Wat leerden we van ‘100 dagen in de vergeten wijk’?

Hoe groot is het sociale vangnet in wijken als Laak in Den Haag? VPRO-programmamakers Tim den Besten en Nicolaas Veul werkten er 100 dagen als opbouwwerker om inzicht te krijgen in het leven in deze ‘vergeten wijk'. Sociaal werkers en Movisie experts volgden in de afgelopen maanden de serie en reageerden op LinkedIn en Buurtwijs. Welke aanbevelingen geven zij?

Voorafgaand aan de serie vertelde Nicolaas Veul in een interview met Movisie: ‘Er werd gezegd; er zijn mensen die naar de psycholoog gaan voor hun problemen en mensen die aankloppen bij maatschappelijk werk. Er is een grote kloof in Nederland tussen mensen die armoede kennen en mensen die daar niet mee bekend zijn. Ik behoor tot de tweede groep, dus ik wist dat ik vooral open en nieuwsgierig zou moeten zijn, niet teveel willen invullen of meteen proberen te verklaren. Eerst maar eens goed kijken, vragen en voelen. Dus ik probeerde de verwachtingen soms uit te zetten.’

Kijk 100 dagen in de vergeten wijk terug op NPO Start

‘Hippe VPRO-jongens’

Is dat gelukt? De criticus van het AD, Angela de Jong vond het maar niks dat ‘twee hippe VPRO-jongens’ gingen ‘levelen’ met mensen in een achterstandswijk: ‘Dit soort types moet je helemaal niet tussen de échte mensen met échte problemen zetten. Zouden zij ook eens kunnen zien dat er buiten hun eigen bubbel grotere problemen zijn dan “gaan we voor haver- of soja-latte vandaag?”, verwijzend naar een grappig-pijnlijke scène ín consumptiehuis De Aanloop.

Maar de mensen die dagelijks ‘levelen’ met mensen in achterstandswijken bleven naar de serie kijken en waardeerden de aanpak. ‘Wat mooi dat deze presentatoren, met al eerder goedlopende series zoals ‘100 dagen voor de klas’, willen laten zien hoe belangrijk sociaal werk is,’ schrijft Moon Vlaminckx, opbouwwerker in Den Bosch op Buurtwijs: ‘Wanneer zien we nou echt wat een sociaal werker doet? We weten allemaal dat ze ‘iets doen met mensen’, maar de impact die het sociaal werk kan hebben op het leven van een bewoner is veel meer dan dat. Het kan iemand net weer dat steuntje in de rug geven om toch weer door te gaan.’

Mooie, rake portretten

‘Deze serie bood mooie, rake portretten van mensen die te maken krijgen met het sociaal werk’, vindt Movisie-adviseur Sonja van Rooijen: ‘De man met gitaar met flinke schulden die sprak over het web waar hij in gevangen zit. De dakloze man achter de receptie die zich autonoom verklaart en tevreden lijkt met zijn slaapplek in de garagebox. De oudere vrouw in de eerste aflevering die afhaakt in het anonieme telefoonverkeer. De jongere vrouw met kind zonder onderdak. Ik vond het boeiend hoe Nicolaas en Tim geregeld onderling reflecteren, hun verwarring openlijk verwoorden en eerlijk aangeven hoe ver ze afstaan van deze wereld in Laak.’

Movisie-adviseur Jasmijn Pronk op LinkedIn: ‘ik geef het je te doen: zonder een basis die je door opleiding of ervaring hebt gelegd, echt contact maken, achterhalen wat iemand wil en nodig heeft, een vertrouwensrelatie opbouwen, “iets voor een ander betekenen”. Knap en dapper dat Tim en Nicolaas dat zijn aangegaan. Dat dat Tim onvoldoende lukte, ligt niet alleen aan een gebrek aan empathie, zoals hij zelf zegt. Maar ook aan het feit dat hij in het diepe is gesprongen zonder kurken.‘

