Zeggenschap volgens sociaal werkers: ‘Er is een mooie mondigheid ontstaan’

Ruimte voor invloed inwoners: deel 1

Het groen in de buurt, ontmoetingsmogelijkheden of het gemeentelijke beleid: er zijn veel gebieden waarop inwoners invloed willen uitoefenen. Maar de groep die zijn stem laat horen is meestal weinig divers. Hoe dat anders kans, vraagt Movisie in een vierdelige serie aan mensen die dagelijks werken aan meerstemmigheid. Dit is deel 1, met sociaal werkers Mhamed Yahia uit Helmond en Eva Wetsteijn uit Peel en Maas.

Wat betekent zeggenschap en invloed van bewoners volgens jullie? 

Wetsteijn: ‘In de gemeente Peel en Maas hebben we het over zelfsturing door de inwoners. “Een eilandje van zelfsturing” wordt het wel eens genoemd. Al in de jaren negentig vroeg de gemeente zich af: “Wie zijn wij eigenlijk, dat wij altijd het laatste woord hebben?” Men zag in dat de gemeente meer moet willen zijn dan enkel regelgevend en sturend. De gemeente wilde ook communicatief zijn, in gesprek gaan met de inwoners. 
Bij zelfsturing zijn er twee belangrijke elementen totaal omgedraaid: het eerste is dat de bewoners in the lead zijn. Ze hoeven niet te wachten tot de gemeente hen vraagt om te reageren op een plan of nota. Ze komen zelf met ideeën over wat ze voor hun dorp willen. Het tweede is dat de gemeente ze niet bevraagt op een probleem of als onderdeel van een bepaalde doelgroep. Dan lekt de energie weg. In Peel en Maas gaat het erom duidelijk te krijgen waar mensen blij van worden, waar ze vleugels van krijgen.’

Yahia: ‘Daar sluit ik me bij aan. Het gaat inderdaad vooral over ruimte némen. Niet afwachten tot de overheid naar je toekomt, maar je afvragen hoe je er zelf eigenlijk in staat. Voor de overheid betekent het dat ze veel meer de dialoog aangaat met inwoners. Dat ze laat zien dat de inwoners mogelijkheden en kansen hebben om invloed uit te oefenen. En dat ze dat ook stimuleert en faciliteert.’

Over de geïnterviewden: Mhamed Yahia en Eva Wetsteijn

Mhamed Yahia is innovatiemedewerker bij LEVgroep. In Helmond ondersteunt hij inwoners en hij faciliteert ze bij het bereiken van hun doelen.
Eva Wetsteijn werkt als opbouwwerker bij Vorkmeer in de gemeente Peel en Maas. Deze gemeente heeft de naam een eilandje van zelfsturing te zijn. In deze publicatie  van gemeente Peel en Maas is op pagina 52 de sorteermachine te vinden die Eva noemt in het gesprek.

Kun je een voorbeeld geven van invloed en zeggenschap uit je eigen praktijk?

Yahia: ‘Bij ons loopt nu een project waarbij de collega’s van het wijkteam achter de voordeur gevraagd hebben wat voor de inwoners belangrijke kwesties zijn. De inwoners gaven aan dat ze te weinig samenhang ervaren en dat ze last hebben van zwerfafval. Daarop zijn we met koffie en statafels op een pleintje gaan staan. We vroegen de voorbijgangers wat zij van ons nodig hadden om aan oplossingen te werken. De eerste keer waren er 3 mensen, en 3 maanden later 25. Een groep volwassenen en een klein groepje jongeren. Er is een groepsapp aangemaakt om onderling meer contact te hebben. Dat helpt voor de verbondenheid en dat helpt weer in het tegengaan van de afvaldumpingen. Want als dat voorheen gebeurde, dan was er niemand die er iets van zei. Maar laatst werd iemand die zijn afval dumpte aangesproken door 3 mensen. Dat gebeurde voorheen echt niet.’

Wetsteijn: ‘Vaak begint het met een vraag van inwoners om ondersteuning bij hun initiatief. Wij als professionals van Vorkmeer gaan daar niet naar op zoek. Er is in de loop der jaren een mooie mondigheid ontstaan onder de inwoners. Deze zomer wilde een groep inwoners van een dorp van 850 inwoners iets doen voor de kinderen van de grote groep Oekraïners die hier zijn gekomen. Ze hebben een soort scoutingkamp georganiseerd. Wij hoefden eigenlijk alleen maar juichend aan de zijlijn te staan, dat is vaak al genoeg. Het enige waarvoor ze bij ons kwamen was de vraag hen op weg te helpen om financiering te regelen voor de maaltijden tijdens het kamp.’

In hoeverre zien jullie in de praktijk verschillen tussen (groepen) bewoners als het gaat om het uitoefenen van zeggenschap en invloed?

Yahia: ‘Die verschillen zie ik zeker. Kijk je naar de modale wijken bij ons in Helmond, dan vinden mensen het vanzelfsprekend dat ze invloed hebben. Maar in een wijk met veel problemen zoals armoede, dan ligt dat heel anders. Verder zie je in de hele stad bij gelegenheden waarop ze zeggenschap kúnnen hebben, weinig jongeren. En zeker jongeren van kleur, en dat geldt ook voor volwassenen van kleur.’ 

