Decentralisatie jeugdzorg Amsterdam: cliëntbelang centraal

Amsterdam gaat dit jaar proefdraaien met de nieuwe inrichting van de jeugdzorg. Pieter Hilhorst, wethouder financiën, onderwijs en jeugdzaken legt uit waarom dit noodzakelijk is.

Wethouder Hilhorst: ‘Al eerder is het jeugddomein in Amsterdam doorgelicht. Het is duidelijk dat de zorg nu te versnipperd, te duur en te bureaucratisch is. Dit creëert machteloosheid bij cliënten en hulpverleners. Het moet eenvoudiger, dichterbij, meer vanuit de eigen kracht van opvoeders en jeugdigen en met meer vrijheid van professionals.’

Vier nieuwe zorgvormen

In het huidige jeugdstelsel is er een indeling naar zorgzwaarte (nulde, eerste, tweede lijn) en naar sectoren,  zoals jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuning en jeugdzorg. Amsterdam laat dat los en creëert vier zorgvormen:

  1. Digitaal platform
    Waarin voorlichting, advies, en hulp geboden kan worden via de virtuele wereld. Het is een podium voor zelfhulpinitiatieven en voor een presentatie van het zorgaanbod (de zorgmarktplaats).
  2. Ouder- en kindteams en Samen DOEN-teams
    De ouder- en kindteams stimuleren de sociale veerkracht van ouders en jeugdigen. Ook geven zij hen voorlichting, advies en hulp in de buurt, wijk en school. De Samen DOEN-teams zijn specifiek voor kwetsbare gezinnen én huishoudens die intensievere begeleiding nodig hebben als gevolg van verminderde zelfredzaamheid.
  3. Flexibel aanbod
    Aanvullend en kan meer gespecialiseerde ondersteuning bieden. In principe is dit vrij toegankelijk. Voor intensievere zorg is verwijzing van ouder- en kindteams, Samen DOEN-teams of huisarts nodig.
  4. Gespecialiseerde voorzieningen
    De gespecialiseerde stedelijke en regionale voorzieningen zijn voorzieningen die zo gespecialiseerd zijn dat ze regionaal of landelijk worden georganiseerd. Dat zijn de jeugdbescherming en reclassering, expertise en behandelcentra, de crisisdienst en de residentiele opvang.

Ondersteuning dichterbij en meer integraal

Waarom deze nieuwe indeling? Pieter Hilhorst: ‘Op deze manier doorbreken we de oude schotten en zorgen we ervoor dat ondersteuning aan ouders en hun kinderen dichterbij en integraler geboden wordt. Het is geen keiharde wetenschap maar wij denken dat het dichterbij hulp bieden ons de beste garanties geeft om zoveel mogelijk te ontzorgen en te normaliseren. Ouders en kinderen hebben de ‘etiketjes’ niet meer nodig om steun te krijgen. De professional wordt meer een onderdeel van het sociaal netwerk en zal dus geneigd zijn dat netwerk meer bij de oplossingen te betrekken.’

Nieuwe taken jeugdprofessional

Het digitale platform, de ouder- en kindteams en de Samen DOEN-teams vormen samen de basisstructuur van het nieuwe stelsel in de stad. De nieuwe jeugdprofessional moet in staat zijn om te herkennen wat er aan de hand is bij een cliënt en weten wat dichtbij opgelost kan worden en wat naar specialisten verwezen moet worden. Daarnaast zal de nieuwe jeugdprofessional verantwoording moeten leren afleggen over  teveel of te weinig verwijzingen en zich daarmee verantwoordelijk leren voelen voor de budgetbeheersing en het resultaat van de geboden hulp, aldus de wethouder. Hoe beoordeel je dan wat te veel of te weinig is? Hilhorst: ‘Door dat  te monitoren en te benchmarken op verschillen tussen de wijken.’