Foto van een scène uit 100 dagen in de vergeten wijk van de VPRO

Mariël van Pelt (Movisie) op LinkedIn: ‘De serie brengt indringend in beeld onder welke moeizame omstandigheden sommige mensen leven. Hoe de gewone dingen in het leven – jarenlang – aan hen voorbijgaan: een huis zonder schimmel, bij je gezin zijn, geen voortdurende geldzorgen en vrienden hebben. Wat ook heel indringend is; de (ogenschijnlijke) gelaten manier waarop mensen hierover vertellen. Het is voor hen de normale gang van zaken. En vervolgens proberen zij tegen de klippen op het vol te houden, zie het verhaal van Elma. Ik hoop dat deze serie eraan bijdraagt dat er meer gezamenlijk besef komt dat dit niet normaal is. Dat we collectief tot het inzicht komen dat hoe wij de dingen georganiseerd hebben in Nederland tot maatschappelijke kwetsbaarheid leidt. En dat de mensen die – letterlijk - in beeld en zij die buiten beeld blijven ervaren: ik ben niet de enige en het ligt niet allemaal aan mij. Ook daarin zit het politiserende belang van deze serie.’

Hebben maatschappelijk werkers voldoende ruimte hebben om te doen wat nodig is? 

Sonja Liefhebber (Movisie): ‘De serie laat het ongemak zien. Hoe anders mensen soms kunnen aankijken tegen hun eigen situatie. Je zet je als sociaal werker in om situaties aan te pakken en dan gaan mensen opeens dingen anders doen. En dat je je als sociaal werker dan afvraagt “Waar doe ik het eigenlijk allemaal voor?” Je bent bezig met incidenten en individuen en je komt eigenlijk niet toe aan het vinden van structurele oplossingen.’

Veel sociaal werkers voelen zich onthand en de werkdruk is hoog

Nicolaas Veul in het interview met Movisie: ‘‘Er is te weinig geld en te weinig tijd. Dat betekent niet dat er geen goede dingen gebeuren. Maar veel sociaal werkers voelen zich onthand. De werkdruk is hoog, soms heb je te weinig tijd met en voor een cliënt. Niet iedereen wil zich meteen laten helpen, daar heb je een band voor nodig, vertrouwen, regelmaat. Vertrouwen win je niet zomaar. Dat kost tijd. Een wijk opbouwen kost veel tijd.’ Op de vraag wat nodig is om de uitstroom uit de sector te keren, antwoordt hij: ‘Ik denk meer tijd om op pad te gaan en een band op te bouwen met mensen. Dan krijg je er ook meer voor terug, want soms kost het echt veel energie om mensen te helpen. Het is ook stressvol voor de hulpverleners. Ik denk dat er te gemakkelijk over het vak gedacht wordt. Ik weet dat sociaal werkers die met ouderen in de weer zijn, de bezuinigingen niet meer kunnen aanzien. De zorg is zo afgeslankt dat je je weleens afvraagt of je nog echt wat kunt doen.’

Barbara Panhuijzen (Movisie) legt ook een link met de menselijke maat. ‘Tim en Nicolaas hebben het in hun gesprekken en reflectie vaak het over ‘beleid en het systeem’ terwijl het in het sociaal werk vaker om het menselijk contact maken gaat.’ Hoe moeilijk dat soms kan zijn merkt met name Tim in de serie. Sonja Liefhebber (Movisie): ‘Dat is inderdaad wel mooi naar voren gebracht in de serie. Hoe taai en hoe moeilijk soms het contact met anderen is. Dat is een belangrijke basis van het werk, maar het vakmanschap van sociaal werkers is zoveel meer. Ik heb in de serie veel knelpunten en problemen gezien maar weinig over de oplossingen en de succesvolle aanpakken. Dat vraagt om een vervolg op de serie om te kijken wat de sociaal werker heeft gedaan en hoe de situaties van mensen zijn verbeterd.

Wat kunnen we verder leren van de serie?

