MOVISIES Relatieblad voor het sociaal domein november 2022 * nummer 3 Stevig kennisfundament voor sociaal werk 33 Begrip ‘betaalde mantelzorg’ is lastig te vatten 36 Zo stimuleer je vrijwilligers en actieve burgers 34 Themanummer: armoede Armoede oplossen? Gewoon geld geven Bewoners pakken energiearmoede aan Particuliere opvang voor dak- en thuislozen Digitaal niet meekunnen is nieuwe ongelijkheid
kort nieuws Redactioneel Er kan heel veel wél Onlangs werd ik gebeld door een van mijn voormalige pleegzoons met de mededeling dat hij vanwege een huurschuld over twee dagen uit zijn huis gezet zou worden. Ik was perplex. Hij had immers werk in de bouw en een bewindvoerder die alle vaste lasten voor hem betaalde. Navraag leerde dat hij voor zijn werk contant werd betaald, maar dat was net genoeg voor zijn sigaretten. ‘Als er niets binnenkomt, dan kan ik ook niets betalen’, was de laconieke reactie van de bewindvoerder. Ik nam contact op met zijn voormalige praktijkschoolleraar. Hij was, zo wist ik, een van de weinigen die zijn vertrouwen nog had. En hoewel deze leraar al meer dan vijf jaar formeel niet meer verantwoordelijk voor hem was, ondernam hij toch direct actie. Hij kende een boer die een caravan op zijn terrein had staan en vroeg hem of hij aan zijn voormalige leerling onderdak wilde geven, in ruil voor hulp op de boerderij. De boer ging daarmee akkoord, mits dat ook netjes formeel geregeld zou kunnen worden. De leraar nam contact op met de gemeente, maar daar reageerde men met de mededeling dat zij niets konden betekenen. Hun inwoner zou immers over twee dagen niet meer in deze gemeente wonen. De gemeente waar hij naartoe kon verhuizen, reageerde gelukkig heel anders. Het werd toegestaan om de caravan tijdelijk als woonadres te gebruiken en daar werd hij ook ingeschreven. Dat maakte het vervolgens ook mogelijk om het werk op de boerderij te reguleren. Binnen twee dagen had hij weer een huis, een echte betaalde baan én de benodigde begeleiding om weer uit de schulden te komen. In deze Movisies gaat het om mensen in armoede en schulden. Het in onze samenleving zo dominante beeld van mensen die onverantwoordelijk met geld omgaan, klopt niet. ‘Het gaat niet om niet willen’, stelt Christine Kuiper (p. 6) terecht, ‘maar om niet kunnen en niet mogen’. Bovenstaande persoonlijke ervaring vind ik illustratief voor ’niet kunnen en niet mogen’. Maar het maakt ook zichtbaar dat zelfs de meest ontredderde mensen over veerkracht beschikken. En dat er heel veel wél kan en mag. Ook bij hulpverlening en gemeenten. De moraal in dit nummer voor mij: dat we niet steeds maar weer bezig zouden moeten zijn met het oplossen van individuele problemen waarin mensen in situaties van armoede en schulden verzeild raken. We moeten de oorzaken daarvan en de complexiteit van de soms gekmakende systemen aanpakken. En daar hebben we allemaal een verantwoordelijkheid in! Janny Bakker-Klein, bestuurder Movisie Aanbieding Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken Het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken heeft een speciale aanbieding: een proefabonnement van twee edities voor 30 euro met als cadeau een gratis uitgave naar keuze. Organisaties met een abonnement kunnen hun medewerkers het blad gratis online laten lezen. Het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken verschijnt vier keer per jaar. In het magazine vind je artikelen vanuit de wetenschap en de praktijk over het sociaal domein. De redactie signaleert actuele ontwikkelingen, agendeert thema’s en biedt ruimte aan debatten. Met in elke editie onder meer een diepgravend dossier. Het dossier in het herfstnummer gaat met beschouwingen, onderzoek en columns in op het belang van continuïteit in sociaal beleid. Proefabonnement Het proefabonnement telt twee edities van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken met daarbij een cadeau. Je kunt kiezen uit een van deze twee uitgaven: • Niet boos maar machteloos. Twintig jaar onderzoek naar de boze burger, geschreven door Jelle van der Meer en Marcel Ham. • Beledigende broccoli. Over de ervaringskennis van kwetsbare mensen, geschreven door Tim ’S Jongers. Het proefabonnement eindigt automatisch. De reguliere abonnementsprijzen per jaar zijn 150 euro voor instellingen, 82,50 euro voor particulieren en 47,50 euro voor studenten. Gratis lezen Organisaties die een abonnement hebben op Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken kunnen voor hun medewerkers onbeperkt gratis accounts aanvragen om het magazine online te kunnen lezen. Aanmelden Hier vind je aanmeldingsformulieren voor het proef- abonnement en voor het aanvragen van de gratis accounts. Organisaties kunnen de mailadressen voor de gratis accounts ook direct mailen aan m.vanbreukelen@movisie.nl. 2
20 Interview met Christine Kuiper (Movisie) over wat zij ziet gebeuren bij de mensen die de ‘energiearmoede’ het hardst treft. Ervaringsdeskundige Remon van der Veen hielp de gemeente Noordenveld met praktische tips voor mensen in financiële problemen. Hoogste tijd voor een structurele armoedeaanpak nu steeds meer mensen – minima, maar ook lagere middeninkomens – in de problemen komen. Hoe kunnen burgerinitiatieven en vrijwilligersorganisaties mensen stimuleren zich als vrijwilliger of actief burger in te zetten? Movisie doet aanbevelingen. Niet lullen maar poetsen: Rotterdamse actiegroep organiseert voor en met bewoners activiteiten tegen energiearmoede. Hoogleraar Alexander van Deursen over het meekunnen met de digitalisering van de samenleving. ‘Sociaal werkers kunnen goede intermediairs zijn.’ 4 8 28 34 In dit nummer GEMEENTEN 12 Oplossing tegen armoede? Gewoon geld geven 18 ‘Armoede en huiselijk geweld zijn veelkoppige monsters’ 22 Noodhulpbureaus, moskeeën en migrantenkerken samen tegen geldnood 26 Onderzoek: wetten nodeloos ingewikkeld, effect soms hardvochtig 32 Platform Multiproblematiek: samen- werking om gezinnen verder te helpen DE PROFESSIONAL 7 Handreiking voor sociaal werkers om digitale kloof te dichten 24 11 Leer- en verbetertool armoede 14 Laaggecijferdheid kan tot schulden leiden. Dat staat inclusie in de weg 16 Particuliere opvang voor economisch dak- en thuislozen 30 Lexicon Nabijheid en sociaal werk: mini-encyclopedie voorkomt spraakverwarring 33 Het belang van een stevig fundament voor sociaal werk 36 Begrip ‘betaalde mantelzorg’ is lastig: ‘Ik geloof niet in de geldprikkel’ 40 Column Harry Michon (Movisie): geld maakt niet gelukkig Veel artikelen in dit nummer staan in het teken van armoede. Bij die artikelen staat dit symbool: 3
4
