De Balint-methode voor intervisie

De Balint-methode is een methode waarin je één casus behandelt, waarvan de meeste mensen denken iets te kunnen leren.

De Balint-methode is geschikt voor (ervaren) intervisiegroepen met minimaal vijf deelnemers. Een belangrijke voorwaarde is dat de deelnemers elkaar goed kennen en vertrouwd zijn met elkaar. Het doorlopen van de methode kost wel tijd; tussen de één en twee uur.

Elf stappen

In de methode staan elf stappen

  1. Casussen verzamelen
    De intervisiegroep verzamelt mogelijke casussen van deelnemers.
  2. Interesse kweken
    Elk groepslid of stel dat samen hetzelfde punt naar voren heeft gebracht, licht zijn casus in maximaal drie zinnen toe. Deze persoon of dit stel heet ‘de casusinbrenger’.
  3. Probleemkeuze
    De groep beslist met welke casus ze aan de slag gaat.
  4. Procesbegeleider
    De groep bepaalt wie de rol van procesbegeleider op zich neemt.
  5. Casus uitgebreid toelichten
    De casusinbrenger licht de casus uitgebreid toe.
  6. Associëren
    De deelnemers schrijven hun eerste associatie op.
  7. Beeldvorming 
    Als iets onduidelijk is, vragen de deelnemers om verduidelijking. De casusinbrenger geeft kort antwoord. Bij meerdere casusinbrengers zorgt de procesbegeleider ervoor dat beiden aan het woord komen.
  8. Oordelen individueel
    Elke deelnemer schrijft zijn eigen advies en/of suggesties op voor de gekozen casus
  9. Oordeelsvorming in de groep
    Voor de oordeelsvorming zijn meerdere strategieën. De strategie is afhankelijk van de groepsgrootte en de wensen en mogelijkheden van de casusinbrengers. De adviezen kunnen direct aan de casusinbrenger worden gegeven of in subgroepen worden besproken. Het is belangrijk dat de casusinbrenger tussendoor niet reageert.
  10. Besluitvorming
    De casusinbrenger vertelt wat hij heeft gedaan of gaat doen en wat hij heeft aan de adviezen van de groep.
  11. Evaluatie

Bron: Balint Nederland