Verkenning: Zicht op zinvolle daginvulling

Dagbesteding voor mensen in een kwetsbare positie in Nederland

Gemeenten willen zich richten op meer ontwikkelingsgerichte dagbesteding waarbij de persoonlijke ontwikkeling van deelnemers meer aandacht krijgt. Uitdagingen rondom dagbesteding zijn onder andere stigma, toegankelijkheid en financiering. Dit blijkt uit een verkenning naar Wmo-dagbesteding door Movisie en Significant in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Met deze verkenning brengen we de stand van zaken én de ontwikkelingen binnen het veld van dagbesteding in beeld. Dat doen we vanuit de invalshoeken van gemeenten, aanbieders en deelnemers. Deze verkenning verscherpt het beeld op het veld en de knelpunten en kansen die er zijn. Daaruit volgt een aantal beleidsimplicaties voor het ministerie van VWS, gemeenten, aanbieders en relevante andere partijen.

Omschrijvingen en functies van dagbesteding

We voerden een desksearch, een landelijke enquête onder gemeenten en een verdiepende kwalitatieve studie uit. De desksearch leert dat er vele omschrijvingen van het begrip dagbesteding zijn, en dat het voor deelnemers vele functies kent; van ontmoeting en ergens buitenshuis kunnen zijn en wat bezigheden hebben, tot begeleid worden bij persoonlijke ontwikkeling en/of het zetten van stappen naar andere vormen van werk zoals betaald werk. De gemeenschappelijke noemers zijn:

  1. Het gaat om voor de deelnemers betekenisvolle activiteiten waaraan zij zingeving kunnen ontlenen.
  2. Het biedt de deelnemers sociale contacten, structuur en veiligheid en helpt om zelfstandigheid te vergroten.
  3. De activiteiten zijn gericht op herstel, behoud of ontwikkeling van vaardigheden.

Volgens de deelnemers zijn de functies van dagbesteding onder andere structuur geven aan de dag, een laagdrempelige plek bieden voor activiteiten, ontmoeting met anderen mogelijk maken en eventueel stappen (helpen) zetten naar andere vormen van werk. De deelnemers vinden de volgende kwaliteitsaspecten belangrijk: een veilige omgeving met weinig stress of opgelegde druk en een aanbieder of individuele begeleider die aandacht heeft voor de persoonlijke ontwikkelingsbehoeften. Ze noemen ook dat er toegang moet zijn tot deskundige begeleiding.

Deelnamecijfers

Er is geen cijfermatig totaalbeeld te geven van dagbesteding in Nederland. Op basis van gegevens van 80 procent van de gemeenten over de eerste helft van 2023, valt wel af te leiden dat ongeveer 64.000 mensen gebruik maken van Wmo-maatwerkvoorziening geïndiceerde dagbesteding (individuele Wmo-indicatie). Dat is een daling van 29.000 ten opzichte van de 93.000 uit 2018. Dit betekent echter niet per se dat er een afname is van het gebruik van dagbesteding binnen het kader van de Wmo. Uit het verdiepende deel van deze verkenning komt namelijk naar voren dat gemeenten naast de genoemde individuele Wmo-indicatie in toenemende mate dagbesteding bieden in de vorm van ‘Algemene voorziening’. Hierdoor hebben de betreffende organisaties meer ruimte om dagbesteding in te vullen op grond van behoeften van deelnemers. Deelnamecijfers van deze vorm worden echter niet op zo’n manier bijgehouden dat er een landelijke schatting te maken valt.

Ontwikkelingen

Uit de verdiepende studie, deels bevestigd vanuit de desksearch en enquête onder gemeenten, komt een aantal ontwikkelingen naar voren. Zoals de ontwikkeling dat gemeenten meer ontwikkelingsgerichte dagbesteding ambiëren waarbij de persoonlijke ontwikkeling van deelnemers (meer) aandacht krijgt. Daarnaast werken gemeenten toe naar een integraler aanbod van maatschappelijke voorzieningen. De inzet is om zoveel mogelijk gebruik te maken van algemene voorzieningen zoals die in de sociale basis te vinden zijn (het zogenaamde voorveld). Begeleiding bij dagbesteding kan dan (makkelijker) afgestemd worden met ondersteuning op andere leefgebieden. Denk aan een combinatie van dagbesteding en begeleid wonen. Ook is er een toename van het groepsaanbod en afname van individuele begeleiding te zien.

Uitdagingen

Uit de verdiepende studie en de enquête onder gemeenten komt ook een aantal uitdagingen naar voren. Zoals stigma. Met name geïnterviewde deelnemers wijzen hierop. Ze doelen daarbij niet alleen op vooroordelen ten aanzien van henzelf als individu, maar ook op stigma’s in de samenleving ten aanzien van werk en activiteiten die onder de vlag ‘dagbesteding’ worden geboden. Tegelijkertijd onderschatten beleidsmakers het belang dat dagbesteding voor de deelnemers heeft, volgens de geïnterviewde deelnemers. Ook toegankelijkheid wordt als een uitdaging genoemd. Met name geïnterviewde deelnemers wijzen op de nadelen die kleven aan een al te specifiek doelgroepenbeleid van (sommige) aanbieders. Maar andere geïnterviewden wijzen juist op het ontbreken van voldoende passend aanbod voor specifieke groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond of mensen in de leeftijdscategorie 30 tot 60 jaar.

Implicaties voor beleid

De landelijke trend is dat gemeenten steeds meer ruimte bieden voor een integraal en diverser aanbod van dagbesteding, en via inkoop stimuleren zij meer samenwerking tussen verschillende aanbieders. Daarnaast zien we de beweging om dagbesteding vaker aan te bieden via algemene voorzieningen. Beide ontwikkelingen sluiten aan bij de bredere visie om mogelijkheden voor een zinvolle daginvulling en ondersteuning rondom de inwoner en diens behoeften te organiseren. Om deze ontwikkelingen te versterken, benoemen we vijf implicaties voor beleid voor het ministerie van VWS en andere relevante partijen.

  1. Focus op doorontwikkeling, innovatie en leren. Hiervoor is financiële continuïteit essentieel.
  2. Draag het belang uit van een zinvolle daginvulling en het brede scala aan mogelijkheden.
  3. Help stigma rondom dagbesteding mee terugdringen. Het proces van emancipatie is nog in volle gang.
  4. Zet in op inspraak en meedenken van gebruikers over een breed en divers aanbod. Geef meer bekendheid aan dat brede aanbod.
  5. Oriënteer samen met relevante partijen op de mogelijkheden om beter zicht te krijgen op het veld van zinvolle daginvulling. Werk op basis daarvan een passende vorm van monitoring uit.