Dementievriendelijke wijk Het Franse Gat in Veenendaal

Succesvolle pilot

In het stadhuis van de gemeente Veenendaal vertellen wijkregisseur Wilma Barendsen en Wmo-beleidsmedewerker Emmy van Brakel over de dementievriendelijke wijk Het Franse Gat. Wat is er nodig voor een dementievriendelijke wijk? En welke rol heeft de gemeente daarbij?

Waarom houdt de gemeente zich met dementie bezig?

Wilma Barendsen: ‘Nu mensen langer thuis wonen, is het belangrijk dat de gemeente dit ondersteunt en faciliteert. Als gemeente kun je dat echter niet alleen. En gelukkig zijn er veel partners waarmee je dit kunt vormgeven. Dementie is niet alleen een medisch probleem, het is ook een sociaal probleem. Het is belangrijk dat mensen aangehaakt blijven bij de samenleving en dat ze kunnen doen wat ze willen doen.’ Emmy van Brakel: ‘De gemeente speelt vooral in de eerste fase van dementie een belangrijke rol: in de ondersteuning aan thuiswonende mensen met dementie en de mantelzorger. Het zijn inwoners van onze gemeente, dus wij zijn aan zet.’

De gemeente speelt vooral in de eerste fase van dementie een belangrijke rol

Hoe is het balletje in Veenendaal gaan rollen?

Wilma Barendsen: ‘Het gemeentelijke wijkteam is enkele jaren geleden uitgebreid naar het sociaal domein. Dat is mooi, want je kunt het sociaal domein niet los zien van ‘tegels, groen en grijs’. Dat een buurt schoon is, dat je goed kunt parkeren en het afval wordt opgehaald, dat vinden mensen belangrijk. Wij geloven in de kracht van het lokale. Daarom zijn we samen met de wijk Het Franse Gat aan de slag gegaan. Uit een ronde die we met zorg en welzijn, bewoners en diverse organisaties zoals de politie en woningcorporatie hebben georganiseerd, komt naar voren dat ze graag voor inwoners met dementie aan de slag willen. Op het thema dementie zit veel energie, blijkbaar is dementie iets dat we graag met elkaar willen oppakken. In de wijk wonen relatief veel ouderen, de wijk is gemixt samengesteld en er is een enthousiaste en actieve bewonerscommissie.’

Wat heb je als gemeente te bieden?

Emmy van Brakel: ‘De gemeente is aanjager van een pilot om de wijk dementievriendelijker te maken. Als gemeente zien wij waar dingen goed lopen en waar extra inzet nodig is. Als onafhankelijke procesbegeleider kunnen wij partijen aan elkaar verbinden. Het is mooi als je zoiets helemaal aan het veld kunt overlaten, maar wij denken dat een faciliterende rol van ons bij de wijkgerichte en integrale aanpak nodig is. Als gemeente hebben we de behoeften van mensen met dementie in Het Franse Gat voortdurend als uitgangspunt genomen. Anders blijven zorg- en welzijnsorganisaties toch in hun eigen hokje denken.’

'Dementie is blijkbaar iets dat we graag met elkaar willen oppakken'

Waarin schuilt bij jullie het succes?

Wilma Barendsen: ‘Het is belangrijk om het klein en compact te houden. Maak een begin door elkaar te leren kennen en de samenwerking op te starten. De grootte van Veenendaal (plm. 65.000 inwoners, red.) speelt hier een rol bij: je kent elkaar, je hebt veelal met dezelfde mensen te maken. Dat scheelt. Het mooie is dat we met betrokken partners aan tafel zaten. Met mensen die echt iets willen betekenen voor de wijk. Het is dus niet van bovenaf opgelegd, want dan krijg je een gesprek over uren en beschikbaarheid. Wij spraken echter over concrete knelpunten en hoe we die kunnen verbeteren. Zo opperde de politie de suggestie om een naamlabel aan te brengen in kleding van mensen die regelmatig dwalen door de wijk.’

Wat doet het welzijnswerk?

