Flying Teams

Het doel van Flying Teams is lokale vrijwilligersorganisaties toegankelijker maken voor jongeren. Een Flying Team bestaat uit drie jongeren. Zij kijken kritisch naar de toegankelijkheid van vrijwilligersorganisaties voor jongeren en geven feedback op plannen om die te verbeteren.

Methodebeschrijving-Flying-Teams.pdf 476.1 KB

In evaluatieonderzoeken geven jongeren uit Flying Teams aan dat de training hen goed voorbereidt op hun rol. Vrijwilligersorganisaties hebben door de Flying Teams een beter beeld van de leefwereld van jongeren en van manieren om hun organisatie aantrekkelijker te maken voor jongeren. Er is geen effectonderzoek naar de methode bekend.

Doel

Het doel van Flying Teams is het ondersteunen en stimuleren van het actieve vermogen van vrijwilligersorganisaties om toegankelijker te worden voor jongeren. De drempel voor jongeren om zich vrijwillig in te zetten wordt zo verlaagd.

Doelgroep

De primaire doelgroep van de methode bestaat uit bestuurders van lokale vrijwilligersorganisaties of van lokale afdelingen van landelijke of regionale vrijwilligersorganisaties. De methode kent ook een intermediaire doelgroep: jonge vrijwilligers in de Flying Teams die optreden als mede-uitvoerders van de methode.

Aanpak

Flying Teams bezoeken lokale vrijwilligersorganisaties om hen te helpen de organisatie toegankelijker te maken voor jongeren. Ieder Flying Team bestaat uit drie jongeren. De jongeren worden vooraf getraind om deel te kunnen nemen aan een Flying Team. Eén of meer Flying Teams worden gevormd en ieder Flying Team bezoekt één of meer vrijwilligersorganisaties. Tijdens twee consultatiebijeenkomsten stelt het Flying Team de vrijwilligersorganisatie kritische vragen over de toegankelijkheid voor jongeren. Na het eerste bezoek krijgen de betrokken vrijwilligers van de vrijwilligersorganisatie de opdracht om een plan van aanpak te schrijven om aantrekkelijker te worden voor jongeren. Ook geven de jongeren een huiswerkopdracht mee, zoals het bekijken van een muziekzender of oude foto’s. In de tweede consultatiebijeenkomst bekijken de jongeren het plan van aanpak kritisch en geven zij de organisatie tips en adviezen.

Uitvoerende organisaties

De rol van organisator kan vervuld worden door een landelijke of regionale vrijwilligersorganisatie, een deelnemende lokale vrijwilligersorganisatie, een vrijwilligerscentrale of Stichting Alexander.

Ontwikkelaar

Stichting Alexander
Tarik Pehlivan
020 626 39 29
pehlivan@st-alexander.nl
www.st-alexander.nl
i.s.m.
Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk
algemeen@nov.nl
www.nov.nl

Onderzoek

Er zijn vier evaluatieonderzoeken gedaan naar de praktijkervaringen van de Flying Teams en de deelnemende vrijwilligersorganisaties (Haage, Verfaille, Vriens & Wiebing, 2001; Matthes, 1999; NOV & Stichting Alexander, 1999; Pehlivan, 2004). Hieruit blijkt dat de jongeren in de Flying Teams door de methode kennismaken met de cultuur en denkwijze van volwassenen in vrijwilligersorganisaties. De Flying Teams gaven aan goed voorbereid te zijn op hun rol door de training vooraf. De rolverdeling in het Flying Team kan echter zorgen voor een ongelijke verdeling van de hoeveelheid werk binnen het team. Vrijwilligersorganisaties geven op hun beurt aan zich verplaatst te hebben in de leefwereld van jongeren. Daardoor zijn ze zich bewust van de drempels en belemmeringen die jongeren ervaren om zich actief in te zetten voor hun organisatie. Daarnaast hebben ze inzicht in het imago van hun organisatie onder jongeren en manieren om jongeren te werven, zodat ze hun organisatie toegankelijker kunnen maken voor jongeren. De vrijwilligersorganisaties noemden vooral de ontmoeting met jongeren en de huiswerkopdracht als positieve elementen van de methode.

Samenvatting werkzame elementen

  • Vrijwilligersorganisaties toegankelijk maken voor jongeren door jongeren zelf feedback te laten geven; zij overbruggen hierdoor de afstand tussen jongeren en vrijwilligersorganisaties.
  • Door de intensieve ontmoeting van jonge en volwassen vrijwilligers leren ze elkaars leefwerelden en denkwijze kennen en worden vrijwilligersorganisaties zich bewust van de drempels die jongeren ervaren om actief te worden.
  • Jongeren zijn gelijkwaardige partners voor de vrijwilligersorganisatie.
  • De jongeren worden getraind en zijn daardoor goed voorbereid op hun rol.
  • Er wordt gewerkt aan de overlevingskracht van de vrijwilligersorganisatie door hen handvatten te geven om jongeren blijvend te mobiliseren.
  • De vrijwilligersorganisatie gaat concreet aan de slag met een plan van aanpak.