Mensen worden letterlijk in hun leefgebied en veiligheid bedreigd Klimaatrechtvaardigheid is dit jaar het thema van het traditionele kerstdebat van Movisie. Een idee van projectleider Christine Kuiper. Zij is privé en in haar werk zeer betrokken bij het thema en is ook een vat vol kennis. Wat ziet zij gebeuren bij de mensen die de ‘energiearmoede’ het hardst treft en wat kunnen sociaal werkers en gemeenten daaraan doen? Kuiper: ‘Energiearmoede is eigenlijk gewoon armoede. De sociale uitsluiting van mensen die niet rond kunnen komen, verergert. In een koud huis nodig je natuurlijk niemand uit. Al het “niet noodzakelijke” wordt als eerste geschrapt, denk aan sport- of cultuuractiviteiten voor de kinderen. Terwijl dat juist zo belangrijk is voor hun ontwikkeling. Daar doen zij positieve ervaringen op en krijgen een netwerk. Deze kinderen gaan zo van -5 achterstand naar -10. Armoede levert daarnaast veel stress op: mensen komen voor onmogelijke keuzes te staan, bijvoorbeeld tussen eten of warmte, allemaal basisbehoeften. Daarnaast zie je een nieuwe groep, die het tot nu toe nog wel redde, ook over de helling gaan. Hier zou je nog wel van energiearmoede kunnen spreken. Zij kunnen de stijgende kosten niet op structurele basis meer opbrengen. Die mensen zitten klem en voelen zich machteloos. De tweedeling neemt zowel in cultureel als in financieel opzicht toe. De armen worden armer en de rijken worden rijker - mede door subsidies op verduurzamingsmaatregelen en het daardoor verminderde energieverbruik. Dit brengt veel persoonlijk leed mee, maar het is natuurlijk ook gevaarlijk voor de sociale samenhang van en de inclusie in de samenleving.’ Welke lokale initiatieven op dit gebied vind je interessant en kansrijk? ‘De FIXbrigades bijvoorbeeld, mensen die langskomen om te inventariseren wat er branche- en maatschappelijke organisaties agenderen dit, zoals de Landelijke Armoede- coalitie. En we zien dat de woon- en klimaatbeweging zich hardmaakt voor rechtvaardig beleid op dit vlak. Dat helpt om de stem van die mensen die niet de ruimte en “articulatiemacht” hebben, toch te laten doorklinken in Den Haag. Ook het sociaal werk kan hier lokaal, bijvoorbeeld rondom de energietransitie, een belangrijke rol in spelen. We zien dus dat partijen die zich richten op sociale rechtvaardigheid en op duurzaamheid, elkaar steeds beter weten te vinden en gaan versterken.’ Wat doet Movisie op dit gebied? ‘Movisie richt zich op sociale vraagstukken. Als je kijkt naar de impact van de klimaat- en ecologische crisis, is dat óók een sociaal vraagstuk. Door een netwerk van koplopers op het vlak van de energietransitie, ook SWN en BPSW zijn hierin actief, zijn we gevraagd aan te sluiten en kennis te ontwikkelen op dit vlak. Al snel merkten we ook dat het vraagstuk breder is dan de energietransitie: denk aan de ernstige overstromingen in Limburg en de aardbevingsschade van mensen in gaswinningsgebieden. Mensen worden letterlijk in hun leefgebied en veiligheid bedreigd, ook in Nederland. Het is belangrijk dat sociaal werkers hier kennis van hebben, ofwel “klimaatgeletterd” zijn (kennis hebben van de ernst van de Interview Christine Kuiper (Movisie) ‘ In een koud huis nodig je natuurlijk niemand uit’ mogelijk is qua energiebesparing in woningen en dit voor een laag bedrag kunnen “fixen”. Maar ook energiecoöperaties in handen van burgers zelf zijn heel interessant. De winst van deze coöperaties vloeit terug in de lokale gemeenschap en versterkt deze. Dat zijn prachtige ontwikkelingen die bijdragen aan burgerkracht en aan de sociale kwaliteit van de samenleving. Daarnaast zie je particuliere initiatieven zoals de bestuurder van ziekenhuis OLVG in Amsterdam die een fonds wil oprichten voor medewerkers en daarvoor samen met de mensen met de hoge salarissen geld in de pot wil stoppen. Let wel: bij zo’n 5 tot 10 procent van de zorgmedewerkers is sprake van loonbeslag! Na de intensieve corona- periode, kwam dit er nog eens bovenop. Dat doet iets met de veerkracht van mensen. Hoe lang gaan mensen dit nog volhouden? Mooi is ook het initiatief van Sandra Nap: warme douche. Sandra startte een crowdfunding om zoveel mogelijk gezinnen een energiezuinige douchekop te geven. Ook Door: Paul van Yperen 5
Zelfredzaamheid, armoede en schulden Na achttien jaar verruilt Christine Kuiper Movisie voor kenniscentrum Phrenos. Daar gaat zij zich inzetten voor persoonlijk herstel en maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische problemen. ‘We verwachten veel van zelfredzaamheid als het gaat om armoede en schulden. Armoede en schulden verlammen en maken machteloos. Oplossingen die je zelf bedenkt, passen niet bij de regels. Je weet niet waar je je moet melden of je durft dat niet. Schaamte speelt ook een rol. Lange tijd lag de focus vooral op het gedrag van de mens in armoede of schulden. Er is nu steeds meer aandacht voor de complexiteit van deze problematiek en de impact ervan op bijvoorbeeld gezondheid en psychisch welzijn. Het inzicht lijkt eindelijk ingedaald, dat het niet gaat om niet willen, maar om niet kunnen en niet mogen. We moeten stress-sensitief gaan werken en tegelijkertijd structurele oorzaken aanpakken. Nu is het de kunst om dit goed te vertalen in beleid én uitvoering.’ situatie, red.). Daarom hebben we een online leerreeks verzorgd en een de publicatie Groen sociaal werk gemaakt, die je op onze website kunt vinden.’ Wat kunnen sociaal werkers doen? ‘In Nederland zie je dat de rol van sociaal werk, voornamelijk opbouwwerk, steeds meer aandacht krijgt in de energietransitie. Koplopers zoals Versa Welzijn en de Tintengroep spelen hierin een belangrijke rol. Ook is het belangrijk dat de aandacht verschuift naar de kant van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Dit raakt rechtstreeks aan sociale rechtvaardigheid en mensenrechten. Zoals het nieuwe mensenrecht op een schoon, gezond en duurzaam leefmilieu. Als je naast een snelweg woont, geen toegang hebt tot groen, of vanwege de chemische stof PFAS geen groente uit je volkstuin mag eten of borstvoeding mag geven, dan betekent dit nogal wat voor de kwaliteit van leven. Sociaal werkers “moeten” zich dus verdiepen in de gevolgen van de klimaat- en biodiversiteitscrisis. Wat betekent dit voor de mensen voor wie zij werken en hoe kun je voorkomen dat sociale ongelijkheidsverschillen toenemen? Gemarginaliseerde groepen hebben minder sociaal, mentaal, fysiek en/ of financieel kapitaal om extreme hitte of overstroming te overleven. Sociaal werkers kunnen mensen informeren en voorlichten over klimaatverandering en hoe zij zich daaraan kunnen aanpassen. Maar ze moeten ook sociale rechtvaardigheid op dit vlak nastreven. Je ziet dan ook dat het eco-social work steeds hoger op de agenda komt. Daarbij gaat het om erkenning en waardering voor de onderlinge verbondenheid tussen al wat leeft en een sociaal rechtvaardige balans daartussen, in plaats van een primaire focus op alleen de mens.’ Wat kunnen gemeenten doen? ‘Net als sociaal werkers kunnen zij de ernst en de impact van de situatie agenderen in Den Haag. Daarnaast kunnen zij bijdragen aan klimaatgeletterdheid, burgers in de vorm van een burgerberaad optimaal betrekken bij beleid. In Amsterdam is hier een geslaagd experiment mee geweest. En ook kunnen zij actief burgerschap op dit vlak faciliteren en stimuleren en een rol toebedelen aan sociaal werk. Ze kunnen als gemeentelijke organisatie zelf verduurzamen - ook qua inkoop en standaard elk beleid toetsen op de impact ervan op klimaat, biodiversiteit en sociale vraagstukken. En daarnaar gaan handelen natuurlijk.’ Wat zou de overheid (verder) kunnen doen? ‘Eigenlijk moet de regering bewust positief over het eigen graf heen regeren. Nu doet ze dat eigenlijk ook, maar met levensbedreigende gevolgen. Zij steunt bijvoorbeeld de fossiele industrie met 17,5 miljard euro aan subsidies en fiscale voordelen. Dat is een gevaar voor de toekomst van onze kinderen en voor het leven van mensen aan de andere kant van de wereld vanwege de opwarming van de aarde en de milieuvervuiling. In Pakistan staat een derde van het land onder water en 33 miljoen Pakistanen zijn getroffen. Dat is rechtstreeks een gevolg van de uitstoot van de rijke westerse wereld. Benut die 17,5 miljard dus om Nederland te verduurzamen en de armoede op te heffen, maar ook voor internationale solidariteit met landen als Pakistan. Wees een lichtend voorbeeld voor de rest van Europa. We hebben steeds meer oog voor hoe alles met elkaar samenhangt. Laten we daarom veel meer oog hebben voor de complexiteit van de dingen. Maak geen beleid rondom single issues, maar maak een totaalplan voor hoe wij op sociale wijze kunnen gaan leven binnen de grenzen van de aarde. Betrek “boeren, burgers én buitenlui" bij een plan dat gebaseerd is op wetenschappelijke kennis, dat aansluit bij wensen, behoeften en zorgen van mensen zelf en dat het algemeen belang dient. Het burgerberaad waar Eva Roovers zich hard voor maakt, is een sterk middel om uit de politieke impasse te komen.’ Sociaal werkers “moeten” zich verdiepen in de gevolgen van de klimaat- en biodiversiteitscrisis Klimaatverandering en biodiversiteitsverlies raken rechtstreeks aan sociale rechtvaardigheid en mensenrechten 6
Je zet jezelf als sociaal werker buitenspel als je je niet verdiept in de digitale wereld Door: Olaf Stomp Belastingen, zorgverlening en aanvragen bij instanties – we doen steeds meer online. Voor lang niet iedereen is dat gemakkelijk en vanzelfsprekend. Movisie heeft een praktische handreiking gemaakt voor sociaal werkers om de dreigende digitale kloof te slechten. De online wereld neemt steeds meer ruimte in beslag in het maatschappelijk leven. Maar lang niet iedereen heeft vanzelfsprekend toegang tot die online wereld. Denk aan burgers die niet over genoeg geld beschikken om een goed werkende pc, laptop of smartphone aan te schaffen met een goede toegang tot internet. En denk aan laaggeletterden: er zijn in Nederland 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven. Uit dat cijfer spreekt bijna vanzelf dat ze ook de vaardigheden ontberen die je nodig hebt om je online te kunnen redden. Sociaal werkers kunnen een belangrijke rol spelen bij het helpen dichten van die digitale kloof. Ze staan immers in nauw contacten met inwoners. Dat was de achterliggende gedachte die de basis vormde voor de kersverse Handreiking digitale kloof! van Movisie. Het is een praktische online gids die je ook kunt printen. De gids loodst sociaal werkers in ongeveer een half uur langs onderwerpen die met de digitale kloof te maken hebben. En voorziet hen van allerlei praktische tips en tools. Volgens Julia Ketel, projectmedewerker bij Movisie, bestaat er bij sociaal werkers niet gen social work meer aandacht wordt ingeruimd voor technologie en de digitale samenleving, vindt Ketel. ‘Je ziet her en der goeie initiatieven’, zegt Toine Broekhuis, eveneens projectmedewerker bij Movisie. Hij noemt onder meer de naam van Marcha Hartman-Van der Laan, docent aan de NHL Stenden Hogeschool. Mensenwerk ‘De digitale wereld zit zo verweven in ons doen en laten, dat kun je niet meer als een te onderscheiden onderdeel van het bestaan zien’, voegt Ketel toe. ‘Iemands welbevinden hangt meer en meer samen met hoe je in contact bent met anderen op internet.’ Ze zegt natuurlijk te begrijpen dat sociaal werkers voor het beroep hebben gekozen omdat het mensenwerk is. In dat contact met mensen, daar ligt hun hart. ‘Maar uiteindelijk zet je jezelf buitenspel als je je niet verdiept in de digitale wereld. Het is onomkeerbaar dat dit onderdeel is van ons bestaan.’ Handreiking voor sociaal werkers De digitale kloof helpen dichten zelden handelingsverlegenheid rond de digitale kloof bij bewoners die ze ondersteunen. ‘Dat kan mensen bijvoorbeeld parten spelen bij het invullen van allerlei digitale formulieren. Hulpverleners zijn niet altijd op de hoogte over hoe je deze problematiek goed kan signaleren en de mogelijkheden om daarin een helpende hand te bieden.’ Laptops inzamelen Toch zul je hierin moeten investeren, stelt ze. En de handreiking kan daarbij een hulpmiddel zijn. Er staan allerlei tips in voor mensen voor wie de toegang tot internet een onneembare drempel lijkt te zijn. ‘Er zijn meer mogelijkheden dan je soms denkt. Adviezen van het Expertisepunt Basisvaardigheden – ook genoemd in de handreiking - kunnen bijvoorbeeld een uitkomst bieden. En er zijn ook voorbeelden en mogelijkheden om in de wijk een netwerk en aanbod te bouwen voor het versterken van digitale vaardigheden voor inwoners. Ketel: ‘En denk ook aan het initiatief Allemaal Digitaal dat laptops inzamelt om beschikbaar te stellen aan mensen die daarvoor de middelen niet hebben. Ook daarbij kan een sociaal professional helpen.’ Het zou goed zijn als tijdens de opleidin- 7
