Onderzoek naar de ervaren baat van GSA’s onder leerlingen op het vmbo
Op het vmbo voelen veel lesbische- , homo-, bi- transgender-, intersekse en queer scholieren zich niet helemaal veilig: uitsluiting, pesten en zelfs geweld komen nog steeds voor. Maar meedoen aan een GSA (Gender en Sexuality Alliance) kan de situatie van deze jongeren sterk verbeteren, zo blijkt uit dit onderzoek van Movisie en de Universiteit van Amsterdam.
Een GSA is een netwerk van leerlingen – homo, hetero, transgender en nog meer - die samen actie voeren voor een beter klimaat ten aanzien van seksuele- en genderdiversiteit. De lhbti+ jongeren in zo’n GSA ervaren dat ze door een GSA steun krijgen van andere leerlingen. Daardoor groeit hun zelfvertrouwen en weten ze beter wie ze zijn. Ook ontstaan er nieuwe vriendschappen. En dat is belangrijk: want uit de kast komen op school, betekent nog vaak het verlies van vrienden.
'Zonder GSA zou ik een andere schooltijd hebben beleefd'
Marcel van Engelen ging voor Movisie op bezoek bij een middelbare school in Horn. Lees ons artikel hierover.
Het onderzoek 'Samen sterk met een GSA' had een kwalitatieve insteek: de ervaringen van de jongeren zelf staan centraal. Met 25 jongeren zijn diepte-interviews gedaan en vier focusgroepen met jongeren zijn georganiseerd. Daarbij stond steeds de vraag voorop: wat hebben de jongeren zelf aan de GSA’s gehad? Uit buitenlands kwantitatief onderzoek is al bekend dat lhbti+ leerlingen op scholen met GSA’s gezonder zijn en beter in hun vel zitten dan lhbti+ leerlingen op scholen zonder GSA’s. De GSA is in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut opgenomen als een interventie die goed wetenschappelijk onderbouwd is.
In een GSA kunnen lhbti+ jongeren zichzelf zijn
Zorg + Welzijn interviewde Afiah Vijlbrief over het onderzoek: ‘De situatie van lhbti+ jongeren op scholen is nog verre van perfect. GSA’s kunnen echt helpen hier verandering in te brengen.’
Lees het interview
Het onderzoek naar GSA's is gefinancierd door het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit (FWOS) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).