Emmy van Brakel: ‘In het voorstadium van dementie ligt een grote rol weggelegd voor het welzijnswerk. Sluit aan bij wat mensen met dementie nodig hebben. De financiering kan ook vanuit de Wmo komen. Sterker nog: denk niet vanuit aanbod, maar denk aan wat nodig is. Daarom hebben wij ook tegen zorgaanbieders gezegd: ga met de persoon aan de slag, de indicatie volgt wel. We doen dit nu twee jaar, er is nog geen traject geweest dat onterecht of niet is ingevuld. In het begin is dat spannend. Maar als je elkaar kent en vertrouwt, kun je samen de wijkgerichte en integrale aanpak en ondersteuning vormgeven.’

Wat hebben jullie bereikt?

Wilma Barendsen: ‘We hebben veel bereikt als het om samenwerking gaat. Er zijn afspraken met wijkagenten gemaakt en de lijntjes met de woningbouwcoöperatie zijn korter geworden. Daarnaast blijken er soms simpele oplossingen. Alleenstaande ouderen met dementie hebben soms veel moeite met afval scheiden. Na een simpel telefoontje naar ‘collega afval’ is het geregeld: deze mensen hoeven hun afval niet meer te scheiden. Daarnaast is iemand van de Alzheimer Stichting mee geweest met de ‘wijkschouw’: een ronde door de wijk hoe deze verbeterd kan worden vanuit het oogpunt van dementie. Daarbij is bijvoorbeeld gekeken naar overhangend groen en bewegwijzering.’

De politie opperde de suggestie om een naamlabel aan te brengen in kleding van mensen die regelmatig dwalen door de wijk

Waar ben je trots op?

Emmy van Brakel: ‘De pilot is erg succesvol. De pilot is klein en concreet en daardoor zijn er kleine en zichtbare successen voor mensen met dementie. Zo nemen mensen met dementie deel aan een klankbordgroep. Het belang van de inwoners staat voorop.’ Wilma Barendsen: ‘Een andere opbrengst is: passende daginvulling. Mensen leven en wonen hier in deze wijk en hebben hier hun vrijwilligerswerk en hobby. Laten we kijken of we de passende invulling hier kunnen realiseren. Een dame wil graag een dag vissen. Als je dan vanuit aanbod denkt, zeg je: dat kan niet, want dat bieden we niet aan. Wij denken nu andersom. Wat de persoon leuk vindt, dat kan vorm krijgen. Passende daginvulling kan voorkomen dat mensen afhaken en hun plek niet meer innemen en dus thuis komen te zitten. Dat móeten we voorkomen.'

En nu?

Wilma Barendsen: ‘Er is een voor ons nog onbekende groep mensen met dementie die we nog niet bereiken. En als we ze bereiken, dan vaak in een vergevorderd stadium van dementie. Het is zaak om de wijkaanpak en passende daginvulling bij huisartsen, praktijkondersteuners maar ook bij casemanagers onder de aandacht te brengen. We willen vroeger en sneller mensen met dementie en hun naasten ondersteunen. De aanpak heeft tijd nodig omdat het een andere manier van werken is.’

Nog meer uitdagingen?

Emmy van Brakel: ‘Mensen met dementie lopen tegen sociale problemen aan. De passende daginvulling voorziet hierin. We hebben gemerkt dat de belangen van zorg en welzijn hierbij om de hoek komen kijken. Wat moeten professionals doen en wat mogen vrijwilligers doen? Zorg is bang klanten kwijt te raken en welzijn zou te weinig op de hoogte zijn van de ziekte? Nou, dan heb je naar beide kanten een opdracht: welzijnswerkers trainen zodat ze weten wat de ziekte inhoudt en zorgaanbieders helpen los te laten en te vertrouwen. Als gemeente spelen we hierbij een faciliterende en verbindende rol, ook door het eigenaarschap aan de sector over te laten. Samen werken we aan een dementievriendelijke wijk. Dementie houdt zich niet aan domeingrenzen. De belangen van de inwoners van Het Franse Gat staan voorop!’

Wat biedt Movisie?

Movisie ondersteunt het Samenwerkingsverband Dementie Veenendaal. Movisie is daarnaast betrokken bij het landelijke praktijkverbeterprogramma ‘Dementiezorg voor elkaar’. Meer informatie: Roos Scherpenzeel (dementie) en Hilde van Xanten (integraal werken in de wijk).

Dit artikel verscheen eerder in ons relatieblad Movisies. Neem nu een gratis abonnement!