De gemeentelijke aanpak van discriminatie anno 2022: wat is de stand van het land?
In de aanpak van discriminatie hebben gemeenten een belangrijke rol. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat inwoners die discriminatie ervaren dit kunnen melden bij een onafhankelijke antidiscriminatievoorziening (ADV). Daarnaast hebben gemeenten een belangrijke taak in het voorkomen en aanpakken van discriminatie. Volgens de visie van het ministerie van Binnenlandse Zaken moet idealiter elke gemeente in Nederland een lokaal antidiscriminatiebeleid hebben. In 2017 bleek echter dat dit lang niet altijd het geval is. Hoe staat het ervoor in 2022 met antidiscriminatiebeleid? Onderzoekers van Movisie en Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) zochten het uit en benoemen in dit artikel een aantal opvallende resultaten.
Meer dan een derde van alle gemeenten heeft een antidiscriminatiebeleid in 2022 (35 procent). Dit percentage ligt maar iets hoger dan in 2017 (33 procent) (zie hier het onderzoeksrapport uit 2017). In 2022 heeft dus 65% van de gemeenten nog geen antidiscriminatiebeleid. Redenen die gemeenten noemen zijn onder meer een gebrek aan capaciteit en de gedachte dat het niet nodig is om discriminatie tegen te gaan. Onderzoeker René Broekroelofs: ‘Dat gemeenten denken dat antidiscriminatiebeleid niet nodig is, is opvallend. We weten uit diverse onderzoeken dat er in Nederland veel wordt gediscrimineerd. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en in de sport.’
Reactie Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, Rabin S. Baldewsingh:
Goed dat de minister van Binnenlandse Zaken gemeenten aanspoort om lokaal discriminatiebeleid te voeren. Minister Hanke Bruins Slot heeft alle gemeenten een brief gestuurd met een aansporing en met handreikingen om het lokale antidiscriminatiebeleid te versterken. De maatregelen zijn hard nodig. Uit dit onderzoek van Movisie en KIS blijkt immers dat slechts 35% van de gemeenten nu expliciet een antidiscriminatiebeleid heeft. Dat percentage moet naar 100%. Binnen elk college van burgemeester en wethouders moet er een aparte portefeuillehouder antidiscriminatie zijn.
Hoop om meer antidiscriminatiebeleid
De onderzoekers hadden gehoopt dat het percentage gemeenten dat een antidiscriminatiebeleid heeft, in 2022 flink hoger zou liggen. Onderzoeker Hanneke Felten: ‘Er zijn natuurlijk wel meer gemeenten die ook ander beleid voeren dat raakvlakken heeft met antidiscriminatie, zoals diversiteitsbeleid of emancipatiebeleid. Dat zien we ook in dit onderzoek terug. We hadden toch gehoopt dat meer gemeenten in 2022 een duidelijk en doordacht plan zouden hebben om discriminatie tegen te gaan. Dat blijkt helaas niet te het geval.’
Veel beleid nog in ontwikkeling
Een lichtpuntje is dat veel gemeenten (33 procent van de gemeenten) aangeven dat ze bezig zijn met de ontwikkeling van een lokaal antidiscriminatiebeleid. Ter vergelijking: in 2017 was dit slechts 13 procent. Mogelijk dat het percentage gemeenten dat een lokaal antidiscriminatiebeleid heeft volgend jaar dus hoger ligt. Vooral in de grote steden is het beleid nog in ontwikkeling. Felten: 'We horen in adviesgesprekken met gemeenten dat veel gemeenten door de Black Lives Matter beweging het thema discriminatie op het netvlies staat en dat ze daarom nu bezig zijn met een beleid op poten te zetten. Mogelijk zijn dus lang niet alle gemeenten zover dat ze het beleid al klaar hebben.'
Discriminatie op grond van beperking (validisme) krijgt nog weinig aandacht
Discriminatie kan op meerdere gronden en manieren plaatsvinden. In gemeentelijk beleid valt op dat discriminatie op grond van afkomst en discriminatie op grond van seksuele voorkeur en genderidentiteit de meeste prioriteit krijgen. De beperkte aandacht voor validisme is opvallend, want het thema ‘toegankelijkheid’ wordt door de gemeenten genoemd als prioriteit. Een verklaring kan zijn dat de aanpak van validisme is versmald tot enkel het inzetten op toegankelijkheid. Dit kan betekenen dat er in het beleid wel aandacht is voor de positie van mensen met een beperking, maar nog geen aandacht voor het verminderen van discriminatie ten aanzien van deze groep. Daarnaast is het opvallend omdat validisme in 2017 relatief vaak de aandacht kreeg in lokaal beleid, in vergelijking met andere vormen van discriminatie. Onderzoeker Hanneke Felten: ‘Discriminatie op grond van beperking komt helaas heel veel voor. Het gaat om beperkte toegankelijkheid, zoals niet naar binnen kunnen bij een gebouw of geen gebruik kunnen maken van bepaalde diensten. Ook zien we ongelijke behandeling in de vorm van negatieve bejegening en soms geweld tegen mensen op grond van beperking. Mogelijk zijn deze vormen van validisme nog onvoldoende in het vizier van gemeenten.’
Geld en capaciteit nodig
De meest voorkomende reden dat gemeenten geen lokaal antidiscriminatiebeleid voeren is dat er geen capaciteit is voor de uitvoering. Ook bij de gemeenten die wel een antidiscriminatiebeleid hebben, geeft 23 procent aan behoefte te hebben aan extra fte en uren. Behoefte aan meer financiën, meer fte en meer tijd komt in het hele onderzoek op verschillende plekken terug. Felten: ‘Ik vermoed dat budget echt een verschil kan maken. Ter vergelijking: zo’n vijftien jaar geleden was het moeilijk om gemeenten warm te krijgen voor lokaal beleid gericht op lhbti-emancipatie. Toen daar budget voor kwam vanuit de landelijke overheid, inclusief ondersteuning voor de vormgeving van het beleid, is dat sterk veranderd. Nu is lokaal lhbti-beleid ‘booming’: kijk bijvoorbeeld maar naar het drukbezochte Regenboogsteden congres.’
