Competentiegericht begeleiden in de maatschappelijke opvang

16 maart 2017

Deze interventie biedt begeleiders van kwetsbare volwassen handvatten en technieken om aan te sluiten bij cliënten, hen te motiveren en hun competenties te vergroten en stapsgewijs toe te werken naar passende huisvesting. De aanpak kent vier pijlers: bejegening cliënt, proactief werken, perspectief bieden en netwerk betrekken.

Download de volledige methodebeschrijving

Methodebeschrijving-competentiegericht-begeleiden.pdf 647.23 KB

Thumbnail

In een procesevaluatie waarderen cliënten de omgang met en deskundigheid van begeleiders en het feit dat ze zelf veel invloed hebben op de inhoud van hun begeleidingsplan. Begeleiders zien goede resultaten als gevolg van de aanpak.

Doelgroep

Volwassenen die moeite hebben met het vinden en/of behouden van passende huisvesting. Door diverse oorzaken zoals stress, verslavingsproblematiek, psychiatrische problematiek en/ of huiselijk geweld lukt het hen niet om de benodigde vaardigheden in te zetten om hun situatie te verbeteren. Het betreft een hele heterogene doelgroep die ook wel wordt aangeduid als kwetsbare volwassenen. Deze kwetsbaarheid komt onder andere voort uit de volgende drie gemeenschappelijke en overstijgende kenmerken: ze zijn moeilijk te bereiken, ongemotiveerd voor gedragsverandering en zij hebben weinig tot geen steunende netwerkcontacten.

Doel

Het doel van Competentiegericht begeleiden is om begeleiders concrete handvatten en technieken te bieden waarmee ze in staat zijn aan te sluiten bij de cliënt, de cliënt te motiveren en stimuleren, competenties te vergroten van de cliënt en gericht toe te werken naar het perspectief van de cliënt: een passende huisvesting, waarin de cliënt zo zelfredzaam en zelfstandig als mogelijk kan functioneren.

Aanpak

Het gefaseerd toewerken naar een door de cliënt gewenst en haalbaar toekomstperspectief. Het begeleidingstraject is opgedeeld in drie fases: Begin, Midden en Eind. Per fase worden er doelen geformuleerd. De fasering maakt het voor cliënt en begeleider inzichtelijk waaraan gewerkt wordt. Met de fasering wordt er stapsgewijs toegewerkt naar het perspectief.
In de beginfase ligt de nadruk op het vergroten van de benaderbaarheid, het vergroten van de motivatie tot gedragsverandering en worden de eerste stappen gezet ten aanzien van het vergroten/versterken van steunende netwerkcontacten. Daarbij verzamelt de begeleider informatie over de wensen, het functioneren en factoren die van invloed zijn op het functioneren zodat er aan het einde een trajectplan op maat is waarin het perspectief en de bijbehorende doelen geformuleerd zijn. Tijdens de middenfase blijft de begeleider technieken inzetten die een bijdrage leveren aan het vergroten van de bereikbaarheid en het vergroten van motivatie tot gedragsverandering. Daarnaast wordt stapsgewijs gewerkt aan de individuele – op maat gemaakte – doelen van de cliënt. De eindfase staat in het teken van vertrek, waarbij de cliënt zich voorbereidt op zijn vervolgplek en afscheid neemt.
De aanpak van de begeleiding is uitgewerkt in vier pijlers:

  1. Bejegening cliënt: deze pijler betreft de basishouding van de begeleider. Uitgangspunt van deze pijler is een stimulerende houding die aansluit bij de cliënt, waardoor de cliënt zich veilig en gehoord voelt. De cliënt staat centraal, wat betekent dat er wordt aangesloten bij de belevingswereld van de cliënt, de cliënt wordt aangesproken op zijn krachten en gericht feedback krijgt gericht op gewenst gedrag.
  2. Proactief werken: de begeleider neemt initiatief bij het betrekken, activeren en motiveren van de cliënt. De mate waarin het initiatief van de begeleider komt is mede-afhankelijk van de mate waarin de cliënt zelf initiatief neemt.
  3. Perspectief bieden: samen met de cliënt wordt gekeken naar zijn wensen en mogelijkheden op het gebied van wonen, dagbesteding, vrije tijd en netwerk. Binnen deze pijler wordt er gericht gewerkt aan het vormgeven van dit perspectief.
  4. Netwerk betrekken: deze pijler richt zich op het creëren, uitbreiden of versterken van een steunend netwerk voor de cliënt en het betrekken van dit netwerk bij het leven van de cliënt.

Binnen elk begeleidingstraject wordt gebruik gemaakt van motiverende, coachende en sturende technieken om de cliënt te motiveren gewenst gedrag te vertonen en/of toe te leiden naar specialistische hulp of om vaardigheden aan te leren zodat het vaardigheidsrepertoire van de cliënt wordt vergroot.

