Movisies 1 - februari 2018

14 ‘Ik wil de ander niet lastigvallen’, of ‘Dat is privacy’. Wat doe je als je tegen die muur stuit? Hulpverleners zien de waarde van de sociale omgeving. Het zou ouders juist rust geven als de kinderen even ergens kunnen logeren. Dan is er meer ruimte om te werken aan de problemen. Maar zo’n voorstel loopt vast op het feit dat cliënten dit niet willen. Wanneer je erop doorvraagt, worden er verschillende argumenten aangedragen waar je als hulpverlener begrip voor hebt. En dus staak je voorlopig het gesprek erover. Als je zou blijven aandringen, dan bekoelt de Samenwerkings- relatie. En als dat vaak al fragiele lijntje breekt, kun je het gezin niet meer helpen.’ Handelingsverlegenheid Uit onderzoek blijkt dat onderlinge hulp en steun tussen burgers niet of moeizaam tot stand komt. Sociale normen spelen daarin een belangrijke rol. ‘Problemen hoor je zelf op te lossen en als omstander hoor je niet ongevraagd advies te geven. Deze ongeschreven regels spelen ook tussen cliënten en hulpverleners. Stuurt de hulpverlener in het gesprek ongevraagd op oplossingen vanuit de sociale omgeving, dan kapt de cliënt dit af. Hij bepaalt zelf wel hoe hij zijn probleem oplost en laat merken dat de hulpverlener grenzen overschrijdt met zijn vragen. De hulpverlener realiseert zich dat zijn handelen ‘niet hoort’ en niet respectvol is. De cliënt doet terecht een beroep op het recht op eigen regie en dus staakt de hulpverlener het gesprek erover.’ Schaamte Door het gesprek te voeren op het niveau van ‘eigen regie en auto- nomie’ zien professionals het eigenlijke probleem over het hoofd. Je vraagt niet makkelijk om hulp als je het gevoel hebt dat je faalt. Hulp en steun vragen, verlaagt je eigenwaarde. Cliënten schamen zich. Daarnaast speelt de angst voor afwijzing en het oordeel van anderen een grote rol. ’Mijn collega’s hebben geconcludeerd dat het uiteindelijk respectvoller is om door te vragen als je vermoedt dat je cliënt zich isoleert. Iedereen schermt zich af als hij zich kwets- baar voelt, terwijl je juist dan extra steun, erkenning en begrip kunt gebruiken.’ Aanpak Paans: ‘We vragen pas hulp als we ons probleem hebben geaccep- teerd. Bovendien moet je voldoende zelfvertrouwen en vertrouwen in de ander hebben voordat je die stap durft te zetten.’ Hoe kun je als hulpverlener de afstand verkleinen tussen je cliënt en betrouw- bare personen uit zijn sociale omgeving? Het antwoord is eigenlijk simpel: door voortdurend positieve meningen van de sociale omgeving over de cliënt, zijn situatie en handelen te ontlokken tijdens gesprekken. Je stelt daarmee een ander type vragen. • Om het probleem te helpen accepteren, vraag je de cliënt: wie snapt waar je mee worstelt? Wie geeft jullie niet de schuld van het probleem? Volgens wie is hulp vragen goed om te doen? • Om het zelfvertrouwen te versterken, vraag je de cliënt: wie vindt dat jullie het goed doen? Wie heeft respect voor hoe je het volhoudt? Wat vinden anderen dat je goed doet? Vraag door op situaties waarbij je cliënt anderen hulp geeft of succesvol is. Iedereen wil graag presteren en niemand wordt graag als slachtoffer gezien. Eigenwaarde is essentieel om uiteindelijk hulp of steun te durven vragen. • Om het vertrouwen in betrouwbare personen te versterken vraag je door op positieve meningen/complimenten van omstanders. Bijvoorbeeld: Als je cliënt zichzelf hoort vertellen hoe positief haar tante denkt over haar opvoedstijl, gaat zij deze tante in een ander licht zien. Een collega zei: ‘Op een gegeven moment was tante zo vaak ter sprake geweest dat moeder voorstelde om haar uit te nodigen bij het gesprek’. Zonder te sturen of te pushen werd het voor moeder een logische en veilige stap. Meer informatie: Marielle van Pelt (m.vanpelt@movisie.nl of 06 55 44 06 38). Het artikel en het onderzoeksverslag ‘Ik los het zelf op’ zijn te vinden op movisie.nl Haar tante kwam zo vaak ter sprake dat de moeder uiteindelijk zélf voorstelde om haar uit te nodigen Dit helpt bij het betrekken van het netwerk Stuur niet direct op oplossingen uit de sociale omgeving, laat dat nog even rusten. Vraag in plaats daarvan door op positieve meningen en verwach- tingen van omstanders die het zelfvertrouwen van je cliënt vergroten en de zwaarte van het probleem verkleinen. Hiermee verklein je de emotionele afstand tussen je cliënt en zijn sociale omgeving. Vergroot de eigenwaarde van je cliënt door juist aandacht te besteden aan de rol waarin hij zich gewaardeerd voelt. Waarin presteert hij wel? Waarin is hij succesvol volgens collega’s, betekenisvol voor ouders? Hiermee stimuleer je wederkerigheid tussen de cliënt en de personen in zijn sociale omgeving. Dit verlaagt de drempel om hulp te vragen aan die personen. Sluit aan bij het tempo van je cliënt met je vraagstelling. Hierdoor groeit het vertrouwen in jou als hulpverlener en in zijn sociale omgeving. 1 2 3

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=