Vooroordelen verminderen over mensen met een lichamelijke beperking: 5 tips uit de wetenschap

Mensen met een lichamelijke beperking krijgen op tal van manieren te maken met vooroordelen, stereotiepe beelden, stigmatisering en discriminatie. Dit is een vorm van ‘validisme’. Maar wat werkt nu in het tegengaan van validisme? Onderzoekers van Movisie bekeken meer dan 100 wetenschappelijke studies en geven op basis daarvan vijf tips aan iedereen die bijvoorbeeld op scholen, in buurten of in bedrijven validisme wil tegengaan.

Tip 1: Luister naar de ervaringen van mensen met een lichamelijke beperking

Idealiter ontstaan ontmoeting en contact tussen mensen zonder en met beperking in een natuurlijke context: bijvoorbeeld doordat kinderen met en zonder beperking met elkaar op school zitten of doordat in een bedrijf zowel mensen met als zonder beperking werken. Maar wanneer dat niet het geval is, en je op een school of bedrijf wel de vooroordelen wil verminderen ten aanzien van mensen met een lichamelijke beperking, dan is de tip om niet zo zeer over deze groep mensen te praten maar mét. Je kunt dan denken aan een spreker die kan vertellen aan bijvoorbeeld leerlingen of een groep medewerkers hoe het is om een beperking te hebben en welke obstakels daarbij komen kijken in de praktijk.

Direct naar het volledige rapport

Als je zorgt voor een ontspannen sfeer waarin deze ontmoeting plaatsvindt, kan dat een belangrijke manier zijn om vooroordelen te verminderen. Cruciaal hierbij is volgens de wetenschappelijke literatuur dat er minder angst ontstaat door het contact. Die angst blijkt namelijk vaak te bestaan en een grote rol te spelen in de vooroordelen die leven ten aanzien van mensen met een lichamelijke beperking. Door een positieve ontmoeting wordt die angst vaak minder. Empathie – het meevoelen met een ander – wordt vaak juist groter door contact, en samen met de vermindering van angst zorgt dit voor minder vooroordelen onder mensen die zelf geen lichamelijke beperking hebben.

Met de term ‘lichamelijke beperking’ wordt verwezen naar een motorische beperking en naar zintuigelijke beperkingen, zoals een auditieve of visuele beperking.

Tip 2: Ontmoeting via media

Iemand leren kennen (ofwel iemand ontmoeten) kan ook via de media. Door het kijken van bijvoorbeeld een tv-serie kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze een karakter uit die serie echt leren kennen. Mensen zonder beperking kunnen op deze manier vertrouwd worden met mensen met een lichamelijke beperking en dit kan vooroordelen ten aanzien van mensen met een lichamelijke beperking verminderden. Zo ver nu bekend is uit de wetenschappelijke literatuur, werkt dit echter alleen wanneer je langdurig naar een bepaalde tv-serie kijkt; eenmalig positieve beelden van mensen met een lichamelijke beperking lijken veel minder impact te hebben.

Ook is cruciaal dat de beelden niet gericht zijn op het opwekken van medelijden; dat werkt alleen maar averechts. Het meeste effect wordt bereikt als de beperking van het personage niet centraal staat, maar net als andere eigenschappen gewoon bij het personage hoort – net als in het echte leven van mensen met een beperking.  

Een echte nabootsing is niet mogelijk; het legt de nadruk op wat de persoon met een lichamelijke beperking niet kan en niet op wat deze persoon wél kan

Tip 3: Géén simulaties zoals met een blinddoek op door het gebouw

Regelmatig proberen goedbedoelde simulaties de ervaring van mensen met een beperking na te bootsen. Bijvoorbeeld door mensen (die kunnen zien) een blinddoek om te doen, zodat zij zogenaamd ervaren hoe het is om blind te zijn. Of door mensen die kunnen lopen in een rolstoel door een stad te laten gaan. Uit de wetenschappelijke literatuur komt naar voren dat dit vaak geen vooroordelen vermindert: alhoewel het wel de empathie kan vergroten, heeft het dermate veel negatieve ongewenste effecten, dat het eindresultaat vaak niet positief is. Dit komt waarschijnlijk doordat mensen die kunnen zien en een blinddoek opdoen en zo gaan rondlopen dit vaak ervaren als ‘heel erg heftig’. De afstand ten aanzien van mensen die blind zijn, neemt dan juist toe in plaats van dat deze afneemt.

