Begeleid werken - een individuele, vraaggerichte benadering

De methode Begeleid Werken richt zich op mensen met structurele functionele beperkingen van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard. Doel is om deze mensen op een duurzame manier te begeleiden naar en in betaald werk. Ze worden hierbij ondersteund door een jobcoach, die uitgaat van de vraag en mogelijkheden van het individu.

Methodebeschrijving-begeleid-werken.pdf 435.03 KB

Praktijkonderzoek laat zien dat Begeleid Werken in algemene zin veel wordt toegepast in Nederland. Zowel de belegeleidingstijd als de wijze van begeleiding is sterk afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemer. Aandachtspunten zijn onder meer de match tussen werk en deelnemer en de deskundigheid van de jobcoach. Er is nog geen effectonderzoek naar BW-IVB gedaan, maar monitor- en effectonderzoek naar verwante methoden geven een positief beeld van de effectiviteit.

Doel

Het primaire doel van de methode Begeleid Werken - een Individuele Vraaggerichte Benadering (BW-IVB) is duurzame arbeidsintegratie van mensen met structurele functionele beperkingen, die daardoor een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. De methode is erop gericht om deze mensen op een duurzame manier te begeleiden naar en in betaald werk. Betaald werk biedt mensen mogelijkheden om blijvend deel te nemen en bij te dragen aan het maatschappelijk leven, om de regie over het eigen leven te versterken, om hun potentieel te benutten en om zich optimaal te ontplooien.

Doelgroep

De doelgroep van BW-IVB bestaat uit mensen (cliënten) met structurele functionele beperkingen van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard, die zonder begeleiding de stap naar duurzaam betaald werk niet weten te maken.

Aanpak

Een jobcoach begeleidt en ondersteunt de cliënt op maat bij het ontdekken van hun kwaliteiten en interesses, het benutten van het eigen netwerk, het vinden van een passende werkplek, het ’on the job’ leren van vaardigheden en het scheppen van optimale werkvoorwaarden. Begeleid Werken bestaat uit een aantal vaste stappen: Assessment, Plaatsing, Coaching en Loopbaanbegeleiding. De wijze waarop invulling aan deze stappen wordt gegeven hangt af van de wensen, behoeften en mogelijkheden van de deelnemer in relatie tot (de mogelijkheden en randvoorwaarden in) de context en de sociale omgeving. Dat laatste is specifiek voor de individuele, vraaggerichte benadering van Begeleid Werken, die in deze methodebeschrijving centraal staat. Kenmerkend voor deze benadering is dat er veel nadruk wordt gelegd op de mens achter de cliënt (diens eigenheid, autonomie, intenties en motieven in relatie tot diens context en hulpbronnen) en op zelfontplooiing en zelfregie.

Uitvoerende organisaties

Begeleid Werken wordt uitgevoerd door professionals van organisaties die beantwoorden aan de erkenningscriteria van het UWV of de SW-bedrijven. Het gaat dan om re-integratiebedrijven, jobcoachorganisaties, sociale werkbedrijven en arbeidsdeskundigen.

Ontwikkelaar
Marianne Coenen-Hanegraaf en Ben Valkenburg
T 06 250 27 850
marianne.coenen@tele2.nl

Onderzoek

De methode BW-IVB is ontstaan uit en gebaseerd op exemplarisch handelingsonderzoek in zeven pilotprojecten (Coenen-Hanegraaf e.a., 1998; Coenen-Hanegraaf & Valkenburg, 2012). Wel zijn er twee onderzoeken verricht naar de ervaringen met Begeleid Werken in algemene zin: Aarts, Van Hout, Thijs & Visscher (2008) en Hoekstra, Sanders, Van den Heuvel, Post & Groothof (2004). Daaruit blijkt dat Begeleid Werken op brede schaal in Nederland wordt toegepast. In 2007 werkten ruim 11.000 mensen met een Begeleid Werken-regeling in betaald werk. Mensen met psychische en verstandelijke beperkingen vormen met elkaar circa driekwart van de deelnemers. Cliënten worden gemiddeld zeven uur per maand begeleid door een jobcoach; dat komt neer op nog geen 6% van de contracttijd (Aarts e.a., 2008). Zowel de begeleidingstijd als de wijze van begeleiding blijkt sterk afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen van de deelnemer (Hoekstra e.a., 2004).
Alle betrokkenen – deelnemers, werkgevers, jobcoaches en opdrachtgevers – vinden Begeleid Werken nuttig en noodzakelijk. Van alle groepen is meer dan 90% enigszins tot zeer tevreden over de aanpak. Tegelijkertijd zijn betrokkenen het er ook over eens dat verbetering mogelijk is op het vlak van deskundigheid van de jobcoach, de match tussen werk en cliënt, administratieve belasting van werkgevers en financiële prikkels voor cliënten (Aarts e.a., 2008).

