Naar een vernieuwde dagbesteding

Het 'Groningse model' voor vernieuwde dagbesteding voor (jong-) volwassenen

Gemeenten en aanbieders die werken aan vernieuwing en verandering in dagbesteding kunnen dit stappenplan met uitgangspunten doorlopen.

De Projectgroep decentralisatie dagbesteding uit Groningen deelt zijn ervaring met het opstellen van nieuw beleid via deze publicatie. Lokaal beleid is afgestemd op de lokale doelgroep en de lokale mogelijkheden. Daarom is dit model geen blauwdruk en ook geen masterplan.

Uitgangspunten per stap

Om te komen tot verandering in dagbesteding, doorloop je als gemeente en betrokkenen een aantal stappen. In dit Groningse model worden de volgende stappen benoemd en uitgangspunten geformuleerd: 

Beleidscontext

Als gemeente bepaal je de koers en benoem je algemene uitgangspunten. Samen met zorgaanbieders benoemt de gemeente de kansen bij de inrichting van de dagbesteding.

Dagbesteding gericht op keuzemogelijkheden

Uitgegaan wordt van de gewenste ondersteuning en het resultaat in plaats van te kijken naar de aard van de beperking. Wat kan de persoon om wie het gaat bijdragen aan de maatschappij? Wat is passend bij zijn of haar interesse, mogelijkheden en levensfase en welke ondersteuning is hierbij nodig?

Keuzevrijheid en diversiteit voor de burgers is een belangrijk uitgangspunt. De begeleidingsstructuur en omgeving moet passen bij de cliënt en de levensfase waarin hij of zij zich bevindt. Mensen die nu gebruik maken van dagbesteding hechten zeer veel waarde aan veiligheid, continuïteit en professionaliteit van de begeleiding. Uitgaan van de wens en interesses van de cliënt, stimuleert de motivatie en draagt bij aan de ontwikkeling die wordt beoogd met dagbesteding. De mogelijkheden zijn niet gelimiteerd en gebonden aan kosten en doelmatigheid.

Talenten van doelgroepen

De mens en zijn talenten en capaciteiten staan voorop. Het indelen op basis van doelgroepen en de bijbehorende problematiek en beperkingen wordt losgelaten. Onderscheid maak je op basis van interesse, mogelijkheden en levensfase.

Diverse dagbesteding

Dagbesteding kan op veel locaties plaats vinden, ook bijvoorbeeld werken bij een vrijwilligersproject. Uitgangspunt daarbij is dat er een professionele basis is waar vrijwilligers of andere mensen die samenwerken met een deelnemer altijd op kunnen terug vallen met vragen en problemen. Naast dat dagbesteding op veel locaties en in veel vormen kan plaatsvinden, kan ook de ondersteuning in verschillende vormen en gedaanten geboden worden.

Intensiteit ondersteuning naar behoefte

In de ondersteuningsstructuur worden de volgende mogelijkheden onderscheiden die ook in combinatie met elkaar gebruikt kunnen worden:

  • Zelf en samen redzaam;
  • Vrijwillige inzet;
  • Collegiale ondersteuning;
  • Beroepskracht ‘werkcoach’.

De gemeente in regie

Afhankelijk van de kennis en ervaring van de partijen waar de gemeente mee werkt, kan de gemeente ervoor kiezen om uitvoeringstaken los te laten, inclusief de verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Hierin staan de lange termijn behoeften van de samenleving voorop.

Wijkgericht werken

Wijkgericht werken is het uitgangspunt, ook voor de schaal waarop dagbestedingsactiviteiten in de toekomst plaatsvinden. Niet alleen is van belang wat (kinderen en) volwassenen die nu en in de toekomst een beroep doen op dagbesteding nodig hebben. De dagbesteding is gericht op de behoeften van wijkbewoners.

Algemene uitgangspunten

  • In de eerste plaats vindt individuele ondersteuning en dagbesteding bij voorkeur zo dichtbij mogelijk bij de cliënt plaats: ‘lokaal wat kan; stedelijk / regionaal wat moet’. De plek in de wijk is een laagdrempelige plek, zowel voor burgers als cliënten en ondernemers
  • In de tweede plaats is de ondersteuning/dagbesteding zo licht mogelijk, met toepassing van de “piramide”: nulde , eerste en tweede lijnsvoorzieningen: ‘algemeen wat kan, specifiek wat moet’

Verder is nodig:

  • de vereiste specialistische ondersteuning
  • gewenste keuzevrijheid en vereiste schaalgrootte voor een gezonde exploitatie (efficiency en effectiviteit)
  • het in kaart brengen van fysieke ruimtes, de toegankelijkheid van de ruimtes en de mogelijkheid om middelen uit te wisselen