Sturing op proces, kwaliteit en bekostiging

Amsterdam staat dus aan de vooravond van een gigantische omslag die vraagt om strakke sturing op het proces, de kwaliteit en de bekostiging. Hoe gaat Amsterdam dat doen? Pieter Hilhorst: ‘We sturen op verschillende manieren: via de ouder- en kindteams en Samen DOEN-teams. Zij bewaken de kwaliteit van de zorg en stimuleren de sociale veerkracht. Zij sturen in de uitvoering het zorggebruik door problemen klein te houden en de eigen kracht te stimuleren, via de kwaliteits- en budgetregisseurs die gebiedsgericht budgetten bewaken en sturen.

Verdeling budget

Op dit moment wordt gewerkt aan het ontwikkelen van objectieve indicatoren om het budget per wijk te kunnen verdelen via de stedelijke sturing op beleidskaders. Een centrale beleidsafdeling monitort de resultaten en bewaakt de begroting. En de vierde sturing doen wij via de regionale afspraken over de gespecialiseerde voorzieningen. Een centraal inkoopbureau contracteert of subsidieert alle zorgaanbieders. Op deze manieren houden we centraal de regie op het nieuwe jeugdstelsel. Eén integraal budget vraagt om een andere manier van sturen die niet alleen gericht is op financiën maar ook gericht is op wat de behaalde resultaten zijn.’

Aandacht voor cliënten?

Tijdens de besprekingen van het plan door de commissie jeugd van Amsterdam kwam aan de orde dat er te weinig aandacht is voor cliëntenbelangen en de rol van cliëntenorganisaties. Verrassend, gezien de achtergrond van Hilhorst als ombudsman. Hoe gaat hij dit oplossen? ‘Dit jaar gaan we op verschillende plekken in de stad proefdraaien met de nieuwe inrichting van de jeugdzorg. Bij de beoordeling van deze proeftuinen is de mening van cliënten van groot belang. Het gaat erom dat zij meer vertrouwen krijgen in de aangeboden hulp, zodat ze sneller weer zelf de problemen de baas kunnen. Hun ervaringen zijn dus een directe graadmeter voor het succes van de omslag. Ook mensen die in de jeugdzorg werken, willen we betrekken we bij de transitie. We zijn gestart met een leergemeenschap waarin zij hun ervaringen kunnen delen en kunnen schetsen hoe zij de hulp georganiseerd willen zien.’

Risico: noodzaak tot bezuiniging

Zitten er risico’s aan de hele operatie? Hilhorst: ‘Ik zie een aantal risico’s. We hebben deze omslag in denken en handelen nodig om de ontstane machteloosheid van cliënten en hulpverleners tegen te gaan. De focus moet gericht blijven op cliënten zodat zij meer grip krijgen op hun eigen leven zonder te medicaliseren. Als deze kwaliteitsverbetering voorop staat dan gaan we effectiever werken en zal dat uiteindelijk geld opleveren. Ik zie als risico dat deze ideologie gecompromitteerd wordt door de noodzaak om te bezuinigen.‘

Overgang moet goed worden voorbereid

‘Als gemeente moeten we te allen tijde de bescherming van kinderen kunnen garanderen. Echter één gruwelijk incident kan het nieuwe jeugdstelsel aan het wankelen brengen doordat zo’n incident gezien kan worden als de schuld van de veranderingen. Immers niet iedereen wil veranderen. Daar ligt een andere vrees. Wat als het ons niet lukt om iedereen in het proces mee te nemen? Daarom wil gemeente Amsterdam extra investeren om de overgang goed voor te bereiden.’

Meer informatie

Wilt u meer weten over het nieuwe jeugdstelsel voor Amsterdam? Lees dan meer op de website van Amsterdam.

Dit artikel is een gewijzigde versie van het hoofdartikel uit MOVISIES 17, juni 2013. Auteurs: Lou Repetur (MOVISIE) en Joanka Prakken (Nederlands Jeugdinstituut). MOVISIES is de relatiekrant van MOVISIE en verschijnt drie keer per jaar. Wilt u MOVISIES gratis ontvangen? Meld u nu aan!