Koppelwerk

Het centrale doel van de methode Koppelwerk is het vergroten van sociale veiligheid in een achterstandswijk. Dit wordt gedaan door de sociale zelfredzaamheid van bewoners te stimuleren. Een wijkagent en een opbouwwerker zijn samen fysiek aanwezig in de wijk, waarbij ze bewoners stimuleren zelf problemen aan te pakken. Ook vormt het koppel een schakel tussen bewoners en instanties.

Methodebeschrijving-koppelwerk.pdf 217.28 KB

Praktijkervaringen van zowel professionals als bewoners laten zien dat zij over het algemeen tevreden zijn over de methode. Volgens de Koppelwerkers zijn bewoners actiever en is de criminaliteit in de wijk teruggedrongen. De bewoners geven aan het op prijs te stellen dat Koppelwerkers makkelijk benaderbaar zijn.

Doel

Het centrale doel van de methode Koppelwerk is het vergroten van de sociale veiligheid in de buurt door middel van sociale zelfredzaamheid.

Doelgroep

Koppelwerk wordt ingezet voor alle buurtbewoners in een zogeheten achterstandswijk. In deze wijken is sprake van één of meer van de volgende problemen: herstructurering, zware sociale problematiek, criminaliteit, sociale onrust, wantrouwen, moeilijke toegankelijkheid en soms openlijke vijandigheid in de richting van de overheid en vaak ook andere instituties.

Aanpak

Koppelwerk is het werk van een koppel, bestaande uit een wijkagent en een opbouwwerker en mogelijk later een wijkbeheerder (woningcorporatie). Met hun regelmatige aanwezigheid in achterstandswijken streven zij het vergroten van de leefbaarheid en veiligheid na. De manier van werken van de koppels berust op twee pijlers: ontsluiten en activeren. Een derde pijler, die later aan bod komt, is het schakelen tussen vraag en aanbod. De werkwijze om tot het ontsluiten, activeren en schakelen tussen vraag en aanbod te komen bestaat uit zes fasen. De eerste vier zijn uitvoeringsfasen: kwartier maken, activeren, toeleiden en nazorg. De vijfde fase is het agenderen van sociale kwesties en de zesde fase is de evaluatie. Koppelwerk combineert een top-down aanpak met een bottom-up aanpak. De koppels werken niet met vooraf gestelde inhoudelijke doelen. Zij reageren op datgene wat er leeft en speelt in de buurt. Ze sporen bewoners aan om zelf problemen aan te pakken en meer vertrouwen te hebben in eigen kunnen. Tegelijkertijd is er hulp van bovenaf doordat de koppels een schakel zijn tussen bewoners en instanties.

Uitvoerende organisaties

Koppelwerk is een samenwerking tussen de politie, het opbouwwerk (welzijnsinstelling), woningcorporaties en de gemeente.

Ontwikkelaar
Welzijnsonderneming Divers
Thom Riksen
073 - 612 44 88
t.riksen@divers.nl

Onderzoek

Naar aanleiding van verschillende pilotprojecten en evaluatiemomenten is een viertal publicaties verschenen (Meijer & Toenders, 1999; Hes, 2002; Horstink & Toenders, 2009; Van der Graaf e.a., 2006). Uit deze publicaties blijkt dat professionals tevreden zijn over het resultaat van de methode Koppelwerk. Dankzij het Koppelwerk zijn bewoners actiever en is de criminaliteit teruggedrongen. Er worden echter ook valkuilen genoemd. Zo lopen Koppelwerkers het gevaar te betrokken te raken, is de samenwerking met de achtervang niet altijd optimaal en is het werk moeilijk te begrenzen. Tot slot is de omgang met persoonlijke informatie (van bewoners) een lastig punt. Ook de bewoners zelf ervaren Koppelwerk positief. Zij stellen het op prijs dat de Koppelwerkers makkelijk benaderbaar zijn. Zij plaatsen echter ook kritische kanttekeningen, zoals de angst dat persoonlijke informatie wordt doorgespeeld naar instanties (Hes, 2002; Van der Graaf e.a., 2006).

Samenvatting werkzame elementen

  • Zichtbare aanwezigheid van de koppels: ‘er zijn’.
  • Opbouwen van een vertrouwensrelatie door de laagdrempeligheid: de koppels zijn makkelijk te benaderen.
  • Het ontsluiten van moeilijk toegankelijke buurten en wijken en huishoudens door de aanwezigheid van de koppels.
  • Het activeren van bewoners om zelf aan de slag te gaan met het oplossen van problemen.
  • Het schakelen tussen vraag en aanbod door het verbinden van instanties met bewoners.
  • Het verbeteren van de sociale veiligheid door middel van sociale zelfredzaamheid.
  • De combinatie van een top-down aanpak met een bottom-up aanpak.