Volgens TNO leefde 7 procent van de Nederlanders (ruim een half miljoen huishoudens) in 2020 al in energiearmoede. TNO verwachtte in 2021 dat het aantal zou oplopen naar 9 procent. Het Nibud laat weten dat ze plat gebeld worden door mensen met allerlei inkomens die tussen wal en schip dreigen te raken en geen financiële ruimte hebben om tegenvallers op te vangen. Naast lage inkomens voor wie de 1300 euro energiecompensatie niet toereikend is, gaat het om mensen met een iets hoger inkomen die buiten deze compensatie vallen. Andere ‘nieuwe groepen’ zijn senioren, flexwerkenden, middeninkomens met een flexibel energiecontract en bedrijven en zzp’ers die niet meer voor de ondersteuningsregeling Tozo in aanmerking komen. Wat deze signalen des te urgenter maakt, is de waarschuwing van de energiebedrijven dat de echte ellende nog moet beginnen. Tot nu toe verkochten ze nog energie die relatief goedkoop werd ingekocht. De echte pijnplek Tim ’S Jongers wijst in een uitstekende column in De Correspondent op het fenomeen van armoede-taylorisme. Daarbij wordt het grote structurele probleem van armoede Door: Mark Franken Steeds meer mensen – minima, maar ook lagere middeninkomens – komen in de problemen als gevolg van de inflatie en sterk stijgende energieprijzen. En er dreigt door de oorlog in Oekraïne ook schaarste op andere terreinen. Het is de hoogste tijd voor structurele oplossingen. om de woning te verbeteren. Het gaat daarbij met name om het beter isoleren van de woning en het vervangen van enkel glas. 86 procent van de vragers heeft deze verbetering niet gekregen! En daarbij scoren woningcorporaties, grotere vastgoedbeleggers en particuliere huisbazen even slecht. Huurders vormen volgens TNO de grootste categorie (87 procent) die met energiearmoede te maken hebben. Maar ook veel kopers wonen in slecht geïsoleerde woningen. Bijna de helft van de huishoudens woont in huizen die slecht geïsoleerd zijn, en lang niet iedereen heeft de middelen om zelf te verduurzamen. Ecorys voorspelde in 2019, lang voor de huidige crisis, dat 1,5 miljoen huishoudens in 2030 met energiearmoede te maken hebben. Aanpak van armoede Hoogste tijd voor structurele maatregelen opgeknipt in verschillende behapbare problemen, met elk eigen kenmerken. Bijvoorbeeld mobiliteitsarmoede, menstruatiearmoede en ook energiearmoede. Armoede wordt daarbij niet als een collectief, maar als een individueel probleem gezien. Energie- armoede kan de burger zelf oplossen door ander gedrag te vertonen: korter douchen, de verwarming lager zetten en een extra trui aandoen. Precies zoals de overheid in haar meest recente campagne ‘Zet ook de knop om’ bepleit. En als de burger het nog niet snapt, kan er een energiecoach langskomen om de burger te leren hoe hij of zij op energie kan besparen. Nu blijkt uit een recent onderzoek van de Woonbond dat huurders als reactie op de stijgende energieprijzen de verwarming allang lager hebben gezet. Van de 1310 respondenten blijken er 1209 al zuinig te leven door de verwarming lager te zetten en die trui aan te trekken. 930 mensen hebben ook maatregelen genomen zoals het aanschaffen van ledlampen en radiatorfolie. De energiecoach slaat nog niet zo aan, daar hebben maar 114 respondenten gebruik van gemaakt. Uit dit onderzoek komt ook de echte pijnplek naar voren: 51 procent van de respondenten heeft de verhuurder gevraagd 8
Het structurele probleem: te veel Nederlanders hebben geen buffer om tegenvallers op te vangen Bij lagere inkomens is dus veelal niet het (stook)gedrag het grote struikelblok. Het zijn de omstandigheden, zoals de slechte isolatie van oude huurwoningen die tot hoge energierekeningen leiden. Ook het door de regering tijdens Prinsjesdag voorgestelde prijzenplafond en de marktconforme prijzen boven dat plafond, berusten op de foutieve vooronderstelling dat gedrag bepalend is voor de hoogte van de energierekening. Je straft zo mensen in niet duurzame woningen die noodgedwongen niet onder dit plafond kunnen blijven. Verhoging volstrekt onvoldoende Dat brengt ons terug bij het structurele probleem: te veel Nederlanders hebben geen buffer om tegenvallers op te vangen. Onverwachte kosten leiden dan al snel tot financiële stress en betalingsproblemen. Volgens het Nibud had in 2019 38 procent van de huishoudens moeite om rond te komen. Een andere indicatie is de bestaansonzekerheid onder werkenden. Ruim één miljoen werkenden hebben volgens de Algemene Rekenkamer geen buffer om tijdelijk of onverwacht inkomensverlies op te vangen. De per 1 januari 2023 voorgestelde verhoging van het minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen met 10% is weliswaar een stap in de goede richting, maar gezien de huidige inflatie (14,5% in september 2022 volgens het CBS) ook volstrekt onvoldoende. The European Anti-Poverty Network (EAPN) wijst erop dat in veel Europese landen het minimumloon met meer dan 10 procent wordt verhoogd. Bovendien heeft het Europees parlement op 14 september 2022 ingestemd met nieuwe wetgeving om armoede tegen te gaan. Onderdeel daarvan zijn nieuwe richtlijnen om het wettelijke minimum inkomen te verhogen tot 60 procent van het gemiddeld inkomen. In Nederland is dat nu 47 procent. Officieel heeft Nederland maximaal twee 9
jaar de tijd om aan deze richtlijn te voldoen en het bruto minimumloon te verhogen van 10,14 euro (2022) naar 14 euro per uur. De hoge energieprijzen zijn niet het enige probleem dat op ons af komt. In de nabije toekomst krijgen we naast de energietransitie ook te maken met We krijgen ook te maken met vergrijzing en stijgende zorgkosten vergrijzing en stijgende zorgkosten. Het beleid van de overheid is er tot nu toe op gericht dergelijke stijgingen voor een deel van de bevolking (gedeeltelijk) te compenseren. Dergelijke ad-hoc maatregelen zullen steeds minder voldoen. Om te voorkomen dat er bij elke (economische) tegenvaller weer een nieuw armoedefenomeen opduikt (smartphone-armoede, rollator-armoede, enzovoort) is het hoog tijd voor een systematische aanpak van armoede. We hebben een structurele aanpak nodig om inkomensongelijkheid en Kansrijke manieren om energiearmoede tegen te gaan Tijdens een online bijeenkomst op 22 september 2022 wisselden professionals en ervaringsdeskundigen ideeën uit over hoe we van de doekjes voor het bloeden tot een meer structurele aanpak kunnen komen om armoede tegen te gaan. De volgende goede voorbeelden kwamen aan bod: Energiecorporaties In Nederland zijn nu zo’n zeshonderd energiecorporaties actief. Deze organisaties hebben zich verenigd in Energie Samen, de landelijke koepel en belangenorganisatie van energiecoöperaties en andere collectieve energie-initiatieven. Deze corporaties halen de basisvoorziening energielevering uit de markt en maken burgers mede-eigenaren ervan. In tegenstelling tot de markt kunnen zij deze basisvoorziening ook op de langere termijn tegen een stabiele en redelijke prijs blijven leveren. Zij hebben geen winstoogmerk, eventuele winsten vloeien terug naar de gemeenschap. Wit en hoogopgeleid In de corporaties zijn nu voornamelijk witte, hoogopgeleide eigenaren van koopwoningen actief. Een belangrijke vraag is dan ook hoe ook andere burgers kunnen profiteren van dit model, en bijvoorbeeld van de opbrengst van zonnepanelen? Woningcorporaties zouden huurders kunnen faciliteren bij het zichzelf organiseren en het in eigendom krijgen van panelen. Een aantal doet dit al. Sommige corporaties plaatsen panelen tegen geringe of geen vergoeding. Anderen maken gebruik van een financieringsconstructie via Wocozon of huurconstructie