Er is nog geen effectonderzoek naar Begeleid Werken uitgevoerd, niet in Nederland noch internationaal. Nederlands monitoronderzoek van Aarts e.a. (2008), dat zich richt zich op Begeleid Werken in algemene zin, maakt echter wel aannemelijk dat een grote groep mensen profiteert van Begeleid Werken. Van de circa 10.000 mensen die er jaarlijks gebruik van maken heeft bijna 60% drie tot vier jaar later nog steeds een betaalde baan, hoewel dit veelal een andere baan is dan aan het begin van het traject. Na twee jaar heeft nog maar 30% de eerste baan. Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit van Begeleid Werken kunnen worden afgeleid uit effectonderzoek naar Individual Placement and Support (IPS). IPS geldt namelijk als Begeleid Werken voor een specifieke doelgroep, te weten mensen met ernstige psychische problematiek. Een gerandomiseerde gecontroleerde studie met follow-up in Nederland (Van Busschbach, Michon, Van Vugt & Stant, 2011) maakt duidelijk dat IPS beduidend meer mensen met psychische problemen aan betaald werk helpt dan ’care as usual’ (44 tegen 25%). Voorts blijkt IPS een positieve invloed te hebben op de psychische gezondheid, zelfwaardering en kwaliteit van leven van mensen met psychische problematiek. Die laatste drie bijeffecten treden evenwel ook op bij andere vormen van arbeidsbegeleiding. De cijfers uit de internationale review van Bond, Drake & Becker (2008) zijn nog overtuigender: hieruit blijkt dat 61% van de IPS-deelnemers een reguliere baan vindt tegen 23% van de deelnemers die gebruik maken van andere vormen van arbeidsbegeleiding. Ook werken zij meer uren (44% werkt minimaal 20 uur tegen 14% bij de controlegroepen) en houden zij hun baan langer (22 versus 16 weken).

Samenvatting werkzame elementen

  • Aansluiten op de eigenheid, wensen, motieven, intenties, zelfopvattingen, leerstijlen, achtergrond, vaardigheden en kennis van het individu.
  • Een goede match tussen de cliënt als persoon en de werkplek voor wat betreft waarden, normen, betekenissen en hiërarchie, opdat iemands krachten en kwaliteiten optimaal tot bloei komen.
  • Focus op kracht en mogelijkheden van de cliënt in plaats van op diens problemen en beperkingen.
  • Oog voor sociale context van cliënt en (leren) gebruiken van het sociale netwerk.
  • Een individuele aanpak op maat, die aansluit bij de cliënt in relatie tot de context en sociale omgeving; duur, wijze en volgorde van stappen hierop afstemmen.
  • Regie zoveel mogelijk bij de cliënt; de jobcoach in de rol van procesbegeleider.
  • Training on the job: verwerving van vaardigheden en leren functioneren in de werksituatie vooral op de werkplek zelf.
  • Coaching op de werkplek: het leren functioneren en leren leren van de cliënt en diens omgeving (werkgever, collega’s) op de werkvloer.
  • Oog voor de drieledige klantrelatie van de professional met cliënt, opdrachtgever en werkgever; komen tot een juiste balans tussen ieders belangen en motieven.
  • Begeleiding zo lang als nodig en zo kort als mogelijk.