Nicolaas Veul over nieuwe serie ‘100 dagen in de vergeten wijk’

Hoe groot is het sociale vangnet van Nederland? In de vijfdelige serie 100 dagen in de vergeten wijk onderzoeken Tim den Besten en Nicolaas Veul hoe bewoners zich redden in de wijk Laak in Den Haag. Om inzicht te krijgen in het leven in Laak, ook wel 'de vergeten wijk' genoemd, gaan Tim en Nicolaas er 100 dagen wonen en werken. Movisie vroeg Veul naar zijn ervaringen: ‘Maatschappelijk werk is een soort sociale EHBO.’

Laak is een van de buurten die hoog scoren in lijstjes over eenzaamheid, armoede, woningnood en racisme. Als stagiairs sociaal werk worden Den Besten en Veul geconfronteerd met de vele problemen in de wijk, en met hun eigen maatschappelijke betrokkenheid. Terwijl Den Besten als opbouwwerker in een buurtcentrum onder meer voedselpakketten uitdeelt, gaat Veul op huisbezoek als maatschappelijk werker. Ze raken steeds meer vertrouwd met de mensen die ze als sociaal werker begeleiden en tegelijkertijd daagt hun verblijf in Laak hen uit om hun eigen maatschappelijke betrokkenheid onder de loep te nemen.

Wat was je verwachting van wat je als maatschappelijk werker in Laak zou kunnen betekenen?

‘Er werd gezegd; er zijn mensen die naar de psycholoog gaan voor hun problemen en mensen die aankloppen bij maatschappelijk werk. Er is een grote kloof in Nederland tussen mensen die armoede kennen en mensen die daar niet mee bekend zijn. Ik behoor tot de tweede groep, dus ik wist dat ik vooral open en nieuwsgierig zou moeten zijn, niet teveel willen invullen of meteen proberen te verklaren. Eerst maar eens goed kijken, vragen en voelen. Dus ik probeerde de verwachtingen soms uit te zetten.’

100 dagen in de vergeten wijk + Movisie 

De eerste aflevering van 100 dagen in de wijk is te zien op 29 november, om 21.20 uur, op NPO 3. Movisie-experts gaan op LinkedIn wekelijks reageren op ‘100 dagen in de vergeten wijk’. Na afloop van de serie verschijnt op Movisie.nl een artikel met reacties.

Wanneer had je het gevoel dat jouw werk er echt toe deed? 

‘Ik heb een kind - dat al maanden alleen thuis zat als zijn moeder aan het werken was - op een school gekregen. Het was heel bijzonder om echt iets te betekenen. Maar het was ook pijnlijk om te zien dat deze jongen nergens heen kon met zijn talent of energie en alleen maar binnen zat omdat ze geen school konden vinden. Of niet begrepen hoe ze moesten zoeken.’

Maatschappelijk werk is een soort sociale EHBO

En wanneer was de problematiek te groot en lukte het niet om de situatie te verbeteren? 

‘Vaak genoeg. De overvolle woningmarkt of moeilijke financiële situaties zijn problemen waar je als maatschappelijk werker niks aan kunt doen. Er is niet meteen een oplossing. De situatie verbeteren zit hem dan in de kleine dingen. Iemand aanhoren, helpen de huisarts bellen, iemand helpen inschrijven voor sociale huurwoningen. Maatschappelijk werk is een soort sociale EHBO, maar voor grote problemen kun je niet anders dan iemand dieper het systeem in duwen.’

Vertrouwen win je niet zomaar, dat kost tijd

Denk je dat maatschappelijk werkers voldoende ruimte hebben om te doen wat nodig is? 

‘Nee, er is te weinig geld en te weinig tijd. Dat betekent niet dat er geen goede dingen gebeuren. Maar veel sociaal werkers voelen zich onthand. De werkdruk is hoog, soms heb je te weinig tijd met en voor een cliënt. Niet iedereen wil zich meteen laten helpen, daar heb je een band voor nodig, vertrouwen, regelmaat. Vertrouwen win je niet zomaar. Dat kost tijd. Een wijk opbouwen kost veel tijd.’  

Presentator 100 dagen in de vergeten wijk in de woonkamer van een oudere

Er is veel uitstroom uit de sector. Wat is er volgens jou nodig om dit tij te keren?

‘Ik denk meer tijd om op pad te gaan en een band op te bouwen met mensen. Dan krijg je er ook meer voor terug, want soms kost het echt veel energie om mensen te helpen. Het is ook stressvol voor de hulpverleners. Ik denk dat er te gemakkelijk over het vak gedacht wordt. Ik weet dat sociaal werkers die met ouderen in de weer zijn, de bezuinigingen niet meer kunnen aanzien. De zorg is zo afgeslankt dat je je weleens afvraagt of je nog echt wat kunt doen.’

Een veel gehoorde opmerking is dat iedereen wel sociaal werk kan doen. Is er voldoende waardering voor sociaal werkers?

‘Als je het wil, kan een mens veel, maar ik weet zeker dat niet iedereen hiervoor in de wieg is gelegd. Met mensen omgaan in moeilijke situaties, komt voor de een natuurlijker dan voor anderen. Het is echt een vak. De mensen die dit belangrijke werk doen verdienen meer waardering.’

Beleidsmakers willen stimuleren dat inwoners meer omzien naar elkaar, meer oog voor elkaar hebben, mantelzorg verlenen of een oogje in het zeil houden bij de dementerende buurman. Zo zouden sociaal werkers worden ontzien. Denk je dat die gedachte terecht is? 

‘Ik ben het er niet mee eens. Mensen letten heus wel op elkaar, maar in armoede raken, of dement worden/zijn is erg heftig. Het kan een te zware taak zijn voor de omgeving om dat op te vangen. Mijn vader werd zelf ziek, die viel steeds uit bed, en dan lag hij op de grond. De buren konden niet om de dag uit hun bed komen om hem te helpen. En ik, als zoon, ook niet. Armoede heeft een enorme impact, ook mentaal. Dat is moeilijk om te boven te komen als je geen handreiking krijgt. Niet iedereen heeft een enorm netwerk om op te leunen.’

Over Tim en Nicolaas 

VPRO-programmamakers Tim den Besten en Nicolaas Veul waren samen eerder te zien in onder meer 100 dagen voor de klas (waarvoor zij een speciale vermelding kregen van de jury van de Zilveren Nipkowschijf), in 100 dagen in je hoofd, in Oudtopia, waarvoor ze een maand in een verzorgingshuis woonden, en in Superstream Me, een psychologisch experiment waarin zij hun leven achttien dagen non-stop streamden. In 100 dagen in de vergeten wijk gaan ze opnieuw een experiment aan waarbij ze zichzelf niet ontzien.

Foto's: VPRO