Geoliede samenwerking met gepaste afstand

Gemeente, Opzoomer Mee en bewoners doen het samen

Nadat een GGD-monitor uitwees dat 49 procent van de Rotterdammers eenzaam is, kwam de gemeente met het actieprogramma Voor Mekaar (2014-2018). Voorzichtig werd de grootste burgerkrachtorganisatie van de stad benaderd: Opzoomer Mee. Samenwerking tussen bewonersorganisaties en gemeenten gaat vaak niet van een leien dakje, zo lezen we regelmatig. Maar in dit Rotterdamse geval lijkt het een geoliede machine. Wat is de brandstof?

In de kantine van het Timmerhuis in Rotterdam zitten drie vrouwelijke hoofdrolspelers van de Rotterdamse eenzaamheidsaanpak geanimeerd te praten. Hoewel ze elkaar niet eens heel goed kennen, hebben ze snel een enthousiaste toon te pakken. Stella Kok begint. Ze is vrijwilliger in een van de 600 ‘Lief en Leed-straten’ in Rotterdam.

Lief en Leed Straten

Lief en Leed is een idee uit de koker van de roemruchte Rotterdamse Opzoomer-beweging, die begin jaren negentig ontstond toen bewoners hun verloederde straten gingen aanpakken. Nog altijd bestaat Opzoomer Mee, met duizenden actieve bewoners en een handvol beroepskrachten in 1800 straten. Lief en Leed begon in 2013 en wil burenhulp en aandacht voor elkaar bevorderen.

Stella vertelt aanstekelijk hoe ze in haar flat – met 175 appartementen en veel ouderen in de wijk Ommoord – de deuren langsgaat voor een kopje koffie of iemand helpt met de boodschappen. Ze brengt ook mensen met elkaar in contact. ‘Twee eenzame dames van 93 en 98 heb ik aan elkaar gekoppeld. Ze wonen al jaren in dezelfde flat maar hadden elkaar nog nooit ontmoet. Die van 93 zei zelfs: “Wat moet ik met dat oude mens?” Nu puzzelen ze drie dagen in de week samen.’

Stella was net met pensioen toen Opzoomer Mee haar een paar jaar geleden vroeg of ze gangmaker in haar flat wilde zijn. Ze werd het gezicht van de Rotterdamse eenzaamheidsaanpak toen de gemeente twee jaar geleden met affiches in trams en op billboards aandacht vroeg voor eenzaamheid. Op een foto staat Stella met een oudere dame en de tekst: ‘Stella laat mevrouw Hijnen niet alleen.’

Geen puppet

Het roept de vraag op: van wie kwam nu het initiatief voor de eenzaamheidsaanpak? Van de gemeente of van Opzoomer Mee? Ireen van der Lem, projectleidster Lief en Leed bij Opzoomer Mee, vertelt dat in een tijd van een terugtredende overheid burennetwerken steeds belangrijker werden. In straten klonken steeds vaker signalen dat het beroep van de overheid op zelfredzaamheid voor sommige bewoners te veel was. ‘Mensen vroegen: “Hoe moet dat nou met mijn buurvrouw die geen indicatie krijgt?”’

Zo ontstond Lief en Leed. Vervolgens schrok wethouder Hugo de Jonge in 2012 toen bleek dat volgens de GGD-monitor 49 procent van de Rotterdammers eenzaam is. Hij gaf zijn ambtenaar Marijke de Vries, al veertig jaar werkzaam op het stadhuis in allerhande sociale projecten, opdracht daar iets aan te doen. Marijke was ervan overtuigd dat de gemeente eenzaamheid niet alleen kon oplossen, en benaderde Opzoomer Mee. ‘Wij realiseren ons dat zij de enigen zijn die echt aanwezig zijn in de straatjes. Zij zitten er dicht op, dat is goud waard. De gemeente komt niet bij mensen achter de deur.’

Waarmee bepaald niet gezegd is dat de gemeente Opzoomer Mee zo even inzet tegen eenzaamheid. Marijke: ‘De aanvankelijke reactie van Opzoomer Mee-directeur Johan Janssens was: “Ik ben geen verlengstuk van de overheid.”’ Marijke de Vries moest hem toen verzekeren dat hij ‘niet een puppet on a string zou worden, maar dat we hier wel goed op konden samenwerken’.

'Waardering is voor vrijwilligers heel belangrijk'

De gemeente werd financier van de jaarlijkse Lief en Leed-prijs en er werd een publiciteitscampagne gestart met Stella op de reclameborden. Hoewel Stella dus actief is voor Opzoomer Mee, is ook het contact met de gemeente cruciaal voor haar drive, vertelt ze. ‘Waardering is voor vrijwilligers heel belangrijk. Zo mocht ik langskomen bij wethouder Hugo de Jonge, en hij was enorm belangstellend.’

Korte lijntjes

Er klinkt een belangrijke succesfactor door in de verhalen van de drie vrouwen: bewoners kunnen makkelijk naar de gemeente stappen bij problemen. Zo vertelt Ireen: ‘We kregen het signaal vanuit onze Lief en Leed-straten dat het lastig was om een relatie aan te gaan met formele hulpverlening. Mensen werden niet teruggebeld of kregen steeds een ander aan de lijn; dat schiet niet op.

We zijn toen naar Marijke gegaan en die regelde een gesprek met wethouder Hugo de Jonge. Daar kwam uit dat iedere gangmaker binnen het project het directe 06-nummer kreeg van de maatschappelijk werker ouderen van het wijkteam in het gebied.’ Dat maakt verschil in de straat, merkte ook Stella. ‘Als ik iets vraag, kan het bijna altijd. We hebben in de flat bijvoorbeeld een blinde dame en daar kwam elke keer een andere hulpverlener, terwijl zij mensen herkent aan hun stem. Toen hebben we gebeld, en nu komt er een vaste hulpverlener.’

Afstand

Ze weten elkaar goed te vinden, maar het geheim van een geoliede samenwerking blijkt evenzeer te bestaan uit gepaste afstand. Dat geldt voor Opzoomer Mee tegenover bewoners. Ireen: ‘Wij organiseren niks voor bewoners. Wij triggeren bewoners, maar die organiseren het zelf. Het budget is ook klein, we hebben naast het reguliere budget voor campagnes een Lief en Leed-potje van 150 euro per straat per jaar. Het is een bedrag waarmee je met een kleine attentie binnen kunt komen bij mensen, de rest ligt bij de bewoners.’

Ook de onafhankelijkheid van Opzoomer Mee tegenover de gemeente wordt bewaakt. Er is weliswaar een subsidierelatie, maar de financiering wordt elk jaar weer beoordeeld. Ireen: ‘Opzoomer Mee heeft echt een eigen programma en is niet van de gemeente. Neem bijvoorbeeld de 75+-huisbezoeken. Dat ligt niet bij ons want we zijn geen welzijnsinstelling, dat is een taak van het professionele sociaal werk.’ Maar het is geen dikke scheidslijn: ‘We kunnen daar wel over meedenken. We kennen veel mensen, dus misschien kunnen we iets betekenen in de werving van vrijwilligers. Of de mensen die moeilijk bereikbaar zijn, als we die bijvoorbeeld nou eens proberen te benaderen met onze gangmakers, zoals Stella?’

Vanuit de gemeente kan Marijke het belang van autonomie alleen maar beamen: ‘Dat is precies wat ik probeer te respecteren, want als wij daar te veel in gaan sturen dan ben je straks de aansluiting met de bewoners kwijt.’

Daniel van Heijningen is redacteur bij www.socialevraagstukken.nl. Dit artikel verscheen eerder in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Foto: Tiva Pam