Werken met transgender cliënten? Doe gewoon wat je altijd doet

Online module over transgender gevoelens bij cliënten

Transgender personen hebben vaker dan gemiddeld te maken met onveiligheid, negatieve reacties en eenzaamheid. Een negatief zelfbeeld, somberheid en sociale angst kunnen hiervan zowel oorzaak als gevolg zijn. Daarom is het niet verwonderlijk dat zij hulpvragen kunnen hebben. Het is belangrijk dat sociaal professionals sensitief zijn voor transgendergevoelens bij cliënten. Maar welke vragen stel je wel? En welke juist niet? Thomas Wormgoor: ‘Doe gewoon wat je altijd doet.’

In samenwerking met transgender personen en andere organisaties heeft Movisie een online module ontwikkeld voor professionals. Wie de module volgt, leert aan de hand van drie realistische verhalen meer over genderidentiteit, hoe je hier een gesprek met een cliënt over kunt hebben en welke vragen je wel en niet moet stellen. Ook geeft de module praktische informatie over organisaties en websites waar meer informatie over het onderwerp te vinden is en waar je cliënten naar door kunt verwijzen.

Ga naar de online module

Handelingsverlegenheid

Doordat bij de ontwikkeling van de module transgender personen betrokken zijn, is er volgens Thomas Wormgoor een realistische training samengesteld. Wormgoor werkt als stafmedewerker transgenderzorg bij PsyQ en heeft als ervaringsdeskundige en professional meegedacht over de inhoud van de module. Wormgoor: ‘Het zou heel fijn zijn als meer professionals sensitief worden voor genderdysforie, het gevoel van onbehagen dat iemand heeft als geboortegeslacht en genderidentiteit niet overeenkomen. Bovendien merk ik dat professionals die met transgendercliënten te maken krijgen, last kunnen hebben van handelingsverlegenheid. Ze weten bijvoorbeeld niet goed wat ze wel of niet moeten zeggen, welke aanspreekvorm ze voor iemand moeten gebruiken of wat de cliënt van ze verwacht.’

'Transgender personen zijn heel gewone mensen, behandel ze dus ook zo'

Terug naar de basis

De belangrijkste tip die Wormgoor sociaal professionals al kan geven, is dat ze zich moeten realiseren dat het stellen van de diagnose genderdysforie of het verlenen van een indicatie voor een medische behandeling ergens anders gebeurt. ‘Daar hoeven sociaal professionals zich niet mee te belasten. Wees je ervan bewust dat het er niet om gaat of jij vindt of iemand wel of niet in aanmerking komt voor een behandeling. Jouw taak is om vast te stellen wat de hulpvraag van je cliënt is en wat jij kunt doen om te ondersteunen bij het oplossen van die hulpvraag. Eigenlijk dus de basis van het sociaal werk. Veel professionals die ik heb getraind, beseffen ineens dat ze gewoon moeten doen wat ze altijd doen. Transgender personen zijn heel gewone mensen. Behandel ze dus ook zo.’

Cliënt bepaalt het tempo

Natuurlijk zijn er wel zaken die je kunnen helpen om een vertrouwensband met een cliënt met transgender gevoelens op te bouwen. Waar de één zichzelf ziet als transgender persoon, is het voor de ander misschien nog een geheim of zit hij of zij nog in een fase van verwarring. Wormgoor: ‘Het is heel goed als professionals leren gewoon te benoemen wat ze zien en het onderwerp bespreekbaar te maken. Dat kan voor een cliënt ontzettend veel opluchting bieden. Vraag iemand die heeft uitgesproken transgender gevoelens te hebben bijvoorbeeld open hoe hij of zij aangesproken wil worden. Als man, als vrouw of nog anders en met welke roepnaam. Het kan voor je vertrouwensband belangrijk zijn als je aangeeft te snappen dat iemand die nog niet volledig leeft zoals hij of zij zich voelt voor zichzelf al een andere naam heeft en anders benaderd wil worden. Maar het allerbelangrijkste in het creëren van de vertrouwensband is dat je zorgt dat de cliënt bepaalt welke rol het transgender zijn mag of moet hebben in het hulpverleningstraject. Dat neemt niet weg dat je het als professional aan kunt kaarten wanneer jij meent dat de hulpvraag samenhangt met het transgender zijn.'

Wees kritisch naar jezelf

Een valkuil waar je als professional mee te maken kunt krijgen als je zelden of nooit een cliënt hebt met transgender gevoelens en nu iemand voor je hebt die dat proces doorgaat, is dat je de neiging hebt om er van alles over te vragen. ‘Die interesse en nieuwsgierigheid zijn niet negatief, maar je loopt wel het risico dat het je vertrouwensband schaadt. Natuurlijk hoef je niet te doen alsof je alles over het onderwerp weet, maar wees kritisch naar jezelf. Stel je een vraag voor jezelf of om de cliënt verder te helpen door bijvoorbeeld de hulpvraag beter in beeld te krijgen?’

Symsteemsensitiviteit

Wormgoor vertelt dat transgender personen die na jaren van worsteling eindelijk een toekomst zien voor zichzelf, soms overweldigend veel druk op een ander kunnen leggen. ‘Alles moet dan nu, en het liefst zelfs gisteren, geregeld worden en veranderen. Dat kan heel heftig zijn omdat het lijkt alsof ze alleen met zichzelf bezig zijn.’ Besef dat deze situatie hoort bij het proces en dit ook weer overgaat. Wormgoor: ‘Benadruk dat het fijn is om te merken dat je transgender cliënt een nieuw leven voor zich ziet en dat je ziet dat hij daar blij mee is. Benadruk daarnaast ook dat het van belang is dat je transgender cliënt inziet dat de omgeving, bijvoorbeeld de partner of het kind, ook een eigen proces door moet. Om dit gesprek aan te gaan, heb je geen verstand van genderdysforie nodig, maar gewoon nuchterheid en systeemsensitiviteit.’

Positieve beeldvorming als valkuil

Wormgoor is blij dat er in Nederland positieve beeldvorming is rondom bijvoorbeeld homoseksualiteit en transgender personen. Maar deze positieve beeldvorming is tegelijkertijd ook een valkuil. ‘Ondanks dat de beeldvorming positief is en het door de maatschappij geaccepteerd wordt als iemand transgender gevoelens heeft, is het voor degene die erdoorheen gaat toch een ongelofelijk zwaar proces. Transgender gevoelens beginnen vaak al op jonge leeftijd en veroorzaken onzekerheid en verwarring. En er is een groot verschil met mensen die homoseksuele gevoelens hebben: transgender personen hebben vaak een medische behandeling nodig om te kunnen zijn wie ze willen zijn. In het geheim van geslacht veranderen is niet mogelijk. Het “uit de kast komen” kan daardoor moeilijker zijn. Wees je daarvan bewust.’

Niet opsporen

De module die door onder meer Wormgoor, transgender organisaties en medewerkers van Movisie is ontwikkeld, is volgens de ervaringsdeskundige niet bedoelt om transgenders op te sporen. Dat is immers helemaal niet de taak van sociaal professionals. ‘Maar het helpt je wel om je ervan bewust te worden dat je in je werk met het onderwerp te maken kunt krijgen en wanneer dat gebeurt, hoe je daar dan mee om kunt gaan.’

Over de online module
De module is ontwikkeld in samenwerking met transgender personen en TNN, Transketeers, Transvisie Zorg, COC Transunited, HVO/Querido Humanitas, Transsupport Rotterdam.
Ga naar de online module

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Zorg+Welzijn.