Samenwerken met informele zorg: 5 condities voor succesvolle samenwerking
Een goede samenwerking draagt bij aan een betere mantelzorgondersteuning. Kaats & Opheij beschrijven vijf condities voor een succesvolle samenwerking.
Tips van Ben Hammer om samenwerking echt van de grond te krijgen
Om mantelzorgers goed te kunnen ondersteunen, is ook een betere samenwerking nodig tussen verschillende organisaties in zorg en welzijn. Die zijn immers vaak allemaal bij cliënten en hun mantelzorgers betrokken. Die samenwerking is soms best een uitdaging. Tijdens de inspiratiesessie ‘Verder in samenwerking’, georganiseerd door In voor mantelzorg-thuis, gaf Ben Hammer (adviseur bij Common Eye) een toelichting op de condities van Kaats & Opheij.
1. Ambitie
‘Wat willen we bereiken? En willen we echt allemaal hetzelfde? Bij het formuleren van een gezamenlijke ambitie is het belangrijk om goed door te vragen. De cliënt centraal stellen, is te vaag. Welk vraagstuk wil je echt oplossen? Ook een valkuil: het op elkaar stapelen van verschillende ambities. Het moet juist één gezamenlijke ambitie zijn. Zoek daarom met elkaar naar wat je wilt bereiken en waar je echt voor wilt gaan.’
2. Belangen
‘In de samenwerking met mantelzorgers heeft iedereen altijd de focus op de cliënt in de thuissituatie. Hoe zorgen we ervoor dat die het goed heeft? Daarmee lijkt het of we een gedeeld belang hebben, maar we vergeten dat organisaties ook iets ‘halen’ bij de cliënt. En dat kan voor elke organisatie iets anders zijn. De thuiszorgorganisatie moet voldoen aan productienormen, de vrijwilliger haalt voldoening uit de zorg en de welzijnsorganisatie heeft weer andere belangen . Wil je goed samenwerken? Dan is inzicht in en oog voor wat iemand komt halen een must.’
3. Relatie
‘Je kunt alleen goed samenwerken als je elkaar goed kent en elkaars taal spreekt. Wat bedoelt de ander? Vaak ontstaat spraakverwarring: je bedoelt hetzelfde maar zegt het anders of zegt hetzelfde, maar noemt het anders. Goed samenwerken tussen professionals vraagt dan ook om ruimte om elkaar te leren kennen en vertrouwen te winnen.’
4. Organisatie
‘Bij een goede samenwerking is niemand de baas. Dat betekent dat je de samenwerking goed moet organiseren. Spreek af hoe je besluiten neemt. En maak in ieder geval basale afspraken met elkaar. In het geval van mantelzorgers werken verschillende organisaties vaak in een wijk of buurt en kan het handig zijn om casuïstiek met elkaar te bespreken. Kun je hiervoor bijvoorbeeld een locatie en een bepaald moment afspreken? Realiseer je dat je van elkaar afhankelijk bent om het goed te doen.’
5. Proces
Tot slot is aandacht voor het proces belangrijk. Hoe doen we wat we doen? Zijn we op de goede weg? Maak afspraken over monitoring. Zo kun je tijdig bijsturen als het niet goed loopt. Als je bij samenwerkingsverbanden met deze 5 aspecten rekening houdt en het zo meer procesmatig insteekt, is het echt succesvoller. We willen het beste voor de cliënt alleen is niet voldoende.’