Workshop: Wet- en regelgeving en sociale coöperaties

Door: Wilma Kuiper en Frans Kuiper van Kenniscentrum Stimulansz

Mensen die lang in de bijstand verblijven ervaren hun positie vaak als uitzichtloos. Er is geen perspectief op werk en daarmee ook geen perspectief op een hoger inkomen. Daarnaast brengt hun positie niet zelden een mate van sociaal isolement met zich mee. Bij sommige doelgroepen speelt dit nog meer, bijvoorbeeld bij vrouwen met een niet westerse migratieachtergrond. Een deel van de mensen hebben al 1 of meerdere activeringstrajecten achter de rug dat niet geleid heeft tot uitstroom naar werk.

Perspectief

Vanuit die achtergrond is het niet verwonderlijk dat mensen op zoek gaan naar alternatieve mogelijkheden om meer perspectief in het leven te krijgen. Ook gemeenten gaan soms zelf op zoek naar alternatieve vormen om hun uitkeringsgerechtigden toch van perspectief te kunnen voorzien. In de afgelopen jaren zijn in het land een aantal sociale coöperaties ontstaan.

Hoewel gemeenten en uitkeringsgerechtigden geen tegengestelde doelstellingen hebben blijkt in de praktijk toch vaak dat de vormgeving van een sociale coöperatie leidt tot discussie over regelgeving. De gemeente die vanuit de Participatiewet de verantwoordelijkheid heeft voor de ondersteuning moet zich gaan verhouden tot een nieuw initiatief, waarbij de initiatiefnemers vaak wensen hebben die lijken te knellen met wet- en regelgeving. In deze fase lopen partijen het risico een positie in te nemen die kan leiden tot een kloof die lastig te overbruggen is. Dit is doodzonde!

Energie

Enthousiaste mensen zien vooral kansen en mogelijkheden. Dat is maar goed ook. Want je hebt veel energie, optimisme en doorzettingsvermogen nodig als je een maatschappelijk project tot stand wil laten komen. In die fase lijkt het alsof iedereen die niet direct op hetzelfde niveau van enthousiasme zit alleen maar op de rem wil trappen. Dat kan in ieder geval de belevingswereld zijn van mensen die proberen iets op te bouwen en daarbij alle steun kunnen gebruiken.

Zo ervaar je de discrepantie tussen de leefwereld en de systeemwereld. Beide partijen zenden hun boodschap, maar luisteren vaak niet echt naar elkaar. Wat wil de ander, wat zijn de obstakels die overwonnen moeten worden en hoe bereiken we elkaar? Vragen die vaak niet gesteld worden en mensen die vast lijken te zitten in hun eigen gelijk. Dat is jammer. Want de gemeente heeft vaak dezelfde doelen als enthousiaste burgers, die bijvoorbeeld een coöperatie willen beginnen. Men wil vooruit in het leven, de eigen mogelijkheden benutten en werken aan perspectief. Precies ook de belangrijke doelen van de Participatiewet.

Spelregels

Daar horen een paar spelregels bij. Spelregels die de gemeente moet hanteren om binnen de kaders van de wet te opereren en die gelijktijdig houvast bieden aan de deelnemers die eventueel met behoud van uitkering actief willen worden in een sociale coöperatie. Het is heel erg behulpzaam als bij het uitwerken van die spelregels gedacht en gehandeld wordt vanuit de principes van de omgekeerde toets. Daarbij wordt eerst gekeken naar het te bereiken doel en het gewenste effect, alvorens we via wat tussenstappen bij de uiteindelijk regels van de wet uitkomen. En wat blijkt? De wet is zelden de echte spelbreker. Er zijn binnen de kaders van de wet mogelijkheden om afspraken te maken over financiële incentives, sollicitatieverplichtingen, scholing en tijdsduur van deelname.

In de workshop zijn hier ook wat concrete voorbeelden van gegeven. Door omgekeerd te denken blijkt ook de afstand tussen burgers en gemeente niet zo groot te zijn. Het bevrijdt beide partijen van het keurslijf waarin men het gevoel heeft te zitten en geeft ruimte aan de energie die vrijkomt bij het opzetten van iets nieuws.

Zie ook: de omgekeerde toets op de website van Stimulansz. www.stimulansz.nl