Movisies 2 - juni 2022

Doe maar wat ‘Binnen de verpleegkunde en geneeskunde leer je klinisch redeneren’, vervolgt De Mönnink. ‘Professionals werken met diagnoses en interventies. Een arts kan exact beredeneren waarom hij of zij een bepaalde behandeling voorstelt. Wel eens een verpleegkundige horen zeggen dat ze maar wat doet of niet weet wat ze doet? Dat zouden we als patiënt niet pikken. Toch zeggen veel sociaal werkers dat tegen me: eigenlijk doe ik maar wat, ik kan niet zeggen wat ik doe, of ik weet niet wat ik doe. Is dat professioneel?’ Volgens De Mönnink kun je als sociaal werker methodisch denken in drie stappen. ‘Eerst maak je een denkbeeldige foto van de stresssituatie. Wat is de vraag en waar liggen de behoeften? Vervolgens maak je in je hoofd werkhypothesen: welke tools kan ik inzetten waardoor iemand meer regie krijgt? Ten slotte stel je een werkwijze voor en meet je of de resultaten kloppen met wat je samen beoogde.’ Ruimte voor verlies De Mönnink: ‘Verlieskunde is een transdiagnostisch thema. We hebben er allemaal mee te maken, dus daardoor kan de keuze worden gemaakt er dan maar geen aandacht aan te schenken. Maar dat is een denkfout. Maak ruimte voor de rouw die er is. Als je geen kennis hebt van rouw kan het zijn dat je het niet eens herkent.’ De behoefte om verlieservaringen te delen, is volgens hem enorm. ‘Als het sociale netwerk hier geen ruimte voor heeft, dan kunnen sociaal werkers wel die ruimte bieden. Rouwreacties zijn immers normale reacties op abnormale omstandigheden. Daar moet je niet direct een psycholoog op zetten. Dat past prima bij het werk van een sociaal werker. Psychologen zijn er voor de complicaties.’ Groepsgericht De Mönnink pleit voor een meer groepsgerichte aanpak in het sociaal werk. ‘We moeten van de ego-wereld waarin we leven veel meer naar een LEGO-wereld. Samen bouwen in plaats van dat alles draait om je eigen ik. Mensen zijn sociale wezens. Als ze iemand kwijtraken door verlies ervaren ze niet alleen het gemis. Ze merken ook dat een deel van hun steunnetwerk verloren gaat. De groepsaanpak werkt goed. Vroeger was het normaal dat mensen in groepen samen opkwamen voor hun belangen. Groepen agenten met traumatische ervaringen vinden steun bij elkaar. En dat geldt ook voor ouders van een vermoord kind, achterblijvers bij een vermissing, nabestaanden bij een suïcide. Ik zie ook wijksociaal werkers die ik train om een verlies- en rouwgroep op te zetten.’ ‘Bij grote rampen, zoals de Bijlmerramp en de vuurwerkramp, stonden sociaal werkers weliswaar paraat, maar methodisch met lege handen. Dan is er bij een grote groep sprake van verlies, rouw en trauma. Ook nu met de situatie in Oekraïne zien we dat terug. Niemand had verwacht dat dit zo omvangrijk zou zijn. Als sociaal werkers getraind zijn in verlieskunde, dan zijn ze beter voorbereid.’ Fotoschouw Volgens De Mönnink moeten sociaal werkers niet bang zijn het thema verlies en rouw aan te pakken. ‘We hebben de neiging er direct psychologen bij te halen, omdat het zo’n groot thema is. Maar sociaal werkers kunnen dit prima. Je moet mensen niet direct pathologiseren. Jaren geleden trainde ik maatschappelijk werkers van slachtofferhulp in het gebruiken van de fotoschouwprocedure. Bijvoorbeeld als een nabestaande van moord met veel vragen zit. Hoe is iemand aangetroffen? Gaat het echt wel om die persoon? Wat is er precies gebeurd?’ Bij een fotoschouw worden foto’s ingezet om het verhaal duidelijk te krijgen. ‘Vaak heeft de politie foto’s van de plaats waar het gebeurde. Er wordt dan door de maatschappelijk werker gekeken welke foto’s antwoord kunnen geven op de vragen. Vervolgens wordt er een tekening van gemaakt en pas daarna krijgen mensen de foto te zien. En dat gebeurt alleen als degene die de vragen heeft dit ook echt wil. Als mensen de foto’s hebben gezien, komt vaak het besef: dit is echt. Dan ontstaat er ook ruimte voor rouw.’ Oorlogsstress De coronapandemie is nog niet achter de rug of de oorlog in Oekraïne dient zich aan. De Mönnink: ‘Het verschil met de pandemie is dat dit gaat om man-made violence. Dit geweld wordt met opzet gepleegd. In Oekraïne is sprake van massamoord. Ik ga sociaal werkers uit Kiev en Tsjechië trainen om survivors te leren hiermee om te gaan. Er zijn mensen dood, maar soms weet je het niet eens. Dan is er iemand vermist en heeft de nabestaande geen idee of die persoon nog leeft.’ Sociaal werkers komen in aanraking met uiteenlopende psychosociale stresssituaties, waaronder verliesgerelateerde stress. Maar ook bijvoorbeeld praktische stress, materiële stress, emotionele stress, fysieke stress en cognitieve stress, relationele stress, buurtstress en structurele stress. ‘Mensen uit Oekraïne ervaren oorlogsstress en dat kan al deze verschijningsvormen hebben. We willen in het noorden sociaal werkers trainen die Oekraïense vluchtelingen in groepsverband leren omgaan met deze vormen van stress. Welke stapeling van stress is aanwezig en hoe kun je die stapel verlagen?’ Kracht van sociaal werkers ‘Sociaal werkers kunnen zichzelf sterk positioneren als psychosociale stressdeskundigen die sociale gezondheid bevorderen’, vindt De Mönnink. ‘Als er frictie is tussen een persoon en zijn omgeving, raken mensen gefrustreerd en dan ontstaat stress. Daar kun je ze bij helpen. Normaliseren, contextualiseren en interveniëren, dát is de kracht van het sociaal werk.’ Grensoverschrijdend gedrag in de sport ‘ Iedereen heeft een rol bij het herkennen en aanpakken’ Grensoverschrijdend gedrag in de sport is vaak in het nieuws: seksueel getinte berichten van Ajax-bestuurder Marc Overmars, een angstcultuur bij de Oranje-hockeysters en een turncoach die een pupil doodt met wie hij een relatie had. Amma Asante en Wendela Wentzel, senior adviseurs sociale veiligheid bij Movisie, vertellen hoe je als sportvereniging grensoverschrijdend gedrag kunt herkennen en aanpakken. Door: Sifra van der Kolk Amma Asante: ‘Grensoverschrijdend gedrag komt helaas nog te vaak voor. Met name in de amateursport, waar vooral minderjarigen aan deelnemen, is het van belang om hier aandacht voor te hebben. Grensoverschrijdend gedrag heeft verstrekkende gevolgen voor slachtoffers. Als je het niet tijdig ontdekt en aanpakt, kan het er bij kinderen voor zorgen dat ze een hekel krijgen aan sporten. In een samenleving waarin de overheid stevig inzet op gezond leven, Veel sociaal werkers zeggen: eigenlijk doe ik maar wat. Is dat professioneel? Marie Kamphuis Lezing door Herman de Mönnink Herman de Mönnink verzorgt op 6 oktober 2022, tijdens de Agenda van het Sociaal Werk, de Marie Kamphuis Lezing. Houd de website van Movisie in de gaten voor aanmelding. 6 7

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=