'Mensen verbinden gaat nu vooral digitaal'

Wendy Huijbers is sociaal werker bij Sociom, organisatie voor sociaal werk in het Land van Cuijk. Aangejaagd door de coronapandemie, waarin persoonlijk contact veel minder mogelijk was, realiseerden zij en haar collega’s binnen een week vier digitale platforms (voor elke gemeente één) om vraag en aanbod rondom coronahulp bij elkaar te brengen.

Het hele interview lees je hier: ‘Mensen verbinden, gaat nu vooral digitaal’

‘Met de gemeenten waren we al een tijdje in gesprek om digitale buurtplatforms op te zetten, zodat inwoners op een centrale plek elkaar makkelijk en snel kunnen vinden. Bijvoorbeeld voor vrijwilligershulp, het uitwisselen van tips en delen van informatie over activiteiten. Normaliter ga je eerst met alle betrokken partijen in gesprek, maak je een plan, regel je de financiën en toets je draagvlak bij de inwoners. Toen kwam corona en hebben wij als Sociom initiatief genomen om de platforms snel op te gaan zetten, omdat we ook zagen dat er op social media een wildgroei ontstond aan initiatieven. Goed bedoeld, maar niet altijd overzichtelijk en makkelijk om te matchen. In zeven dagen tijd hebben we een voorstel aan de vier gemeenten gedaan, kregen we groen licht en waren de vier websites gelanceerd! We kozen voor het concept van ‘mijnbuurtje.nl’ wat al in meer dan 60 gemeenten gebruikt wordt waaronder in Boxmeer, ook in het Land van Cuijk.

“Mijnbuurtje.nl” is jaren geleden ontwikkeld om inwoners zowel online als offline met elkaar te verbinden, met als doel een meer betrokken buurt, waar mensen elkaar makkelijk vinden. Inwoners krijgen op het platform een verbindende rol en worden getraind in zowel ‘community building’ als ook online communicatie. Dit zijn vrijwilligers in de rol van buurtverbinder. Door buurtverbinders in te zetten, wordt er draagvlak gecreëerd en worden de inwoners eigenaar van het platform in hun eigen gemeente. Voor onze platforms waren al enkele inwoners gevonden, die vervolgens online zijn opgeleid om de websites te beheren en uit te dragen in hun eigen gemeente. Daarvoor kregen zij een training vanuit Mijnbuurtje, om hier vervolgens zelf en op hun eigen manier mee aan de slag te gaan. De buurtverbinders zijn echt de dragende krachten achter de platforms, en wij ondersteunen hen daarin waar dat nodig is.’

Persoonlijk uitnodigen

‘De websites zijn 26 en 27 maart 2020 online gegaan. Normaal gesproken kost het drie jaar om een platform in een gemeente goed te integreren. Wij hebben in een krappe week de platforms gelanceerd en zijn in een rap tempo het bestaan gaan promoten en buurtverbinders gaan opleiden. Op verschillende manieren wordt nu de verbinding gezocht met de platforms. Zo wordt bij het infopunt van bibliotheken doorverwezen naar het platform. Dit is ook juist de plek waar ouderen hulp krijgen met digitale vaardigheden. Inmiddels zijn een aantal platforms al uitgegroeid tot echte actieve buurtplatforms waar inwoners zelf ook gedeeld eigenaar van zijn. Zo kent het platform SamenSintAntonius 398 profielen en 30.000 unieke bezoeken. Mijn collega’s en ik hebben een groot netwerk in ons werkgebied; bijvoorbeeld dorps- en wijkraden, Zorgcoöperaties, Stichting Welzijn Ouderen en KBO’s maar ook professionele organisaties. Die worden allemaal persoonlijk uitgenodigd. Met Centrum Mantelzorg hebben wij heel korte lijnen. Zij waren ook de eerste die de platforms hebben opgenomen in hun nieuwsbrieven.’

Formeel en informeel samenbrengen

Samen met Marjo Mooren, coördinator bij Centrum Mantelzorg, is Wendy duo projectleider van de lerende praktijk van In voor mantelzorg-thuis in Land van Cuijk. Mantelzorgondersteuning is voor haar dan ook een belangrijk aandachtspunt. ‘Vanuit het programma werken we al met veel professionals samen. Hierbij kijken we naar hoe we het aanbod van mantelzorgondersteuning onder de aandacht kunnen brengen. Hoe breng je informeel en formeel samen? Daar gaan deze websites ook in voorzien. Alle professionals worden hierover geïnformeerd. Of het nu dagbesteding is of een ambulante begeleidingsorganisatie, zodat iedereen zijn aanbod op deze website zet. In eerste instantie zijn de platforms gelanceerd om vraag en aanbod aan elkaar te kunnen matchen, maar we zien dat ze nog veel meer worden gebruikt als plek waar inwoners ervaringen uitwisselen, elkaar informeren over activiteiten in de buurt en waar ook wordt geïnformeerd.’

Wendy geeft aan dat het aanbod op de platforms in het begin groter was dan de vraag, maar geeft hier ook een mogelijke verklaring voor. ‘De hulpvraag komt vaak pas als een mantelzorger echt overbelast is. Ook zijn niet alle ouderen en mantelzorgers even digitaal vaardig. Het blijft de uitdaging om vraagverlegenheid weg te nemen, ook via een platform. Ouderen vinden dit soms nog eng en nemen liever contact op met bijvoorbeeld de sociaal werker. Dat is begrijpelijk en via de manier is natuurlijk ook mogelijk om een match te maken.’

Tips van Wendy

  • Maak er uiteindelijk ook weer iets van de bewoners van en betrek hen vanaf het eerste moment. Zonder draagvlak van inwoners heeft een platform op lange termijn geen bestaansrecht.
  • Word geen concurrent van de bestaande burgerinitiatieven. Omarm ze en zoek de samenwerking. ‘We doen het samen’.
  • Maak van een initiatief, zoals een digitaal platform een gezamenlijk iets. Trek samen met je collega professionals en de gemeente op om dit op te pakken, zodat er onder hen ook draagvlak bestaat en zij weten waar je deze platforms voor kan inzetten.
  • Nodig organisaties persoonlijk uit om hun aanbod te delen.
  • Gewoon doen. Ga met je partners in gesprek (gemeente als opdrachtgever) en durf nu ook buiten de gebaande paden te wandelen. Buiten de bestaande kaders denken is iets wat we juist in deze tijd kunnen en moeten doen. Experimenteren mag.
  • Kies een online platform dat kan doorgroeien tot versterking van de gehele community en niet alleen maar hulpvraag en aanbod ondersteunt.
  • Wees ervan bewust dat het creëren van een online community tijd en geduld vergt.