Honderd jaar sociologie, wat zijn we wijzer geworden?

Dit jaar honderd jaar geleden hield de eerste hoogleraar sociologie, Willem Bonger, zijn oratie. Wat heeft de sociologie ons sindsdien gebracht aan inzichten over ons samenleven? In Raadselen van de maatschappij, het nieuwe jaarboek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, zetten veertig vooraanstaande sociologen van verschillende generaties de opbrengsten op een rij.

Wat hebben sociologen bijgedragen aan het denken over ingrijpende transformaties in de samenleving, zoals individualisering of secularisatie? Wat is hun duiding van actuele uitdagingen op het gebied van migratie, klimaat, onderwijsongelijkheid? Hoe tekenden hun inzichten het beleid en het maatschappelijk debat? En: Wat kunnen we voor de toekomst verwachten?

Een keur van sociologen maakt de balans op, waaronder: Abram de Swaan, Tanja van der Lippe, Paul Schnabel, Marjolein Broese van Groenou, Dick Houtman, Inge Sieben, Jeroen van der Waal, Anne-Rigt Poortman, Peer Scheepers, Willem de Koster, Halleh Ghorashi, Jan Willem Duyvendak, Marcel Lubbers, Helga Valk, Bettina Bock, Jan Rath, Rafael Wittek, Monique Kremer, Frank van Tubergen, Mark van Ostaijen, Thijs Bol, Sara Geven, Arie Glebbeek, Quita Muis, Tim Reeskens, Ellen Verbakel en Bas Hofstra.

De auteurs onderzoeken ook welke rol de sociologie zelf heeft gehad op maatschappelijke ontwikkelingen. Volgens de hoogleraren Tanja van der Lippe en Anne-Rigt Poortman zijn sociologen belangrijk geweest om de positie van vrouwen op de kaart te zetten en veranderingen daarin te duiden. ‘Allereerst bestond lange tijd de gangbare – en ongeproblematiseerde – aanname dat het gezin de hoeksteen van de samenleving is en dat de sociale positie van gezinnen werd bepaald door de status van het mannelijk hoofd van de huishouding. Aan de positie van vrouwen hoefde dus geen aandacht besteed te worden.’

Cover

Een contra-intuïtief sociologisch inzicht is dat de individualisering ons minder egoïstisch heeft gemaakt dan vaak gedacht. Peer Scheepers en Inge Sieben schrijven: ‘Sociologisch onderzoek laat zien dat dit wel meevalt. Zo zet ongeveer de helft van de Nederlanders zich in als vrijwilliger bij allerlei maatschappelijke organisaties en verenigingen, een hoog aandeel vergeleken met andere Europese landen.’

Migratiesociologen Marcel Lubbers en Helga de Valk laten op hun beurt zien dat over migratie een stabielere mening onder het publiek bestaat dan het publieke debat veronderstelt. ‘De mate waarin men immigratie als een belangrijk probleem ziet verandert wel, maar de houding ten aanzien van immigratie veel minder.’ Ook anders dan we vaak denken is dat we veel meer op elkaar lijken, van heel veel superdiversiteit is geen sprake. Jan Willem Duyvendak: ‘Wat mij dwarszit, is dat veel sociologen primair kijken naar culturele verschillen en overeenkomsten veronachtzamen. Daarom ben ik ook niet gelukkig met een term als superdiversiteit. Daar gaat de suggestie vanuit dat verschillen nu groter zijn dan vroeger. Dat denk ik niet. We kunnen laten zien dat de samenleving homogener is dan in de jaren zestig.’

Naar de toekomst kijken de sociologen ook. Abram de Swaan, bijna tachtig en een monument van de Nederlandse sociologie, vermoedt dat de ‘conjunctuur van richting verandert en de preoccupatie met eigen en soms andermans persoon nu verschuift naar grotere maatschappelijke betrokkenheid. Dat kan te maken hebben met de toenemende zorgen om vervuiling en verhitting van de aarde, bepaald geen probleem voor een solistische aanpak. Dat geldt ook voor de recente Covid-pandemie, een aanschouwelijke les in wereldwijde vervlechting…’

Raadselen van de maatschappij. Honderd jaar sociologie in Nederland. Redactie: Jurre van den Berg, Marcel Ham, Rie Bosman en Godfried Engbersen. Uitgeverij Van Gennep. Het boek is een coproductie met de Nederlandse Sociologische vereniging. Abonnees van TSV krijgen het boek (360 pag.) begin december in de bus. Het zal ook in de boekhandel verkrijgbaar zijn en via Van Gennep.

Het boek wordt gepresenteerd tijdens de Nacht van de Sociologie op vrijdagavond 25 november, een week later nog eens tijdens het Actualiteitencollege van de Nederlandse Sociologische Vereniging en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).