Meestal tevreden over ADV maar kan beter
Antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) moeten de wettelijke verplichting, dat iedere persoon die gediscrimineerd is dit kan melden en bijstand wordt verleend, uitvoeren. De manier waarop een gemeente de ADV organiseert mag zij zelf bepalen. De meeste gemeenten hebben ervoor gekozen om dit regionaal te organiseren. Opvallend is dat 6 procent (8 gemeenten) aangeeft helemaal geen ADV te hebben terwijl dit wettelijke verplicht is.
De gemeenten met een ADV zijn het meest tevreden met de wettelijke taken die de ADV uitvoert; zo zijn ze in het algemeen tevreden over de medewerkers die de klachten opnemen. Het meest ontevreden zijn gemeenten over de vindbaarheid en de positionering van de ADV’s. Broekroelofs: ‘Dat de ADV’s meer zichtbaar en nog beter vindbaar moeten zijn, is ook aangekaart door de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme en door de minister van Binnenlandse Zaken. Dit is al verbeterd door de lancering van de website discriminatie.nl, waarop alle ADV’s te vinden. Maar er is meer nodig.’
Niet altijd zicht op de ADV
Bij verschillende vragen wordt door gemeenten aangegeven dat ze naar eigen zeggen weinig zicht hebben op de ADV. Bijvoorbeeld de deskundigheid en het handelen van de klachtbehandelaren, vinden zij lastig in te schatten. Broekroelofs: ‘Het lijkt erop dat er weinig monitoring of evaluatieonderzoek is ten aanzien van het functioneren van ADV’s. Tevredenheidsonderzoek van mensen die gemeld hebben bij een ADV wordt meestal niet gedaan. Voor een gemeente is het dan slechts gissen hoe de ADV functioneert.’
Preventie
62 procent van de gemeenten die een lokaal antidiscriminatiebeleid hebben (wat ongeveer een derde van de gemeenten is) besteedt aandacht aan de preventie van discriminatie. Preventie wordt dus veelal belangrijk gevonden, ook al is dat voor gemeenten (nog) geen wettelijke verplichting. Maar gemeenten zijn niet altijd tevreden over die preventieactiviteiten. Slechts 36 procent is hier tevreden mee. Broekroelofs: ‘We zien in veel grotere gemeenten dat ADV’s een stevig preventieaanbod hebben ontwikkeld, dat is nog lang niet het geval in alle gemeenten. Als er wel een stevig aanbod ligt, dan betekent dit niet dat het aanbod daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. De ‘afnemer’, zoals een school of een bedrijf, moet hier ook warm voor lopen. Uit eerder onderzoek van KIS naar antidiscriminatie-lessen in het basisonderwijs blijkt echter dat het lastig kan zijn om scholen geïnteresseerd te krijgen in preventie van discriminatie.’
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid?
Door een groot deel van de gemeenten die geen lokaal antidiscriminatiebeleid voeren, worden de landelijke overheid en de samenleving verantwoordelijk gezien voor de aanpak van discriminatie (86 procent). Tegenover 78 procent van de gemeenten die wel een lokaal antidiscriminatiebeleid hebben. Felten: ‘Misschien is er onduidelijkheid over waar welke verantwoordelijkheid ligt. Zo is preventie geen wettelijke verplichting van de lokale overheid, maar is het wel logisch om hier lokaal vorm aan te geven. Omdat je dan het kan afstemmen op wat er lokaal speelt.’
Behoefte aan uitwisseling met andere gemeenten
De meeste gemeenten hebben behoefte aan ondersteuning bij het ontwikkelen en vormgeven van lokaal antidiscriminatiebeleid. Er is onder andere behoefte aan kennisuitwisseling met andere gemeenten en goede voorbeelden. Ook is er expliciet gevraagd of er behoefte is aan een lokaal kennispunt voor gemeenten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken, Kennisplatform Inclusief Samenleven en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid denken hier samen over na. Een duidelijke meerderheid (82 procent) van de gemeenten heeft hier behoefte. Gemeenten geven aan dat zij graag goede voorbeelden, relevante handreikingen en webinars willen vinden. Een kleiner deel van de gemeenten (40 procent) wil daarnaast advies op maat. Dit geldt in het bijzonder voor gemeenten die nog geen beleid hebben. Broekroelofs: ‘We geven vanuit KIS advies aan gemeenten en merken inderdaad dat gemeenten die nog geen beleid hebben het moeilijk vinden om te beginnen. Goede voorbeelden kunnen daarbij helpen. Ook gemeenten die al een tijd bezig zijn hebben behoefte aan ondersteuning, bijvoorbeeld omdat ze steviger willen inzetten op preventie.’
Wat is een goed antidiscriminatiebeleid?
'Een goed antidiscriminatiebeleid is een duidelijk plan over hoe je discriminatie aanpakt: wat je doet als gemeente om het te voorkomen maar ook over hoe je de slachtoffers bijstaat en helpt. In zo’n plan staat dus onder meer de rol van de antidiscriminatievoorziening beschreven en staat een duidelijke visie op discriminatie' zegt Hanneke Felten van Movisie en KIS. Een goed voorbeeld is volgens haar de antidiscriminatie agenda van de gemeente Utrecht.
Meer weten? Zie deze handreiking.