Sociale infrastructuur Om problemen in de wijk vroegtijdig te signaleren en passende en laagdrempelige ondersteuning te bieden, moeten wijkteams onderdeel zijn van de sociale infrastructuur in de wijk. En voldoende tijd en ruimte krijgen om met collectief werken aan de slag te gaan en relevante contacten te leggen in de wijk. Daar ligt een belangrijke taak voor gemeenten, aldus het Sociaal en Cultureel Planbureau in het rapport Uitdagingen in het sociaal domein (2022). In een straat waren wel tien professionele organisaties betrokken. Ieder doet zijn eigen ding Utrecht is een van de gemeenten die deze taak oppakt en de samenwerking tussen sociale basis en wijkteams stimuleert. Buurtteams Utrecht, welzijnsorganisatie DOCK en gemeente Utrecht nemen daarom ook deel aan de landelijke Leerkring collectief en preventief werken die Movisie opzette. Zij benoemen dat je elkaar nodig hebt om te weten wat er gebeurt in een wijk. In het genoemde magazine COLLECTIEF geeft sociaal makelaar Rhianne Lops een voorbeeld uit een buurt in de Dichterswijk. ‘Hier zijn een paar straten met oude sociale woningbouw met weinig sociale cohesie. Als DOCK merkten we dat het echt niet goed ging in deze buurt. Je kunt niet werken aan sociale cohesie als er veel individuele problemen zijn. Er is geïnventariseerd hoeveel gezinnen hulp hadden. Wat bleek, veertig van de zeventig huishoudens kregen hulpverlening de afgelopen zeven jaar. In een straat waren wel tien professionele organisaties betrokken. Ieder doet zijn eigen ding. Nu zijn we samen met de woningcorporatie, de gemeente, het jongerenwerk en het Buurtteam aan het kijken wat we hier kunnen doen.’ Goed voorbeeld Linda Timmermans is sociaal werker bij Buurtteams Utrecht en vult aan: ‘We zien echt dat collectief werken vooral een succes is als we het als collega’s op een gelijkwaardige manier oppakken. Dat werkt beter dan wanneer één partij iets heeft ontwikkeld en dat bij de ander neerlegt. We hebben bijvoorbeeld Buurtkoffies in verschillende wijken, waaraan zowel welzijnsorganisatie De Wilg als DOCK en het Buurtteam meedoen. Wij zijn zo in de buurt voor snelle doorverwijzing en bieden ook iets voor mensen waarbij individuele hulp is afgerond. Hiermee is gezamenlijk iets gemaakt, waarmee mensen in beeld blijven en elkaar helpen.’ Er zijn meer goede voorbeelden waarop voortgebouwd kan worden. Ook voor mensen voor wie deelname aan collectieve activiteiten niet vanzelfsprekend is. Zoals de aanpak W in de wijk, het vervolg op GGZ in de wijk. Die werkt aan wijken waar iedereen welkom is, ook mensen met een psychische kwetsbaarheid. Ervaringsdeskundigen, zorg- en welzijnsorganisaties en gemeenten werken samen aan een aanbod met en voor inwoners met een psychische kwetsbaarheid. Coaches uit ggz en welzijn en ervaringsdeskundigen delen hun kennis met vrijwilligers en professionals via de training Bouwstenen voor een ggz-vriendelijke wijk of tijdens Q&A-sessies. Ook zorgen zij voor verbindingen tussen inwoners, vrijwilligers, professionals, ondernemers en andere sleutelpersonen in de wijk, voor snelle ondersteuning aan mensen met een kwetsbaarheid. Ervaringsdeskundigen bieden op inloop- en ontmoetingsplekken en via huisbezoek een luisterend oor en proberen situaties bespreekbaar te maken (meer info op w-indewijk.nl). Een voorbeeld is ook het prikkelarme buurthuis De Paraplu in Utrecht, waar ook inwoners met een specifieke ondersteuningsbehoefte vanwege hersenletsel of lichamelijke beperking, aan activiteiten deel kunnen nemen. Waar nodig worden zij daarbij ondersteund door vrijwilligers en professionals. Een aanbod waarvoor inwoners niet eerst een indicatie moeten aanvragen, maar dat voor iedereen beschikbaar is vanuit collectieve middelen. Meer info? Bekijk het digitale magazine COLLECTIEF of het artikel Handvatten voor gemeenten: preventief werken in het sociaal domein op de Movisie-site. Of benader Silke van Arum (s.vanarum@movisie.nl) of Hilde van Xanten (h.vanxanten@movisie.nl). Randvoorwaarden voor collectief werken De deelnemers aan de Leerkring collectief en preventief werken benoemden samen wat gemeenten, wijkteams en maatschappelijke organisaties moeten doen om niet incidenteel, maar structureel in te zetten op collectief werken. 1. Zorg voor zicht op veelvoorkomende problematiek en kansen in de wijk. 2. Zorg voor een heldere opdracht vanuit de gedachte ‘collectief waar mogelijk, individueel waar nodig’ en breng partijen bij elkaar (of geef een van de partijen de ruimte en positie dit te doen). 3. Erken de noodzaak van het inzetten van samenlevingsopbouwers en kwartiermakers en regel dat in. 4. Spreek als partners in de wijk verwachtingen en ambities naar elkaar uit. 5. Benoem met elkaar het gedeeld belang; dat verbindt en activeert. 6. Geef prioriteit aan de opgave in de wijk/het gebied; iedereen maakt tijd vrij. 7. Bouw aan vertrouwen in de samenwerkingsrelatie, dus: investeer, zoek elkaar op, ga samen aan de slag en reflecteer (en blijf dit doen). 8. Waardeer wat jullie met elkaar bereiken, waardeer en steun de kartrekkers. 12
RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=