via Iederzon waarbij huurders een klein bedrag per maand betalen. Ook zijn er energiecorporaties waaraan iedereen met een relatief geringe inleg kan deelnemen. ValleiEnergie heeft bijvoorbeeld een project waaraan vanaf 100 euro kan worden meegedaan. De gemeente Ede heeft bovendien een regeling waarbij de laagste inkomens zonder investering mee kunnen doen. Een andere mogelijkheid zou het hergebruik van afgeschreven zonnepanelen zijn. Deze worden nu vaak vernietigd. Ze hebben een lager rendement dan de nieuwste modellen, maar zijn nog geschikt voor plaatsing op huurwoningen. Benaderingen die winst opleveren Wijkenergie Werkt is een sociale onderneming met Rotterdamse roots. Zij voeren in overleg met de wijkbewoners klussen uit om tot energiebesparing te komen. Zij leiden ook samen met toekomstige werkgevers bewoners op om deze klussen uit te voeren. Zo levert deze aanpak niet alleen besparingen op de energierekening op. Het genereert ook inkomen en creëert duurzame werkgelegenheid. De FIXbrigade in Amsterdam Noord en Amsterdam Nieuw-West heeft een vergelijkbare aanpak. De fixers voeren ook kleine energiebesparende maatregelen uit die voor bewoners tot behoorlijke besparingen kunnen leiden. Dit doen ze gratis voor mensen met een laag inkomen en voor alle anderen tegen een geringe vergoeding. Daarnaast worden werkzoekenden via een leerwerktraject opgeleid, waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt verbeteren. Algemene maatregelen Daarnaast kwamen de deelnemers met een aantal voorstellen om op de lange termijn de (energie)armoede aan te pakken. Genoemd werden onder andere: 1. terugdraaien van de privatisering van basisbehoeften, het gaat daarbij niet alleen om energie en water, maar ook om zorg en wonen. 2. Een basisinkomen of een andere eenvoudig uit te voeren inkomensvoorziening die voldoende inkomen garandeert voor een menswaardig bestaan. 3. Het faciliteren van woningdelen. Naast financiële besparingen biedt dit ook voordelen als het tegengaan van eenzaamheid. 4. Energielabel bij het bepalen van de huurprijs (sterk) mee laten wegen en het tot gebrek verklaren van enkel glas. 5. Een grotere inbreng van ervaringsdeskundigen, waarbij zij niet alleen mogen meepraten over besparingstips, maar ook gehoord worden en meebeslissen over structurele oplossingen. Op 8 december organiseert Binnenlands Bestuur, samen met Movisie en andere partijen het congres Sociale keuzes in tijden van schaarste. Meer informatie en aanmelden kansenongelijkheid tegen te gaan en systemische belemmeringen weg te halen. De maatregelen die de Landelijke Armoedecoalitie in haar brief aan de Tweede Kamer opsomt, vormen hiervoor een goed startpunt. 10
Door: Daniëlle van Oostrum Zowel vanuit de literatuur als uit de praktijk is veel kennis beschikbaar over de aanpak van armoede. Maar hoe maak je deze kennis toepasbaar in je werk als sociaal professional of beleidsmedewerker? In een nieuwe leer- en verbetertoolbox vind je verschillende reflectieoefeningen waarmee je je de bestaande kennis eigen kunt maken. De toolbox is gekoppeld aan het dossier Wat werkt bij de aanpak van armoede en schulden. In dit Wat werkt bij-dossier van Movisie dat begin 2023 een update krijgt vind je allerlei informatie en inzichten over en voor de aanpak van armoede en schulden. De nieuwe toolbox richt zich specifiek op armoede. De oefeningen in de leer- en verbeter- toolbox zijn geschaard onder vijf verschillende leerbehoeften: 1. Ik wil meer weten over armoede en een beeld krijgen van de situatie in mijn beroepspraktijk /werkgebied/ gemeente. 2. Ik wil meer kennis over wat werkt in de aanpak van armoede en wil mij laten inspireren door goede voorbeelden. 3. Ik wil begrijpen hoe onze aanpak in de praktijk voor inwoners uitpakt en hoe zij dit ervaren. 4. Ik wil de bestaande praktijk verbeteren. 5. Ik wil uitgedaagd worden op een andere manier tegen armoede en armoedebeleid of -aanpak aan te kijken en ervaren hoe ik daarin sta. Samen verkennen en doen Je kunt zowel individueel aan de slag als met je collega’s. Kies je voor dat laatste, dan reflecteer je samen en leer je van elkaar. Zo maak je ruimte om gezamenlijk een stapje verder te komen in de aanpak van armoede. Dit vergroot uiteindelijk de impact die je met elkaar kunt bereiken op het zo effectief mogelijk voorkomen, verminderen en verzachten van armoede. Uitvoering, beleid en inwoners Wil je écht de aanpak van armoede op een andere manier gaan uitvoeren, dan is het handig om dit samen te doen met andere betrokken partijen. Zoals beleidsmedewerkers, uitvoerings- en vrijwilligersorganisaties die met allerlei deelaspecten aan de slag zijn. Maar betrek vooral ook de inwoners om wie het gaat. Zij kunnen als geen ander aangeven wat behulpzaam is en was. Ervaringsdeskundigen kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Leer- en verbetertoolbox Armoedekennis inzetten in de praktijk Integreer leren in werkprocessen Iedereen heeft het druk en wordt in beslag genomen door de hectiek van de dag. De caseload, acute situaties, de politiek, de wethouder en allerlei andere zaken vragen om aandacht. Professionals ervaren vaak nauwelijks tijd om even stil te staan en te reflecteren en te leren. Movisie adviseert daarom om reflectie op te nemen in het gewone werkproces. Iedereen heeft regelmatig een teamoverleg. De agenda is veelal gevuld door praktische onderwerpen. Besteed bijvoorbeeld het laatste half uur van het overleg aan werkinhoud en doe een reflectie-oefening. Bekijk de leer- en verbetertoolbox op watwerktbij.nl. Meer informatie: Sonja Liefhebber, s.liefhebber@movisie.nl, 06-55440563. Betrek vooral ook de inwoners om wie het gaat 11
Door: Tea Keijl Doen wat nodig is, dat is de grondhouding van Kansfonds. De meest voor de hand liggende aanpak bij stress door geldzorgen is volgens Kansfonds: gewoon geld geven. Plus het vertrouwen dat gezinnen zelf het beste weten hoe zij daarmee hun kansen kunnen keren. Projectadviseur Kurdestan Smit: ‘We hebben oplossingen nodig.’ Kansfonds helpt gezinnen in armoede ‘ Gewoon geld geven’ ‘Als fonds hebben we de afgelopen jaren hard gewerkt aan het verzachten van armoede. Met mooie en belangrijke initiatieven. Maar het armoedeprobleem bleef groot’, zegt Smit. Ze noemt ook de stapels rapporten die verschenen over de impact die armoede heeft op mensen. ‘We hebben dus oplossingen nodig.’ ‘Op basis van internationale onderzoeken weten we dat het onvoorwaardelijk geven van geld over de hele linie een positief effect heeft op het welzijn van mensen’, gaat Smit verder. ‘Wat moet je doen als mensen chronische stress hebben door geldzorgen? Dan moet je ze gewoon geld geven. En vertrouwen.’ 150 euro per maand, twee jaar lang, onvoorwaardelijk. Dat is de kern van het Kansfonds-programma Gewoon geld geven. Hobbel voor hobbel wegwerken Toen Kansfonds twee jaar geleden van start ging, ondervond de organisatie allerlei obstakels in de uitvoering. Smit: ‘De regels die er nu zijn, zijn gemaakt vanuit een wantrouwend mensbeeld.’ 12
