderzoek wijst namelijk uit dat ingrijpen werkt. Ga ook in gesprek als je desinformatie hoort, ofwel dingen die niet kloppen.
Het belang van symbolen zoals de regenboogvlag
Waarom is de regenboogvlag eigenlijk zo’n belangrijk symbool, en wat maakt het uit of deze wel of niet op een gebouw wappert? In dit artikel leggen we uit waarom het belangrijk is om meer zichtbaarheid te creëren voor de lhbtiqa+ gemeenschap, en de rol die symbolen als de regenboogvlag daarin spelen.
Goed nieuws
Is er alleen slecht nieuws te melden? Nee, gelukkig niet. Op 4 mei 2025 werd de eerste regenboogkrans gelegd tijdens nationale herdenking in Kamp Westerbork. Dit is een erkenning van de vervolging van lhbtiqa+ mensen tijdens het naziregime. Ook nam de Eerste Kamer op 11 maart 2025 een wet aan om haatmisdrijven harder te straffen. Deze wet moet zorgen voor meer bescherming voor joden, moslims en mensen uit de lhbtiqa+ gemeenschap.
De polarisatie tussen mensen en overheden groeit en er zijn grote zorgen over de rechten van lhbtiqa+ personen wereldwijd. Maar er is hoop. Dat blijkt wel uit de verschillende wereldwijde protesten tegen het inperken van de rechten van lhbtiqa+ personen. Samen, lhbtiqa+ en niet-lhbtiqa+, kunnen we het tij keren en lhbtiqa+ personen volwaardig onderdeel van de samenleving maken.