Uitvoerende organisaties

Competentiegericht begeleiden kan ingezet worden in alle organisaties voor maatschappelijke opvang, die tot doelstelling hebben om mensen zonder verblijfplaats of mensen die het risico lopen hun huis kwijt te raken (tijdelijk) verblijf te bieden. Dit in combinatie met zorg en begeleiding naar een zelfstandig(-er) leven.  Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn de Kessler Stichting, Regionale Instellingen voor Beschermde Woonvormen (RIBW) en het Leger des Heils.

Ontwikkelaar
PI Research
Contactpersoon: Marianne Haspels
m.haspels@piresearch.nl
06-43376286
www.piresearch.nl

Onderzoek

Er is een procesevaluatie uitgevoerd naar Competentiegericht begeleiden bij de Kessler Stichting, (een organisatie voor maatschappelijke opvang) waarbij de vraag centraal stond hoe de methodiek wordt uitgevoerd versus hoe de methodiek in theorie zou moeten worden uitgevoerd. Ook is er gekeken of de cliënten na afloop van hun begeleidingstraject vooruitgang hadden geboekt op een aantal levensdomeinen en is onderzocht hoe tevreden de cliënten waren over hun begeleiding.
De resultaten van het onderzoek wezen uit dat Competentiegericht begeleiden een stevige basis heeft binnen de Kessler Stichting. Cliënten bleken in vergelijking met hun beginsituatie bij afsluiting van een begeleidingstraject significant meer zelfredzaam op de levensdomeinen Inkomen, Dagbesteding, Huisvesting, Fysieke Gezondheid, ADL-vaardigheden en Sociaal Netwerk. Daarnaast bleken cliënten vooral tevreden te zijn over de bereikbaarheid van de begeleiders, de omgang met en deskundigheid van de begeleiders en het feit dat ze zelf veel invloed hebben op de inhoud van hun begeleidingsplan. Uit de interviews met begeleiders van de Kessler Stichting bleek dat zij vooral stabiliteit en vooruitgang zien op het gebied van Financiën en Huisvesting aan het einde van een begeleidingstraject. De geïnterviewden rapporteerden dat als deze levensdomeinen op orde zijn vaak ook de maatschappelijke participatie en de geestelijke gezondheid van cliënten verbetert. De begeleiders noemen veel voordelen van de aanpak en zien goede resultaten als gevolg van deze aanpak.

Samenvatting werkzame elementen

Inhoudelijke elementen

  • Competentiegericht begeleiden is een stapsgewijze aanpak waarbij een begeleidingscyclus wordt gevolgd. Tijdens het traject is voortdurend het proces gaande van informatie verzamelen en analyseren, en het vervolgens stellen van doelen, uitvoeren van acties en evalueren van de resultaten. Dit proces bestaat uit verschillende stappen die elkaar opvolgen en cyclisch zijn.
  • Het begeleidingstraject van de cliënt wordt van aankomst tot vertrek gekenmerkt door een duidelijke fasering: Begin, Midden, Eind. Voor de cliënt is duidelijk waar naartoe gewerkt gaat worden en wat, wanneer aan de orde komt doordat dit uiteen gezet is in een begeleidingsplan dat samen met de cliënt is opgesteld.
  • De inhoud van de begeleiding is uitgewerkt in vier inhoudelijke pijlers die faseoverstijgend zijn en de basis bieden voor de begeleiding. De verschillende activiteiten die plaatsvinden binnen de pijlers worden parallel naast elkaar uitgevoerd gedurende het gehele traject van een cliënt. Om de pijlers vorm te geven in de praktijk zijn ze voor de begeleiding uitgewerkt in concrete handvatten en technieken.
  • Binnen elk begeleidingstraject wordt informatie verzameld en geanalyseerd over de wensen en het functioneren van de cliënt. Er wordt gebruik gemaakt van motiverende, coachende en sturende technieken, waarvan bekend is dat zij werkzaam zijn in het bereiken en activeren van de cliënt tot actie. De methodiek biedt begeleiders daarnaast specifieke handvatten, technieken en hulpmiddelen die ingezet worden bij de begeleiding van cliënten en het vergroten van de competentie van de cliënten. Er zijn  een aantal technieken die standaard bij elk begeleidingstraject worden ingezet zoals de gedragssuggestie, gedragsoefening en versterkende en corrigerende feedback. De effectiviteit van deze technieken volgt uit de breed geaccepteerde psychologische leertheorieën over gedragsverandering.

