Movisies 1 - februari 2018

mensen met een licht verstandelijke beper- king. ‘Wij proberen hen zo goed mogelijk te signaleren zodat we als gemeente betere ondersteuning kunnen bieden. Dat signale- ren doen we met het screeningsinstrument SCIL. Ook krijgen de medewerkers van alle gemeentelijke loketten die toegang bieden tot zorg vanaf januari 2018 ondersteuning van gespecialiseerde medewerkers. Zij helpen hen om mensen met een licht verstandelijke beperking beter te herken- nen en indien nodig verdere ondersteuning te organiseren. Ik denk wel dat het moeilijk is om iedereen met een beperking in het vizier te krijgen. Het gaat erom dat je de mensen herkent die ondersteuning nodig hebben. Daarbij is het belangrijk dat je oppast voor stigma’s en dat je de mens centraal blijft stellen.’ Waakvlamondersteuning Slooff ziet dan ook veel mogelijkheden in waakvlamondersteuning. Dit is laaginten- sieve of laagdrempelige ondersteuning, bedoeld om iemand te volgen en tijdig problemen te signaleren. ‘Bij mensen met een licht verstandelijke beperking is er vaak sprake van een gebrekkig sociaal Cijfers Één op de zeven Nederlanders kampt, op basis van IQ, met een licht verstandelijke beperking. Over het algemeen geldt: iemand met een IQ tussen de 50 en 70 en problemen in de sociale redzaamheid wordt beschouwd als iemand met een licht verstandelijke beperking. Problemen in de sociale redzaamheid uiten zich bijvoorbeeld door het niet zelfstandig kunnen onderhouden van een huishouden, niet zelf de financiën kunnen regelen of moeite hebben deel te nemen aan het arbeidsproces. Dezelfde problemen komen ook vaak voor bij mensen met een IQ tussen de 70 en 85.* Dit betekent echter niet dat alle mensen met een licht verstandelijke beperking behoefte hebben aan ondersteuning. Vaak gaat het goed. De kenmerken van een individu en de sociale context, waarin iemand zich bevindt, zijn hiervoor bepalend. * SCP (2014). Zorg beter begrepen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Met de ratificatie vorig jaar van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, benadrukt het Rijk opnieuw het streven naar een inclusieve samenleving. En alhoewel gemeenten sinds de invoering van de Wmo geen apart doelgroepenbeleid voeren, hebben zij vaak toch aandacht voor specifieke groepen. Voor het programma ‘Sociaal domein’ is daarom nu het thema zorg en ondersteuning voor mensen met een licht verstandelijke beperking aangedragen. In dit programma zoeken Rijk en gemeenten samen met cliënten, professionals, aanbieders en maatschappelijke organi- saties naar oplossingen voor transformatieopgaven. Movisie sprak met gemeenten om te horen welke knelpunten zij ervaren en welke goede voorbeelden zij hebben. De belangrijkste ervaringen: Trainingen over herkennen van de doelgroep De meeste gemeenten zijn zich bewust van de noodzaak aandacht te schenken aan mensen met een licht verstandelijke beperking. Ze bieden vaak gemeentebreed trainingen over het herkennen en erkennen van mensen met een licht verstandelijke beperking. Bijvoorbeeld aan loketmedewerkers, klantmanagers, Wmo-consulen- ten, medewerkers van Centra voor Jeugd en Gezin, schuldhulpverle- ners en de gemeentelijke handhavers. Bewustwordingscampagne Naast het geven van trainingen organiseren sommige gemeenten een bewustwordingscampagne, zodat eigen medewerkers zich bewust worden van de beperkingen van mensen met een licht verstandelijke beperking. Andere instrumenten die zij inzetten: workshops met ervaringsdeskundigen of een e-learning voor medewerkers. Maar het echt herkennen van iemand met een licht verstandelijke beperking blijft lastig. Het is vooral een taak voor gespecialiseerde professionals. Eén gemeente gaat daarom in 2018 een proef doen waarbij gespecialiseerde medewerkers meedraaien bij de intake. Handelingsperspectief Veel gemeenten ervaren een dilemma tussen ‘iemand geen etiket willen opplakken’ en toch proactief ondersteuning willen bieden. Na het bewustwordingsproces is de uitdaging dan ook hoe adequaat te handelen. Naast het zorgdragen voor eenvoudige gemeentelijke communicatie is daarbij ook een integrale aanpak nodig. Daardoor kunnen bijvoorbeeld schuldhulpverleningstrajecten en (ambulante) begeleiding meer op elkaar aansluiten. Ervaringen van gemeenten aanpassingsvermogen. Omdat er sprake is van het ontbreken van inzicht in sociale relaties kan dit niet of maar beperkt worden aangeleerd. Laagdrempelige begeleiding kan dit compenseren. Je kunt dan voor- komen dat de persoon met een beperking in de problemen komt.’ Hij benadrukt dat mensen met een licht verstandelijke beperking vaak gebaat zijn bij levenslange ondersteuning op diverse levensdomeinen, dus ook op de werkplek. ‘Dit hoeft overi- gens lang niet altijd professionele, betaalde ondersteuning te zijn. In die ondersteuning zijn nog stappen te maken. Werkgevers moeten zich bijvoorbeeld ook bewuster worden dat iemand een beperking kan hebben. Meer (waakvlam) ondersteuning op de werkplek, vanuit zowel de werkge- vers als begeleidingstrajecten vanuit de gemeente, kan een volgende stap zijn naar een hogere participatie van mensen met een licht verstandelijke beperking.’ Meer lezen? In de notitie ‘Oog voor mensen met een lvb’ staan alle ervaringen en voorbeelden van gemeenten beschreven. Deze is te downloaden op movisie.nl . 33

RkJQdWJsaXNoZXIy OTE0NDk=