De Movisie-adviseurs die de serie volgden geven de volgende aanbevelingen:

1.    Sociaal werk is een vak
‘100 dagen in de vergeten wijk’ maakt goed het effect van een goede basishouding zichtbaar. ‘Nicolaas lijkt die van nature te hebben: de openheid, rust, humor, nieuwsgierigheid, de juiste vragen stellen, doorvragen, reflectief luisteren, echte interesse, inleven en begrijpen, aansluiten en niks opdringen, respect. Tim is ongeduldiger, blijft aan de oppervlakte, verveelt zich eerder, stemt minder af, neemt meer ruimte in. In de laatste aflevering werd ook duidelijk dat Nicolaas echt wil leren om het vak zich eigen te maken en zich er met de volle 100% in wil storten, ook daar zit de drive om te leren en van binnenuit de mensen en hun situatie te leren kennen. De serie laat zien dat het werk makkelijker lijkt dan het is. Sociaal werk is een vak. Dat vereist kennis, oefening en reflectie, beheersing van (gespreks)technieken. Met levenservaring en enige aanleg kom je een heel eind, dat zien we ook aan de vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten. Maar vakmanschap ontwikkel je door opleiding, praktijkervaring en steeds weer bijleren en aansluiten bij de mensen en de context waarin je werkt.

2.    Geef jonge sociaal werkers goede begeleiding
In de serie gaat Tim op stage bij het vadercentrum: ‘Dat is een soort activiteitencentrum/buurthuis en de rol van sociaal werker daar is erg onduidelijk. Ik vond het niet zo gek dat Tim daar aan het zwemmen was en niet wist wat hij daar te doen had. Hoewel Tim ook wel enig inlevingsvermogen miste vond ik het erg sneu voor hem. In de serie krijgt Tim geregeld werkbegeleiding, maar hij kan niet goed uit de voeten met de feedback die hij ontvangt, zo lijkt het. Het was daarom geen stage. Hij deed eigenlijk gewoon vrijwilligerswerk. Dit kan een goede stageplek zijn, want er is heel wat te leren. Maar dan moet je wel weten wat je kunt leren en ondersteuning krijgen vanuit je opleiding en/of werkbegeleider.’  

3.    Voer het eerlijke gesprek
In een van de eerste afleveringen heeft een jonge moeder met kind een huis nodig en reageert teleurgesteld als dat niet aan de verwachtingen voldoet. ‘Het viel me op, dat de sociaal werker en Nicolaas daar negatief verrast over waren. Begrijpelijk, en ik vroeg me af waarom ze dat gevoel niet meteen deelden. In de volgende aflevering deelden zij hun verbazing onderling en besprak Nicolaas het met zijn stagebegeleider. Het is belangrijk om het eerlijke gesprek met zo’n vrouw te voeren en wederzijdse gevoelens op tafel te leggen, zodat je elkaar leert kennen en ook zonder onderliggende en onbesproken frustratie verder kan bouwen aan een goed contact.’

4.    Sociaal werk is meer dan het oplossen van individuele vraagstukken  
Net als in de praktijk zie je dat individuele vraagstukken veel aandacht vragen en krijgen in de serie. Maar wil je echt duurzaam knelpunten aanpakken dan is er meer nodig. Besef dat het niet normaal is dat mensen onder dit soort omstandigheden leven, dat het in strijd is met de internationale rechten van de mens. Wil je daarvoor structurele oplossingen creëren dan moet je meer politiserend gaan werken en is samenlevingsopbouw nodig. Anders blijft je als sociaal werker water naar de zee dragen.’  

6 februari 2024: bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger

Vereniging NOV, Sjoerd van der Steen, Pakhuis de Zwijger en VPRO organiseren een bijeenkomst op 6 februari over ‘100 Dagen in de vergeten wijk’ in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Je kunt je al aanmelden.

Aan dit artikel werkten de volgende Movisie adviseurs mee: Sonja Liefhebber, Julia Ketel, Martha Talma, Sonja van Rooijen, Barbara Panhuijzen, Jasmijn Pronk en Mariël van Pelt.
Tekst: Paul van Yperen
Foto’s: VPRO