Essay Inclusie en diversiteit. Wat, waarom en hoe?

Vraagstukken rondom diversiteit en inclusie staan op verschillende plekken bovenaan de agenda. Binnen organisaties, in het onderwijs, in beleid, in onderzoek en in de media wil - of misschien moet - iedereen ermee aan de slag. Toch is het niet altijd helder wat de betekenis is van diversiteit en inclusie en waar het over gaat als we deze begrippen bespreken.

Movisie-expert Ceronne Kastelein legt in het essay 'Inclusie en diversiteit. Wat, waarom en hoe?', de concepten diversiteit en inclusie en verwante termen uit aan de hand van literatuuronderzoek. 

Wat verstaat Movisie onder inclusie en diversiteit?

Kastelein: 'De definitie die Movisie hanteert voor inclusie is dat iedereen binnen de kaders van de rechtsstaat de vrijheid heeft en ervaart om naar behoefte en vermogen vorm te geven aan diens leven. Binnen een sociaal systeem waar: a) iedereen a priori onderdeel van is, b) dat iedereen mede kan vormgeven en c) waarin eenieder zich (h)erkend en geaccepteerd voelt als individu.' 

Het gaat erom dat inclusie zo veel mogelijk wordt nagestreefd, waardoor iedereen zowel bij zichzelf kan blijven als onderdeel kan zijn van het geheel.

'Dit benoemt dat iedereen per definitie onderdeel is van het sociale systeem waar het over gaat, dat iedereen actief onderdeel kan zijn van dat systeem zoals diegene dat wil. Daarnaast wordt ieders aanwezigheid en autonomie binnen dat systeem gerespecteerd en gewaardeerd. Vanzelfsprekend zijn zaken als uitsluiting en andere vormen van discriminatie en racisme afwezig.' 

Meer weten? Download het essay

Is het mogelijk om 100 procent inclusief te zijn?

'Het is onmogelijk om 100 procent inclusief te zijn. Dat zou betekenen dat er ruimte moet zijn voor mensen om altijd hun authentieke zelf te zijn. In sociale interacties lever je altijd iets van jezelf in, je past je aan. Het dichtst bij inclusie kom je, wanneer iedereen zich evenveel aanpast in die sociale situaties. Zoals Shore (2011) dat mooi beschrijft: 'Het gaat erom dat inclusie zo veel mogelijk wordt nagestreefd, waardoor iedereen zowel bij zichzelf kan blijven als persoon als onderdeel kan zijn van het geheel. Dat zowel de waardering van de eigenheid van een persoon als het gevoel van verbondenheid hoog is.'

Meer weten? Download het essay

Wat is de kritische noot? En hoe weerlegt de literatuur deze kritiek?

'In het debat over inclusie zijn verschillende kritiekpunten genoemd. Bijvoorbeeld dat het inhoudt dat er een soort overeenstemming moet zijn over een aantal basisnormen en dat dat onrecht zou doen aan de andersheid van mensen. Andere kritiek is bijvoorbeeld dat er met een inclusieve blik of werkwijze geen aandacht meer mag zijn voor onderlinge verschillen en dat noodzakelijke gesprekken en reflectie over die verschillen daardoor niet meer gevoerd worden.'  

'Maar dat blijkt allebei niet helemaal het geval te zijn. Inclusie gaat over diversiteit én gelijkwaardigheid. Wat zoveel betekent als dat er verschil is tussen mensen en dat die verschillen gewaardeerd worden. Inclusie gaat niet over gelijkheid of gelijkvormigheid. Waardering voor verschil kan alleen plaatsvinden als de verschillen worden erkend en het gesprek erover kan plaatsvinden.' 

Aanbevelingen

In het essay zijn een aantal aanbevelingen opgenomen om inclusiever te werk te gaan binnen organisaties, onderwijs, in beleid, onderzoek en de media (Repetur & Van Hinsberg, 2008). Kastelein licht deze toe:

  • Ga uit van een probleem of situatie, niet van een doelgroep:

'Bedenk op welke situatie je invloed wilt uitoefenen, in plaats van met welke ‘doelgroep’ je aan de slag wil. Op deze manier zijn stereotypering en stigmatiserende denkbeelden te voorkomen.' 

  • Betrek belanghebbenden zo vroeg mogelijk (in het kader van ‘niet over hen, maar met hen):

'Door belanghebbenden te betrekken in projecten of bij het schrijven van beleid, komen de perspectieven van de mensen waar het om gaat aan bod. Hiermee wordt de legitimiteit van een project of van beleid vergroot en is met meer zekerheid te zeggen dat mensen er daadwerkelijk iets aan hebben.' 

  • Voorkom generalisering en stereotypering:

‘Doelgroepen zijn lang niet meer zo homogeen als we ooit dachten. Door te blijven generaliseren en werken op basis van stereotypen gebeuren er vaak twee dingen. Schadelijke aannames over mensen worden herhaald en daardoor verder verspreid. Dat zorgt er vervolgens voor dat het project of beleid mislukt, omdat de groep mensen die je wilt bereiken veel diverser is dan de generalisatie of het stereotype beeld dat is gebruikt bij in de ontwikkelfase van een project of beleid.' 

  • Pas op voor te simpele oorzaak-gevolgrelaties; heb oog voor nuance, differentiatie en eventuele complexiteit van vraagstukken:

'Aannames van te simpele oorzaak-gevolgrelaties brengen het risico met zich mee dat er niet direct invloed wordt uitgeoefend op de situatie. Zo kan het zijn dat er wordt gewerkt aan symptoombestrijding, of dat het maar een deel van het probleem oplost. Soms worden op basis van stereotypen en generalisering oorzaak-gevolgrelaties gebruikt. Deze zijn vaak te kort door de bocht. Door hier bewust mee om te gaan, de juiste mensen te betrekken en samen te reflecteren, komt er meer ruimte voor nuance, differentiatie en complexiteit van de vraagstukken.' 

Download de volledige publicatie