Maar in plaats van nog maar eens de conclusie te trekken dat de complexiteit belemmerend werkt, toonde Kansfonds vasthoudendheid. Het fonds werkte hobbel voor hobbel weg, samen met de gemeente Zaanstad. Een van de eerste obstakels was dat mensen met een bijstandsuitkering in principe geen giften mogen ontvangen en anders gekort kunnen worden op de uitkering. ‘De Participatiewet biedt wel de mogelijkheid om een uitzondering te maken’, vertelt Smit, ‘maar daar was een gemeentelijke beleidswijziging voor nodig. Ondanks dat de gemeente heel welwillend was, heeft het even geduurd voor de giftendrempel was verhoogd naar 1800 euro per jaar.’ Maar toen dat eindelijk gelukt was, diende het volgende zich aan. ‘Dat had te maken met de gemeentelijke belastingen, zoals de afvalstoffenheffing. In veel gemeenten kunnen mensen met een laag inkomen daar kwijtschelding voor krijgen. Dat kan tot 600 euro per jaar schelen. Maar door onze gift kan het zo zijn dat mensen hun kwijtschelding mislopen.’ De gemeente was het eens met Kansfonds dat dat niet de bedoeling kon zijn. Maar de mogelijkheden om het aan te passen, waren beperkt. Toen heeft de gemeente voor een aanpak gekozen die van lef getuigt, vertelt Smit. ‘Ze geven de kwijtschelding toch. Want de gemeente ziet de tegenstrijdigheid tussen de Participatiewet, die dus ruimte biedt om giften te mogen ontvangen, en de Invorderingswet, die stelt dat mensen boven een bepaald inkomen geen kwijtschelding kunnen krijgen. Ze hebben in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd om dit te repareren.’ Nieuwe kijk op armoedevraagstuk Gewoon geld geven is niet alleen het doel van het programma, maar vooral ook een middel om een nieuwe kijk op het armoedevraagstuk aan te jagen. Één die uitgaat van bestaanszekerheid, een positief mensbeeld en vertrouwen. Om het debat over echte oplossingen onderbouwd te kunnen voeren, is het lectoraat armoede interventies van de Hogeschool van Amsterdam als onafhankelijke onderzoekspartij aangesloten bij het programma. Zij gaan na wat het effect is van een meerjarige onvoorwaardelijke financiële bijdrage op het welzijn van de gezinnen. Ook beantwoordt dit lectoraat vragen over de staat van het vertrouwen in overheids-instanties en of de interventie effect heeft op de (bereidheid) tot arbeidsparticipatie. Een ander belangrijk onderdeel van de aanpak is het uitvoeren van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). In Nederland is nog niet onderzocht wat de effecten zijn van extra geld op het welzijn van inwoners met een laag inkomen, maar het is zeer waarschijnlijk dat ook Nederlanders met een laag inkomen baat hebben bij een structurele aanvullende financiële bijdrage. Op basis van de genoemde internationale onderzoeken beschrijft Kansfonds op de eigen website als mogelijke effecten: vermindering van sociale uitsluiting, betere schoolprestaties, minder ondervoeding, minder stress en een grotere kans op fulltime werk. Ze kijken daarbij bijvoorbeeld naar de effecten van SEED, een experiment in Stockton in Californië. 125 door het lot gekozen inwoners ontvangen twee jaar lang maandelijks 500 dollar. Tijd om kansen te pakken SEED-Deelnemer Laura vertelt op de website van het programma: ‘Voor SEED er was, wist ik vaak niet hoe ik eten kon kopen, maar nu kan ik weer ademhalen.’ De wetenschap dat ze geld genoeg hebben voor de basiszaken, maakt dat deelnemers durven te solliciteren op een andere baan. In het SEED-programma groeide het percentage deelnemers met een fulltime baan in een jaar tijd van 28 naar 40 procent. In de controlegroep nam dit percentage met 5 procent toe. Deelnemer Tomas: ‘Er is nu minder druk. Ik heb nu de ruimte en de rust om kansen voor mezelf te pakken. Ik kan terug naar school of op zoek naar ander werk.’ Bouwdepot & Collectief Kapitaal Naast Kansfonds zijn er ook andere initiatieven die gewoon geld geven. Het Bouwdepot geeft een jaar lang maandelijks 1050 euro aan thuisloze jongeren. Dit budget is onderdeel van een breder plan, waarin de jongere onder begeleiding werkt aan een warm en veilig thuis en aan de eigen identiteit. Indien nodig horen een schuldenregeling en een rustperiode voor herstel ook bij het Bouwdepot. Via Collectief Kapitaal geeft de ene groep mensen maandelijks een bedrag van 50 euro en ontvangt een andere groep mensen een jaar lang maandelijks een bedrag van 1000 euro. Onvoorwaardelijk. Wat dat betekent voor beide kanten wordt onderzocht. Deelnemer Shasha durfde te solliciteren op een baan waarbij ze er eerst op achteruitging, maar inmiddels meer verdient, vertelde ze aan De Correspondent: ‘Ik zou dit iedereen gunnen. Je levensvisie wordt op z’n kop gezet. Kijken naar jezelf, je eigen gedachten, en naar de maatschappij – het kan pijnlijk zijn en confronterend, maar ook waardevol voor de rest van je leven.’ Geld ontvangen van een gelijkwaardige ander verschilt enorm van een uitkering krijgen. ‘De overheid is een instituut zonder gezicht. Dat geeft je geld en kan het ook weer afpakken. Dat gevoel heb je.’ Op movisie.nl is een interview te lezen met Denise Harleman, de initiatiefnemer van Collectief Kapitaal. De regels die er nu zijn, zijn gemaakt vanuit een wantrouwend mensbeeld Ik heb nu de ruimte en de rust om kansen voor mezelf te pakken 13
Door: Wilfred Hermans Om in onze samenleving mee te doen, zijn drie basisvaardigheden onmisbaar: digitale vaardigheden, geletterdheid en gecijferdheid. De laatste is in onze maatschappij een ondergeschoven kindje, met alle gevolgen van dien. ‘Laaggecijferdheid leidt in sommige gevallen tot schulden, en dat staat meedoen in de samenleving in de weg.’ samenleving mee te doen: geletterdheid, gecijferdheid en digitale vaardigheden.’ Schulden In het schuldendomein was altijd veel aandacht voor laaggeletterdheid, zegt zijn gesprekspartner en collega dr. Tamara Madern. Zij is directeur van het Instituut voor Recht en lector schuldpreventie en vroegsignalering aan de Hogeschool Utrecht. ‘Voor laaggeletterdheid is meer aandacht dan voor laaggecijferdheid, terwijl die rol bij schulden net zo relevant is. Laaggecijferdheid betekent dat je moeite hebt met het verwerken van cijfermatige Relatie tussen armoede en basisvaardigheden De strijd voor gecijferdheid Het tekstverwerkingsprogramma Word kent de term laaggeletterdheid, maar zet onder laaggecijferdheid een rood kringeltje. Veelzeggend, maar niet verrassend voor dr. Kees Hoogland. Hij is lector wiskundig en analytisch vermogen van professionals aan de Hogeschool Utrecht. ‘De laatste vijftien jaar ging 99,9 procent van de aandacht uit naar laaggeletterdheid. In de media zie je vaak: 2,5 miljoen Nederlanders zijn laaggeletterd. Van hen zijn er 2,1 miljoen laaggecijferd. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor alle drie de pijlers die belangrijk zijn om in onze 14
