Seksuele oriëntatie - tools voor gemeenten

Diversiteitsfactoren

Seksuele oriëntatie gaat over tot wie iemand zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelt, met wie die relaties aangaat en over hoe iemand zichzelf noemt. Ruim 90 procent van de bevolking identificeert zichzelf als heteroseksueel, oftewel heeft een exclusieve voorkeur voor personen van de andere sekse. Andere seksuele oriëntaties zijn homoseksueel, lesbisch, biseksueel (LHB), panseksueel of aseksueel. 

Lesbische vrouwen voelen zich seksueel en/of romantisch aangetrokken tot vrouwen, homoseksuele mannen tot mannen en biseksuele mensen voelen zich aangetrokken tot twee genders, bijvoorbeeld tot mannen en vrouwen. Mensen die zich identificeren als panseksueel kunnen zich seksueel en/of romantisch aangetrokken voelen tot mensen van alle genders. Je kunt dan denken aan mensen die zich identificeren als non-binair of genderfluïde. Aseksuele mensen voelen weinig tot geen aantrekkingskracht voor andere mensen en/of geen behoefte aan seksueel contact. Wel kunnen zij romantische gevoelens hebben voor andere mensen. 

Het is in beleid altijd relevant om sensitief te zijn voor seksuele oriëntatie. Uit onderzoek blijkt dat LHB-personen vaker dan gemiddeld te maken hebben met negatieve reacties en geweld. Dit kan invloed hebben op hun welzijn en gezondheid. Daarnaast is bekend dat LHB-personen bijvoorbeeld vaker last hebben van psychische klachten en depressie en eenzaamheid. Het is daarom belangrijk om het thema te borgen in beleid op het gebied van zorg en welzijn, maar bijvoorbeeld ook van veiligheid en maatschappelijke ontwikkeling. 

Aan de slag:
 

Hoe kun je als beleidsmaker inclusiever te werk gaan als het gaat om seksuele oriëntatie? Onderstaande tools vormen een selectie uit het bestaande aanbod:

  • Regenbooggids: Informatie voor gemeenten over de praktische uitvoering van aandacht voor seksuele oriëntatie in beleid. Voorzien van tal van voorbeelden en tips.
     
  • Do the right thing: In dit rapport zijn verschillende tools voor het bevorderen van LHBTI-acceptatie,  getoetst aan wetenschappelijke kennis en is nagegaan in hoeverre deze methodieken werken. Dit helpt bij het richting geven aan de uitvoering van beleid. 

Terug naar het diversiteitsvlechtwerk