‘In Zuid-Holland mag je jezelf zijn, maar wil niet iedereen het zien’

Jezelf zijn in provincie Zuid-Holland

Debbie Helaha (55) en Mieke Gaxiola-Peters (53) betrekken zo veel mogelijk mensen bij hun inzet voor lhbti+ emancipatie: geloofsgemeenschappen, jongeren én ouderen, heteroseksuele personen, maar ook andere lhbti+ organisaties. Middels samenwerken en een goed oor voor de behoeftes van verschillende lhbti+ groepen versterken Debbie en Mieke het gesprek rondom lhbti+ zijn.

Op vrijdag 14 oktober 2022 vindt het Congres Regenboogsteden 2022 plaats in Jaarbeurs Utrecht. Op deze dag komen vertegenwoordigers van alle gemeenten in Nederland, lokale belangenorganisaties, sociaal professionals en andere geïnteresseerden samen om over lhbti+ beleid te praten. Naar aanloop van dit congres publiceren wij een artikelenreeks om meer zichtbaarheid te geven aan de rol en invulling van de twaalf Regenboogprovincies. Deze keer spreken we met Debbie Helaha (55) en Mieke Gaxiola-Peters (53) uit de provincie Zuid-Holland, over wat zij doen voor de lhbti+ gemeenschap en hun eigen ervaringen als het gaat om jezelf kunnen zijn in hun provincie. 

Hoe zetten jullie je voor lhbti+ emancipatie in?

Debbie: Sinds 2018 ben ik voorzitter van COC Leiden. Voor deze functie was ik ook al vrijwilliger bij het COC. Zo gaf ik voorlichting op scholen rondom seksuele- en genderdiversiteit. Van oorsprong kom ik uit de HR en heb ik jarenlang bij en voor de gemeente Leiden gewerkt. Hierdoor heb ik een netwerk opgebouwd dat ik nu in kan zetten voor COC Leiden, dat ca. 250 leden en tientallen vrijwilligers telt. We zorgen ervoor dat er ontmoetingsactiviteiten plaatsvinden voor lhbti+ personen in Leiden en omstreken. Daarnaast proberen we de gemeente en andere instanties te adviseren als het aankomt op lhbti+ beleid. Als voorzitter onderhoud ik ook de relaties met externe partijen en de media. Persoonlijk zet ik me ook in voor lhbti+ emancipatie door open te blijven staan voor gesprekken met anderen over lhbti+ rechten en discriminatie. En door zichtbaar te zijn als lesbische vrouw van kleur hoop ik ook iets bij te dragen wat betreft representatie. 

Mieke: In 2018 heb ik opgeroepen om van Vlaardingen een Regenboogstad te maken; met succes! Ik ben zelf werkzaam voor de politiek als raadsadviseur bij de gemeente Schiedam, en voorheen heb ik dat een tijd voor de gemeente Vlaardingen gedaan. In eerste instantie ben ik me vanuit mijn achtergrond bij stichting Amnesty International Nederland gaan inzetten voor mensenrechten. Zo geef ik namens Amnesty ook gastlessen over lhbti+ rechten. Ik ben een hetero vrouw en moeder in een regenbooggezin, want twee van mijn kinderen behoren tot de lhbti+ gemeenschap. Onder andere daardoor ben ik enorm gemotiveerd om deze wereld een stuk beter te maken voor al onze kinderen. Zo heb ik een werkgroep opgericht voor lhbti+ personen in Vlaardingen die onderdeel is geworden van COC Rotterdam. In Vlaardingen probeer ik onder andere de ontmoetingen te faciliteren tussen kwetsbare lhbti+ personen, dus mensen die hier net heen zijn verhuisd zoals bijvoorbeeld mensen met een vluchtelingenachtergrond, en lhbti+ personen die al in Vlaardingen wonen. Maar ik zoek ook de samenwerking met sportverenigingen, winkeliers en de geloofsgemeenschappen.

‘Ondanks de knelpunten die er zijn in religieuze plaatsen, zet ik heel erg in op samenkomst en inclusie.’

Wat zijn de specifieke uitdagingen voor de lhbti+ gemeenschap in Zuid-Holland?

Mieke: In Zuid-Holland behoort een groot aantal gemeenten tot de zogenaamde Biblebelt. Ook Vlaardingen is een religieuze plaats. Dit brengt uitdagingen met zich mee. Ondanks de knelpunten die er zijn, zet ik heel erg in op samenkomst en inclusie. Ik probeer dus ook de geloofsgemeenschappen en stichting Wijde Kerk – een initiatief van een groep lhbti+ christenen – te betrekken bij wat ik voor de lhbti+ gemeenschap doe. Daar hoort ook bij dat je in gesprek gaat met conservatieve SGP-stemmers–  ik probeer écht iedereen mee te krijgen. Wat mij betreft moet er snel meer aandacht komen voor dak- en thuisloze lhbti+ jongeren die door hun geloofsgemeenschap, van islamitische tot christelijke gemeenschappen, worden verstoten en uit huis worden gezet. De slachtoffers vormen een enorm kwetsbare groep en het is belangrijk om hen te helpen om bijvoorbeeld woonruimte te vinden, zodat ze bijvoorbeeld hun studie kunnen afmaken en hun leven kunnen opbouwen.