prikkels. Dat kán bijdragen aan de schuldenproblematiek, maar niet per definitie: basisvaardigheden voorkomen niet dat je energierekening verdriedubbelt. Kees Hoogland en ik zien steeds meer raakvlakken en onderzoeken de mogelijkheden om op deze terreinen samen te werken.’ Hoogland: ‘We hopen twee kanten op te werken: mensen met laaggecijferdheid toerusten, én kritisch zijn naar de aanbieders van gecijferde informatie.’ Hiaten in rekenonderwijs Eigenlijk is het raar dat Nederlanders kunnen zeggen: ‘Ik ben geen cijfertjes-type’, zegt Hoogland. ‘Op één dag neem je tientallen beslissingen die iets met cijfers te maken hebben. Als je wakker wordt en op je wekker kijkt, neem je al je eerste gecijferdheidsbeslissing. Geen rekenmens zijn, bestaat dus niet, maar die indruk kun je door het rekenonderwijs wel krijgen. Dat komt doordat het rekenonderwijs niet praktisch en toegepast is. Kinderen maken rekensommen en worden keihard afgerekend met toetsen, maar leren niet in de wereld rond te kijken wat de betekenis is van die getallen.’ Aanbiedingen interpreteren Dergelijke hiaten in het rekenonderwijs spelen een rol in de schuldenproblematiek, maar het plaatje is groter, zegt Madern. ‘We weten dat er een oververtegenwoordiging is van mensen in de schuldenproblematiek die laaggecijferd zijn, maar daar spelen meer factoren. Vaak heeft deze groep een lagere sociaaleconomische status, dus minder inkomen. Heb je minder te besteden, dan kom je eerder met schulden in aanraking. Een zuivere oorzaak is dus niet aan te wijzen. Wel weten we uit onderzoek dat basisvaardigheden én bureaucratische vaardigheden van belang zijn.’ Madern: ‘In budgetcursussen is wel aandacht voor rekenen, maar vaak op een traditionele manier. In de schuldenhoek moet juist meer aandacht komen voor vragen als: hoe interpreteer je aanbiedingen? Aanbiedingen zijn onderaan de streep soms juist duurder en verleiden tot onnodige aan- kopen. Nog zoiets: korte- en langetermijnplanningen maken. Dat gaat niet alleen over rekenen, maar ook over berekeningen toepassen op jóuw situatie. Wat is goed voor míjn financiële situatie? Zie het als begrijpend gecijferd zijn. Dat is essentieel.’ Cijferstress Mensen kunnen in de stress raken van cijfers, vervolgt Madern. ‘Om schulden te kunnen oplossen en niet verder in de problemen te komen, moet je rekeningen snappen. Het komt regelmatig voor dat mensen niet weten wat ze precies moeten betalen. Ze krijgen brieven van bijvoorbeeld de Belastingdienst met daarin tig cijfers, maar ze hebben geen idee welk bedrag ze terug moeten betalen. Er staan talloze opties om in termijnen te betalen, maar hoeveel ze precies moeten betalen, is niet voor iedereen duidelijk. En betaal je een cent te weinig, dan krijg je een aanmaning omdat je te laat bent. Mensen kunnen hier zo bang en onmachtig van worden, dat ze niet meer durven en kunnen handelen. Daarmee pakken ze zichzelf feitelijk geld af. Vanwege deze stress blokkeren ze en zijn ze niet meer in staat te handelen. Daarom is het beter om laaggecijferdheid te voorkomen, in plaats van aanpakken als er al problemen zijn.’ Ook aan de inkomstenkant gaat het vaak mis. Madern: ‘Mensen moeten talloze brieven en formulieren interpreteren om uiteindelijk op de juiste manier aanvragen te doen; soms moeten ze wel zeventien formulieren invullen om uiteindelijk in hun recht te staan.’ Coronadashboard vol cijfers Als je laaggecijferd bent, wordt het moeilijker om deel te nemen aan de samenleving, stelt Hoogland. ‘De wereld om ons heen bestaat uit structuren en getallen en mathematiseert steeds verder. Neem het coronadashboard. 80 procent van de informatie bestaat uit getallen, schuifjes, landkaarten met dichtheden. Alleen maar gecijferdheidinformatie. Vijftien jaar geleden zou zo’n dasboard bestaan uit taal. En kijk eens hoeveel gecijferdheidinformatie er staat bij een willekeurig artikel op bol.com. Als je mensen met laaggecijferdheid wilt trainen, gaat het niet om het maken van sommen, maar om hogere orde vaardigheden: cijfers interpreteren, er kritisch mee om kunnen gaan. Dergelijke verkoopwebsites hebben algoritmes waarmee ze eigenlijk misbruik maken van het feit dat veel mensen deze vaardigheden om kritisch met cijfers om te gaan níet hebben. Daardoor halen deze mensen niet zelden te dure spullen in huis die ze niet nodig hebben. In sommige gevallen komen ze in de schulden, en dat staat meedoen in de samenleving in de weg.’ Pionieren Madern: ‘Er zijn krachtige marketing- instrumenten om mensen te verleiden. Een oplossing zou wetgeving kunnen zijn die dit aan banden legt. Maar dat is een longshot, dus we moeten mensen ook weerbaarder maken. De publieke dienstverlening – gemeenten, de Belastingdienst – zouden sowieso iets met dit thema moeten willen. Gek genoeg zijn alle brieven wel begrijpelijker geworden, van taalniveau C1 naar B1, maar aan de cijferkant is weinig gesleuteld. Verder pleit ik voor verdere educatie over het onderwerp gecijferdheid, zeker ook gericht op volwassenen. Dat wordt al gedaan, zoals in budgetcursussen, maar vaak nog impliciet.’ Blijven leren Hoogland oppert vrolijk dat een ‘Meldpunt onbegrijpelijke cijferbrij’ best zou kunnen werken. Alle beetjes helpen, want het is nog pionieren geblazen om meer aandacht voor gecijferdheid te krijgen. ‘Het ministerie heeft eindelijk erkend dat we niet één, maar drie basisvaardigheden op peil moeten krijgen. In gesprekken met het ministerie merkte ik dat lange tijd de gedachte leefde: als je op de basisschool de basisvaardigheden leert, zit je de rest van je leven gebakken. Dat is te simplistisch gedacht in onze veranderende maatschappij. Mensen moeten blijven leren op dit gebied.’ Niettemin zijn we inmiddels onderweg, zegt Hoogland, wijzend op bijvoorbeeld de website gecijferdheidteltmee.nl met good practices. ‘Maar er zijn nog steeds veel mensen die nadeel ondervinden van hun laaggecijferdheid. Als ze om die reden vermijdingsgedrag gaan vertonen, krijg je een inclusie-probleem.’ Hier kun je meer lezen over laag- gecijferdheid. Kinderen leren niet in de wereld rond te kijken wat de betekenis is van getallen Een ‘Meldpunt onbegrijpelijke cijferbrij’ zou best kunnen werken 15