Mensen met een lichamelijke beperking worden naar aanleiding van zo’n oefening door werkgevers ook gezien als minder capabel. Een echte nabootsing is dus niet mogelijk; het legt de nadruk op wat de persoon met een lichamelijke beperking niet kan en niet op wat deze persoon wél kan.

Validisme is er in verschillende vormen; ten aanzien van mensen met een lichamelijke beperking, maar ook van mensen met een verstandelijke beperking én van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Hoe je validisme vermindert ten aanzien van mensen met een psychische kwetsbaarheid onderzocht Movisie al eerder.

Tip 4: Denkbeeldig contact onder kinderen en verhaaltjes voorlezen

Kinderen blijken al op jonge leeftijd vooroordelen te hebben over mensen met een lichamelijke beperking. Echter, hier kan wat aan gedaan worden. Wat het beste werkt bij kinderen, net als bij volwassenen, is om in het echte leven kinderen met een lichamelijke beperking te leren kennen en idealiter een vriendschap te sluiten. Maar mocht er weinig contact zijn, dan is het een optie om bij kinderen denkbeeldig contact te stimuleren. Dat betekent dat kinderen een opdracht krijgen waarin zij zich voorstellen dat zij spelen met een kind met een lichamelijke beperking. Als de kinderen nog niet kunnen schrijven, dan maken zij daar bijvoorbeeld een tekening over. Als ze al wel kunnen schrijven, dan schrijven zij op hoe de ontmoeting verloopt en hoe ze samen hebben gespeeld.

Deze korte oefening is verschillende malen onderzocht en de onderzoeken tonen aan dat dit al in enige mate vooroordelen onder kinderen vermindert. Een andere vrij simpele oplossing is het voorlezen van verhaaltjes over kinderen met een lichamelijke beperking en kinderen zonder beperking die samen vriendjes zijn. Ook hierbij zien we positieve resultaten uit onderzoeken: deze verhaaltjes geven als het ware het goede voorbeeld en laten zien aan kinderen dat vriendjes zijn met een kind met een lichamelijke beperking de normaalste zaak van de wereld is. In de lijn der verwachtingen ligt dat inclusief speelgoed (denk aan een Barbie in een rolstoel) ook een positief effect kan hebben om dezelfde reden, maar dat is nog niet onderzocht.  

Sociale normen moeten idealiter worden omgezet naar beleid binnen organisaties om te zorgen voor een duidelijk effect

Tip 5: Stel duidelijke sociale normen

Een sociale norm is wat mensen denken dat anderen denken; wat zij denken dat normaal is, ofwel ‘hoe het hoort’. Bij verschillende vormen van discriminatie is duidelijk dat sociale normen sterk van invloed zijn; wanneer mensen denken dat een bepaalde vorm van discriminatie niet oké wordt gevonden in hun omgeving dan discrimineren ze minder. Als ze denken dat het wel oké wordt gevonden, dan discrimineren ze meer. Bij validisme lijkt dit ook zo te werken: zo dachten mensen na de presidentsverkiezing van Trump (die een persoon met een lichamelijke beperking in zijn campagne belachelijk maakte) dat vooroordelen ten aanzien van lichamelijke beperkingen veel normaler waren geworden.

Andere studies laten zien dat sociale normen in bedrijven van invloed zijn op de intentie om iemand met een lichamelijke beperking aan te nemen. Duidelijke sociale normen binnen bedrijven die stellen dat werknemers met een lichamelijke beperking prima in de organisatie passen en dat discriminatie van werkzoekenden of werknemers met een lichamelijke beperking niet door de beugel kan, zijn dus belangrijk. Echter voor het daadwerkelijk aannemen van mensen met een lichamelijke beperking bleek vooral het beleid van de organisatie leidend; sociale normen moeten dus idealiter worden omgezet naar beleid binnen organisaties om te zorgen voor een duidelijk effect.

Download de volledige publicatie