Debbie: Tijdens de laatste verkiezingen heeft de gemeente Leiden het Regenboog Stembusakkoord getekend en op hoofdlijnen beloofd zich in te zetten voor de lokale lhbti+ gemeenschap. Toch blijkt de realiteit weerbarstig; gemeenten zeggen vaker dat ze het lhbti+ beleid onderschrijven, maar weten vaak niet hoe ze er concreet mee aan de slag kunnen. Even gechargeerd, maar gemeenten hebben vaak zo’n houding van: Zolang het goed gaat, gaat het goed. Vaak wordt er pas ingegrepen wanneer er al problemen zijn. Er spelen inderdaad uitdagingen voor religieuze gemeenschappen in Zuid-Holland, maar ik zie ook vooruitgang. In de gemeente Katwijk, wat een streng christelijke gemeente is, is een actieve lhbti+ jongerengroep bezig om bijeenkomsten te organiseren voor lhbti+ jongeren. Ze doen het zoals ze dat zelf zeggen op hun eigen manier, op z’n Katwijks, door samen te werken van hun eigen gemeenschap in het dorp. En de gemeente faciliteert hen ook goed. Een andere uitdaging is om biculturele lhbti+ personen te bereiken en die te ondersteunen. Ik probeer daarom als lebische vrouw van kleur zichtbaar te zijn en me daarvoor in te zetten. Sommige gemarginaliseerde groepen binnen de lhbti+ gemeenschap zien organisaties als het COC echter als ‘de gevestigde orde’ en denken dat het heulen met de vijand is als je toenadering zoekt tot deze organisatie. Ik krijg dan ook regelmatig kritiek van bijvoorbeeld andere personen van kleur dat ik bij het ‘witte COC’ zit. Dat is lastig, maar ik probeer de verbinding op te blijven zoeken en mensen bij elkaar te brengen, we moeten het samen doen. Daarnaast moeten we de lhbti+ senioren niet vergeten. Als COC Leiden werken we samen met het landelijke project Later om lhbti+ thema’s bespreekbaar te maken in verzorgingstehuizen en meer voorlichting te geven aan zorgprofessionals. In 2023 volgt een groot symposium dat al een keer in de regio Drenthe is gehouden.

‘De mentaliteit van je mag er zijn zolang ik je maar niet zie, is geen oprechte acceptatie.’

Mieke: Vaak hoor ik van mensen: Iedereen mag zichzelf zijn zolang het maar niet ‘opgedrongen’ wordt. Daarmee bedoelen ze: Ik wil het niet zien. Maar ik vind dat iedereen honderd procent zichzelf moet kunnen zijn, daar hoeven ze geen toestemming voor te vragen. In Vlaardingen is heel zichtbaar zijn nog een stapje te ver. Een man hoeft hier bijvoorbeeld niet in rokje over straat te lopen of met een andere man te zoenen in het openbaar. Dat wordt door de meesten schokkend en provocerend gevonden. Aan de ene kant zie ik dat er steeds meer acceptatie in de samenleving voor lhbti+ personen, en aan de andere kant zie ik steeds meer verharding en agressie richting de lhbti+ gemeenschap. Mensen roepen nu vaker dat lhbti+ een ‘ideologie’ is die wordt opgedrongen en dat ‘het er steeds meer worden’. Ook leuzen als ‘een man mag geen man meer zijn’ komen steeds vaker voorbij. De mentaliteit van je mag er zijn zolang ik je maar niet zie, is geen oprechte acceptatie.

Debbie: Die tendens en de verharding in de samenleving herken ik ook. Ik ben me er erg bewust van dat ik in een ‘bubbel’ zit, ik trek voornamelijk op met mensen op die hetzelfde denken als ik. Als ik dan bij organisaties ben om bijvoorbeeld voorlichting of een training over diversiteit en inclusie te geven, word ik geconfronteerd met dat het feit dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is om kennis te hebben van seksuele- en genderdiversiteit. Laatst  was ik bij een bijeenkomst met mensen die verbonden zijn aan de sport. Een jonge vader riep dat hij ‘al die dragshows op prime-time tv maar propaganda vond’. Tegelijkertijd zie ik dat de meeste jongeren lhbti+ rechten wel een vanzelfsprekendheid vinden. Dus er is hoop.

Wat zijn jullie eigen ervaringen zijn als het gaat om jezelf kunnen zijn in jullie provincie?

Debbie: Ik ben in Amsterdam geboren maar in Leiden opgegroeid. Toen ik eenmaal uit de kast was ging ik naar het COC om gelijkgestemden te vinden, dat was in mijn tijd de plek waar je moest zijn. Zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat ik niet mezelf mocht zijn, en ik had zelf ook geen moeite met mijn homoseksualiteit. Al herken ik wel wat Mieke eerder zei: iedereen mag zichzelf zijn, maar als iemand zich niet gedraagt of eruit ziet als wat er binnen de heersende norm wordt verwacht, dan volgt al snel commentaar. Dat heeft mij nooit tegengehouden om mezelf te zijn. Het heeft me juist gemotiveerd om me persoonlijk in te zetten voor lhbti+ rechten, juist omdat ik weet hoe belangrijk het is.