Door: Tea Keijl Door de huidige wooncrisis komen economisch dak- en thuislozen de laatste jaren steeds nadrukkelijker in beeld. Voor deze groep stellen gastgezinnen een deel van hun huis beschikbaar. Jutta Hermann van De Rustplek en Marit Postma van De Regenboog Groep vertellen hoe dat werkt. initiatieven. Onder de Pannen van De Regenboog Groep is een voorbeeld, net als De Rustplek, waarvan Jutta Hermann coördinator is. ‘Een Rustplek is een particulier huis, waar gasten zich welkom mogen voelen en tot rust kunnen komen. Voor de één is het een lege kamer, voor de ander een kans.’ Niet gekort op uitkering Postma: ‘Wij spreken over huisgenoten die een jaar met elkaar in een huis wonen, waarbij de een huurder is en de ander de rol heeft van verhuurder. De huurder betaalt het afgesproken bedrag aan De Regenboog. En de Regenboog betaalt de verhuurder, om het risico op betalingsproblemen uit te sluiten.’ Particuliere opvang voor economisch dak- en thuislozen ‘Voor de één is het een lege kamer, voor de ander een kans’ De motivatie van onze verhuurders is divers: mensen willen graag iets goeds doen door een lege kamer ter beschikking te stellen. Ze voelen zich veiliger met iemand in huis en minder eenzaam. Daarnaast levert de verhuur van de kamer een financieel extraatje op. Er doen best veel mensen mee die in een sociale huurwoning wonen en een bijstandsuitkering hebben. Deze insteek beïnvloedt ook de manier waarop de zaken juridisch geregeld zijn. ‘Wij maken gebruik van verhuurovereenkomsten in het kader van de hospitaregeling’, vertelt Postma. ‘De huurder kan zich gewoon inschrijven op het adres, beiden worden niet als kostendelers gezien. Hierover zijn afspraken gemaakt met de gemeente Amsterdam. Een bijstandsgerechtigde verhuurder verdient circa 150 euro per maand bij, zonder gekort te worden op uitkering of toeslagen.’ Voor de gastgezinnen van De Rustplek geldt het financiële aspect niet bij voorbaat als motivatie om mee te doen. ‘De gasten Economisch dak- en thuislozen zijn mensen die bijvoorbeeld door een scheiding, ziekte of het verlies van werk in de huidige krappe woningmarkt geen andere plek kunnen vinden. Voor deze groep is de reguliere maatschappelijke opvang niet toegankelijk. Ze logeren vaak bij vrienden, in hun auto of op de camping. ‘Zij voldoen “gelukkig” niet aan de voorwaarden, omdat er geen sprake is van bijkomende problemen, zoals psychiatrische kwetsbaarheid en verslaving’, vertelt Marit Postma, manager tijdelijke opvang van De Regenboog Groep. Om te voorkomen dat deze mensen daadwerkelijk op straat moeten slapen, zijn er her en der in het land alternatieve opvang- 16
betalen wel een vergoeding. Daarbij houden we adviezen van het Nibud aan. Het richtbedrag ligt rond de 210 euro per maand.’ De Rustplek is geen oplossing voor het woningtekort, legt Hermann verder nog uit. Het is een plek om op adem te komen, het gaat om een heroriënteringsperiode. Delen wat je over hebt Er bestaan dus zeker accentverschillen tussen beide programma’s. Maar de kern is hetzelfde, benadrukken beide gesprekspartners. Het gaat erom dat mensen delen wat ze over hebben. Het geeft een positieve draai aan het leven van andere mensen en dat geeft We zien mooie contacten of vriendschappen ontstaan tussen verhuurder en huurder De verhuurder is niet de hulpverlener, maar de huisgenoot De Rustplek en Onder de Pannen Het basisprincipe van De Rustplek en Onder de Pannen is hetzelfde: mensen die ruimte over hebben in hun huis, stellen die tijdelijk beschikbaar voor mensen met een acuut woonprobleem. Deze mensen kunnen daardoor vanuit een stabiele woonsituatie werken aan hun toekomst. Beide initiatieven zorgen voor de selectie en matching van de aanbieders en de zoekers, en voor begeleiding tijdens de periode van het verblijf. De Rustplek is in 2015 ontstaan in Amersfoort en breidt uit over het land. In 2021 boden 35 gastgezinnen samen 2038 nachten rust, maximaal zes maanden per match. Onder de Pannen is in 2015 in Amsterdam begonnen en breidt ook uit over het land. Jaarlijks wonen er minimaal vijftig mensen via Onder de Pannen. De periode is maximaal een jaar. voldoening. Postma: ‘We zien bij Onder de Pannen mooie contacten of vriendschappen ontstaan tussen de verhuurder en de huurder. Dit varieert van een luisterend oor en het helpen bij klusjes tot het voor elkaar koken en samen eten.’ De beide organisaties waarborgen dat het voor de aanbieders behapbaar blijft. Daarin zijn de selectie van de aanbieders en de zoekers en de matching belangrijke schakels. Postma: ‘De screening doen we heel serieus. Op papier zijn de economisch dak- en thuislozen mensen met enkel een woonprobleem. Maar er speelt bij de meesten toch van alles, bovenop het woonprobleem. Zoals beginnende schulden, isolement of verlies van werk. Onze huurders én verhuurders moeten wel de sociale vaardigheden hebben om samen te kunnen wonen.’ Hermann herkent dat: ‘Gastgezinnen beschrijven hun eigen profiel. Als er in het huishouden zelf al psychische problematiek is, dan gaan we niet zo snel op hun aanbod in. Verder geldt voor de gasten dat ze dagbesteding moeten hebben. Dat zorgt ervoor dat ze ’s avonds moe zijn. Wij werken best veel met jongvolwassenen. Zonder dagbesteding bestaat de kans dat zij een omgekeerd dag- en nachtritme krijgen. Dat is niet vol te houden voor de gastgezinnen.’ Duidelijkheid over de periode ‘Voor de huurders van Onder de pannen geldt bovendien dat iemand bereid is om samen met een hulpverlener aan de slag te gaan met de problemen en uitdagingen die er spelen’, vertelt Postma. ‘Dat onderstreept nog eens dat de verhuurder niet de hulpverlener is, maar de huisgenoot. De begeleiding is er met name op gericht om samen een plan te maken voor het vinden van definitievere woonruimte.’ Dat helpt de gastgezinnen ook om het behapbaar te houden. De afgesproken maximale periode staat vast. Mocht er aan het eind nog geen andere woonruimte zijn, dan nog eindigt de overeenkomst op de afgesproken datum. Tenzij de verhuurder zelf wil verlengen. En de samenwerking met het maatschappelijk werk onderstreept dat de verhuurder niet de hulpverlener is. Kwaliteit op orde De Rustplek en Onder de Pannen werken op een vergelijkbare manier om de kwaliteit op orde te houden. Zo is een Verklaring Omtrent Gedrag verplicht. Beide initiatieven hebben een gedragscode en een protocol hoe te handelen in geval van incidenten. Ook is er bij allebei een vast aanspreekpunt voor beide kanten. Hermann vult nog aan: ‘Wij vragen de gastgezinnen om twee referenties op te geven en dat mag geen familie zijn. Verder organiseren we vier keer per jaar een lunchbijeenkomst voor de gastgezinnen. Zij kennen elkaar dus en kunnen onderling ervaringen uitwisselen.’ Meer informatie De Rustplek: Jutta Hermann, derustplek.nl Onder de Pannen: Marit Postma, onderdepannen.nl U kunt ook terecht bij Movisie-experts Nelleke Westerveld en Mirjam Andries 17
RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=