‘Voorheen zagen we vooral de grijze heren. Nu zijn er ook dertigers opgestaan.’

Wetsteijn: ‘Tot vijf jaar geleden zagen we hier vooral de grijze heren. Nu zijn er ook meer dertigers opgestaan, die scherp op inclusiviteit letten. Zij gaan de deuren langs om te achterhalen wat er speelt, in alle buurten en wijken en alle rangen en standen. Maar je houdt altijd het risico van onuitgesproken hiërarchie bij initiatieven.’

Denken jullie dat er groepen bewoners zijn die meer zeggenschap en invloed zouden willen hebben? Welke drempels ervaren zij?

Yahia: ‘Ik kreeg klachten van een groepje jongeren dat zij geen invloed mogen uitoefenen. Hun wens was om een eigen ruimte in de wijk te hebben. Toen heb ik gezegd: “Jullie kunnen blijven klagen, maar daar hebben we niks aan. Volgens mij is het vooral een kwestie van – nog – niet kúnnen. Ik laat jullie zien welke wegen je kunt bewandelen.” Ik heb ze verteld dat ze een brief kunnen schrijven naar de betrokken wethouder en naar raadsleden, of dat ze hen kunnen uitnodigen. Ze hebben een stuk geschreven met het plan voor hun eigen Droomfabriek. Daar help ik ze dan wel wat bij, natuurlijk. Dat plan is goed geland, en ook nog eens op het moment dat er een project liep om leegstaande gemeentelijke panden een tijdelijke bestemming te geven. Nu is die Droomfabriek er gewoon en ontmoeten honderden jongeren elkaar om te sporten en muziek te maken.’

Wetsteijn: ‘Ja, ook bij ons schuurt het wel eens. Er is niets zo frustrerend voor inwoners als ze zich inzetten voor iets waarvan uiteindelijk blijkt dat ze er niet over gaan. Om die energieverspilling zo veel mogelijk te voorkomen is er in Peel en Maas een sorteermachine voor eigenaarschap. Bij ieder initiatief wordt eerst de vraag beantwoord van wie het is. Gaat het over het verleggen van de toegangsweg naar een dorp? Dan is dat niet alleen van de gemeente, maar ook van de provincie. Van zelfsturing kan dus geen sprake zijn. Gaat het over het bouwen van woningen in bestaande woonwijken waardoor speeltuintjes verdwijnen? Dan staat de gemeente aan de lat, maar mogen inwoners wel meedenken.’  

Hoe probeer je in je eigen werk de 'zachte en onderbelichte stemmen' meer te laten doorklinken? 

Yahia: ‘Zoals bij de jongeren van de Droomfabriek, zo ga ik eigenlijk altijd te werk. Ik probeer bewustwording te creëren dat er wel degelijk ruimte voor invloed is. Dat begint met het voordoen: als mensen zien dat ik zeggenschap heb, dan zien ze van dichtbij hoe het kan werken. De volgende stap is dat ik mensen stimuleer om zelf stappen te zetten. En vervolgens kunnen ze gaan ervaren dat er echt veel mogelijk is als ze zich verenigen. Ik werk met de ABCD benadering en zoek dus naar wat er aan krachten is in de buurt. Dat werkt echt goed. In het geval van de jongeren en de Droomfabriek zelfs beter dan onze inzet als opbouwwerkers tot dan toe. Want doordat de jongeren de tijdelijke locatie geregeld hebben, blijkt er nu wél geld voor een permanente plek te zijn. Iets wat wij al jaren bepleitten.’ 

'Belangrijk is dat mensen zich veilig voelen om te zeggen wat er gezegd moet worden'

Wetsteijn: ‘Ik probeer elementen van deep democracy in te zetten. Dus niet alleen naar de hardste stemmen, het topje van de ijsberg, luisteren, maar ook onder de waterlijn kijken en het potentieel daar aanspreken. Belangrijk is dat mensen zich veilig voelen om te zeggen wat er gezegd moet worden. 

Verder geloof ik erg in de structure of belonging. Iedereen wil ergens bij horen. Ik probeer altijd de mensen die minder meedoen in gedachten te hebben. Initiatieven zijn nooit af, er kan altijd nog iemand bij. En wie zit er dan op de lege stoel? Dat probeer ik ook actief uit te dragen bij initiatieven.’

Yahia: ‘Het is vaak een kwestie van volhouden. Soms merk je dat je tegen een muur oploopt. Zoals laatst bij een project om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Die jongeren zitten soms in situaties waarin alle hoop en vertrouwen verloren is. Als een opa van een jongen van een jaar of vijftien dan zoiets zegt als: ‘Ach jongen, jij hoeft toch niet op school te blijven, jij gaat toch gewoon werken’, dan ga ik het gesprek aan met zo’n jongen. Niet om hem te overtuigen, maar vooral om inspiratie te bieden en om hem zélf te laten kiezen. Als ik als sociaal werker het op zou geven op zo’n moment, dan houdt het toch helemaal op? Jongeren zijn voor mij de ingang om het bewustzijn niet alleen bij hen, maar ook bij de volwassenen op gang te brengen. Dat ook zij zien dat ze wel degelijk dingen kunnen bereiken. In hun eigen leven en in hun omgeving.’

Lees ook deel 2 van het vierluik: ‘Bewonersinvloed is ook collectief luiers inkopen’.

Tekst: Tea Keijl