Mieke: Ik ben dus zelf een hetero vrouw, maar door mijn kinderen en mijn werk ben ik goed op de hoogte van het lhbti+ klimaat in de provincie. Toen mijn zoon uit de kast kwam als trans werd daar eigenlijk vanuit de directe omgeving fantastisch op gereageerd, en ook op school werd het goed ontvangen en geaccepteerd. De meeste mensen waren via de media geïnformeerd over het onderwerp en begrepen het daardoor tot op zekere hoogte ook. Daar ben ik als moeder natuurlijk erg blij mee. Tegelijkertijd begrijpt nog niet iedereen precies hoe je met kinderen uit de lhbti+ gemeenschap moet omgaan en is het klimaat op scholen nog niet altijd veilig, dus er is nog wel werk aan de winkel.

‘Ik ben voorstander van initiatieven waar de lhbti+ gemeenschap concreet iets aan heeft.’

Zijn er voorbeelden van mooie initiatieven in Zuid-Holland die je graag zou willen benoemen. En waar andere provincies misschien iets van kunnen leren?

Debbie: Sinds eind vorig jaar doen doen zowel de gemeente Leiden als het COC Leiden in het kader Alliantie Gelijkspelen mee aan een project dat meer acceptatie voor lhbti+ personen in de sportwereld probeert te genereren. Voornamelijk in de voetbalwereld is het nog altijd lastig om voor je homoseksualiteit uit te komen en horen we nog regelmatig homofobe spreekkoren als ‘alle Duitsers zijn homo’. Dit project wordt geleid door de John Blankenstein Foundation, een stichting die zich inzet voor de sociale acceptatie van lhbti+ personen in de sportwereld. Voor dit project werken we samen met ervaringsdeskundigen uit de sportwereld zelf. Het loopt soms nog wat moeizaam, omdat niet elke sportvereniging iets wil doen of het belang van het project begrijpt. Maar mettertijd groeit het besef wel degelijk en komt er verandering. 

Mieke: Wanneer ik gastlessen gaf kreeg ik vaak van anderen terug dat het lastig is om informatie over lhbti+ beleid te vinden. Hierdoor kwam ik samen met anderen op het idee om een website te beginnen, namelijk Vlaardingen Regenboogstad, om een overzicht te maken van lhbti+ organisaties die er in de regio zijn. Ook hebben we op de site een statement geplaatst namens de gemeente Vlaardingen waarin wordt onderschreven dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn ongeacht seksuele voorkeur of genderidentiteit. Ik snap dat er snel wordt gedacht aan een regenboogpad, maar eigenlijk is zo’n website veel meer waard. Ik ben voorstander van initiatieven waar de lhbti+ gemeenschap concreet iets aan heeft. Wat mij opvalt is dat veel subsidiegelden automatisch naar geijkte subsidiepartners gaan, terwijl het beter zou zijn om te kijken waar in elke specifieke stad behoefte aan is, en wat de gemeenschap zelf wil. Ik denk dat we kritisch moeten blijven op hoe provincies regenbooggelden besteden en of de initiatieven het beoogde resultaat behalen. Samenwerking vind ik heel belangrijk. In mijn regio zitten we met meerdere lhbti+ organisaties in een Whatsapp-groep waar we informatie over en weer delen en samen proberen op te trekken. Dat is iets wat elke provincie zou moeten doen.

‘Hopelijk is elke gemeente in Zuid-Holland over tien jaar wel een Regenbooggemeente, dat moet toch wel lukken.’

Waar hopen jullie dat Zuid-Holland over tien jaar staat als het om lhbti+ emancipatie gaat?

Debbie: Dat de doelstellingen rondom lhbti+ beleid concreet worden gemaakt. Veel gemeenten hangen een regenboogvlag uit, maar dat is niet genoeg. Ik vind het belangrijk dat werkgevers en overheidsorganisaties daad bij woord voegen en concrete resultaten gaan boeken. Dan heb ik het over bijvoorbeeld het regelen van transitieverlof, verlof voor ouders van gelijk geslacht wanneer ze een kind adopteren en een hoop andere zaken die nog altijd niet geregeld zijn voor lhbti+ personen. Ik hoop dat we over tien jaar nog steeds regenbooggelden gaan blijven krijgen– want we zullen door moeten met onze strijd voor lhbti+ rechten.

Mieke: Als ik echt mag hopen en dromen dan hoop ik dat het op een dag ‘gewoon normaal’ is! Ik denk alleen niet dat we daar over tien jaar al zijn. Hopelijk is elke gemeente in Zuid-Holland over tien jaar wel een Regenbooggemeente, dat moet toch wel lukken. En nog iets: Hopelijk is ‘homo’ niet meer het meest gebruikte scheldwoord in de sport.