Movisies 2 - juni 2022

Het was een pittige tijd met moeilijke, zware situaties. Ik was jong, maar kon de intensiteit van de problemen mede door mijn beroepsopleiding buiten mijzelf plaatsen. Je moet het scheiden, iemand ondersteunen zonder dat je er zelf in meegaat.’ Pionieren en lobbyen Na een paar jaar begint het te wringen bij Bakker. Het blijkt voor de overheid makkelijk en bovendien goedkoop om slachtoffers van een dergelijk maatschappelijk probleem op deze manier op te vangen. Bakker maakt de overstap naar een vrouwenopvangvoorziening waar de opgenomen slachtoffers van geweld intensieve begeleiding krijgen en de medewerkers een salaris. ‘Ook hier bleef ik naast de crisisopvang, beleidswerk doen en pionieren. We moesten ontdekken wat slachtoffers nodig hebben om uit een gewelddadige relatie te stappen en hoe je een slachtoffer van seksueel misbruik begeleidt. Wat vraag je juist wel en wat niet?’ In deze periode treedt een groep incestslachtoffers naar buiten en wordt de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling opgericht. De media-aandacht resulteert in hulpvragen, niet zelden van vrouwen die dit al jaren verborgen hadden gehouden. Een vorm van seksueel misbruik, waar nog weinig over bekend is. Naast haar opgebouwde expertise in huiselijk geweld, wordt ook seksueel geweld nu een thema waar Bakker zich voor inzet. Preventie en beleidsbeïnvloeding blijven de belangrijke speerpunten in haar strijd. ‘In het Samenwerkingsverband Seksueel Geweld deelden we als professionals en preventiewerkers kennis en ervaringen en zochten we naar manieren om de hulp op elkaar af te stemmen. Professionals zagen vaak de noodzaak en urgentie wel, maar er was ook bestuurlijke stimulans en steun nodig. Om budget, deskundigheidsbevordering en continuïteit van de aanpak van seksueel geweld te garanderen. Bestuurders zeiden eerst vaak: “Is dit echt nodig? Moeten we voor zo'n kleine groep geld en uren vrijmaken?”’ Het pionieren en lobbyen werpt zijn vruchten af. Steeds meer professionals en gemeenten raken betrokken in de aanpak. Vanuit de landelijke overheid worden regionale Steunpunten Seksueel Geweld ingesteld, waarvan Bakker er zelf een bemenst. Progressie Het werk van initiatiefnemers om seksueel geweld te bestrijden en adequate hulpverlening te organiseren, levert steun op aan slachtoffers, maar ook kennis en inzichten. De stichtingen Tegen Haar Wil en Tegen Seksueel Geweld krijgen subsidie van het Directoraat Coördinatie Emancipatiebeleid. Voorwaarde is dat zij hun inzichten en methodieken overdragen aan de ‘reguliere’ hulpverlening, zodat dit geïntegreerd kan worden in hun werkwijze en aanpak. Na het publiceren van handboeken en het verzorgen van diverse trainingen worden de aparte voorzieningen opgeheven. ‘De overdracht was op zich een goede zaak, maar met het opheffen van deze organisaties ging veel expertise verloren. De aanpak van de problematiek van seksueel geweld vraagt specifieke kennis en veel ervaring. De laatste tijd is daar gelukkig weer meer aandacht voor. Als je verkracht bent, kan je nu hulp krijgen bij het Centrum Seksueel Geweld. De hulpverleners snappen waarom je daar bent. Ze kunnen dan meteen to the point komen. Het bewustzijn en de kennis hierover is zoveel groter dan twintig, dertig jaar geleden.’ Erkenning voor huiselijk geweld Na aandringen van de Landelijke Werkgroep Huiselijk Geweld komt in 2002 het ministerie van Justitie met een nota waarin huiselijk geweld wordt erkend als een maatschappelijk probleem: de kabinetsnota Privé geweld - publieke zaak, over de gezamenlijke aanpak van het probleem. Het is een vliegwiel om meerdere organisaties, ook politie en justitie, aan de slag te krijgen en om landelijk beleid te ontwikkelen voor de aanpak van huiselijk geweld. ‘Het is een traag proces, het blijft zoeken en pionieren. Je hebt te maken met verschillende organisatiestructuren en financieringsstromen die professionals belemmeren om onderling samen te werken. Vaak is de We moesten ontdekken wat slachtoffers nodig hebben hulpverlening zo opgesplitst dat iedereen verantwoordelijk is voor slechts een klein deel van het probleem. Hoe pak je dat aan?’ Professionals hebben de MDA++ aanpak ontwikkeld, voor een gecoördineerde aanpak van acuut en structureel ernstig huiselijk en seksueel geweld. Deze aanpak voorziet in een bundeling en sterke regie van psychosociale, medische, forensische en justitiële specialisten in de aanpak van kindermishandeling, huiselijk en seksueel geweld. De aanpak van deze complexe problematiek wordt door de rijksoverheid tot 2022 aangestuurd, nu vanuit het programma Geweld hoort nergens thuis. De opgave van dit programma is om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen, de schade ervan te beperken en zo de vicieuze cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, te doorbreken. Koudwatervrees En nu is het 2022. Veertig jaar later. Welke uitdagingen liggen er nog in de aanpak van huiselijk en seksueel geweld? Het begint bij de basis, stelt Bakker. ‘Hulpverleners hebben soms koudwatervrees. Daarom is het van belang dat zij voldoende basiskennis meekrijgen in hun beroepsopleiding en weten wat ze kunnen doen bij het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk en seksueel geweld. Je moet weten hoe het ontstaat en hoe moeilijk het is voor een slachtoffer om eruit te komen. Dan kan je de juiste vragen stellen.’ Huiselijk en seksueel geweld gaat vaak van generatie op generatie door. Om die cirkel te doorbreken, is het belangrijk dat kinderen in een veilige omgeving opgroeien. ‘Ik ben groot voorstander van cursussen vóórdat stellen gaan samenwonen of trouwen en kinderen krijgen. Hoe communiceer je met elkaar, wat als je het niet met elkaar eens bent? Ik pleit ook voor ouderschapscursussen voordat je kinderen krijgt, zodat je samen nadenkt over de boodschappen die je aan je kind wilt meegeven. Preventie is het codewoord. En als het misgaat is het belangrijk dat er een liefdevol netwerk is om het gezin te ondersteunen. Ze zeggen niets voor niets: it takes a village.’ Een gezinsgerichte aanpak is bij huiselijk geweld belangrijk. Dat betekent: hulp voor alle leden van het gezin. ‘Er zijn al goede ontwikkelingen gaande. De nodige protocollen en effectieve interventies zijn ontwikkeld. Maar je moet als hulpverlener de ruimte krijgen om soms buiten het boekje te denken, om vanuit je eigen kennis en ervaring net die extra stap te kunnen zetten die het gezin of het slachtoffer op dat moment nodig heeft. Het is maatwerk. Ieder mens is immers anders en iedere situatie is anders.’ Toekomst ‘Daarnaast moeten we ons richten op normstelling en mentaliteitsverandering en omstanders aanspreken. De aanstelling van Mariëtte Hamer [onafhankelijk regeringscommissaris aanpak seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag, red.] is vanuit de regering een stap in de goede richting.’ Bakker ziet nog een progressie. ‘Er is beweging bij de nieuwe generaties. Er zijn nieuwe activistische groepen en slachtoffers spreken zich uit. Dat doet mijn feministische, actiegerichte hart goed.’ Dit artikel is onderdeel van een breder portret over Hilde Bakker. Meer lezen? Bekijk movisie.nl/ hilde-bakker-veertig-jaar-in-het-vak. Rode draad in het werk van Hilde Bakker Hilde Bakker werkt sinds 2007 bij Movisie als projectleider en adviseur binnen het team Huiselijk en seksueel geweld en binnen het Kennisplatform Inclusief Samenleven. Onder haar expertise vallen de thema’s: eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating, de multidisciplinaire aanpak van kindermishandeling, en huiselijk en seksueel geweld met een focus op migranten- en vluchtelingengemeenschappen. ‘In mijn werk is dit een rode draad: de bestrijding van traditionele, culturele en religieuze opvattingen die gendergerelateerd geweld legitimeren.’ Eerder werkte Bakker voor TransAct Landelijke Expertisecentrum seksueel geweld en sekse specifieke hulpverlening (een van de voorlopers van Movisie), de Steunpunten Seksueel Geweld en Vrouwenhulpverlening en als maatschappelijk werker binnen verschillende vrouwenopvang voorzieningen, zoals een blijf-van-mijn-lijfhuis. Ik pleit voor ouderschapscursussen voordat je kinderen krijgt 23

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=