    Uitgangspunten van de methodiek zijn:

  • De cliënt perspectief bieden door hem te ondersteunen bij het zelf formuleren van zijn toekomstperspectief, deze nader te concretiseren om vervolgens samen met de begeleider het traject vorm te geven.
  • Op een systematische manier informatie verzamelen over de (sterke en zwakke kanten van) de cliënt en zijn omgeving. De huidige situatie waarin de cliënt zich bevindt wordt als vertrekpunt genomen van de begeleiding. Er wordt samen met de cliënt gekeken hoe voorheen sterke punten nu ingezet en uitgebouwd kunnen worden. In de begeleiding is er aandacht voor het ombuigen van ongewenst gedrag door een analyse te maken van het gedrag, de functie van het gedrag en de situatie waarin het gedrag plaatsvindt.
  • Het vergroten van de motivatie door het inventariseren en aansluiten bij de wensen, ideeën en mogelijkheden van de cliënt om vanuit daar gezamenlijk doelen en passende acties op te stellen.
  • De cliënt activeren en zijn (zelf-)inzicht, probleemoplossend vermogen en vaardigheden vergroten.
  • De methodiek heeft een aantal elementen waarvan uit onderzoek is gebleken dat zij een positieve invloed hebben op de effectiviteit van een begeleidingsproces:
    -In de methodiek staan de eigen wensen van de cliënt op het gebied van wonen, vrije tijd en netwerk centraal (Miller & Rollnick, 2002).
    -De wijze waarop de interventie is opgebouwd geeft blijk van structurering en fasering. De doelen en werkpunten worden altijd opgesteld in samenspraak met de cliënt. De wens van de cliënt is leidend als het gaat om welke doelen er worden gesteld en welk doel er eerst aangepakt gaat worden. En er wordt stapsgewijs gewerkt aan de realisatie van doelen ( van Yperen, 2010).
    -In de methodiek wordt veel belang gehecht aan een positieve bejegening van de cliënt om zo van een positieve, open en warme relatie tussen cliënt en therapeut te creëren ( Curtis, Field, Knaan-Kostman & Mannix, 2004), het tonen van empathie (Bohart, Elliott, Greenberg & Watson, 2002), en het hebben van een positieve houding (Farber & Doolin, 2011).
    -De methodiek maakt gebruik van cognitief gedragstherapeutische technieken zoals het S-R-C schema (Van der Laan, 2004, p. 37).
    -Een belangrijk onderdeel van de methodiek is het ondersteunen van de cliënt bij het creëren en/of uitbreiden van een steunend sociaal netwerk (Bean, Schafer & Glennon, 2013).
  • De methodiek is gericht op het zo zelfredzaam en zelfstandig mogelijk laten functioneren van cliënten in hun eigen context. De methodiek richt zich op het creëren van een veilige en stimulerende omgeving waarbij ingezet wordt op bevorderende omgevingsfactoren (zoals het hebben en behouden van huisvesting, voldoende inkomen, een passende dagbesteding en steunende netwerkcontacten) en cliëntfactoren, het minimaliseren van de invloed van belemmerende cliënt- en omgevingsfactorreen, het leren van vaardigheden en het verrijken dan wel verlichten van de taken waar de cliënt voor staat.
  • De voortgang van de cliënt wordt gemonitord via het traject- en begeleidingsplan van de cliënt, een en vragenlijst waarmee de zelfredzaamheid van de cliënt aan het Begin, Midden en Einde van het traject in kaart wordt gebracht. Ook wordt er een cliënttevredenheidsvragenlijst afgenomen om in kaart te brengen hoe tevreden de cliënt is over het begeleidingstraject en de invloed die hij op dit traject heeft gehad.
  • Uit een procesevaluatie naar de uitvoering van Competentiegericht begeleiden is gebleken dat cliënten significante vooruitgang boekten op de levensdomeinen: Inkomen, Dagbesteding, Huisvesting, Fysieke Gezondheid, ADL-vaardigheden en Sociaal Netwerk. Cliënten zijn vooral tevreden over de bereikbaarheid van de begeleiders, de omgang met en deskundigheid van de begeleiders en het feit dat ze zelf veel invloed hebben op de inhoud van hun begeleidingsplan.

Praktische elementen

  • De methodiek is in samenwerking met de doelgroep ontwikkeld, en wordt door monitoring en evaluatie onder cliënten en begeleiders doorontwikkeld.
  • De methodiek kent een duidelijk implementatietraject dat in samenwerking met de organisatie wordt opgesteld. Er worden aandachtsfunctionarissen aangesteld en opgeleid die een belangrijke rol spelen in het implementatieproces en de kwaliteitsbewaking.
  • Er zijn meerdere trainingen beschikbaar voor organisaties zoals een basistraining voor medewerkers om zich bepaalde kennis en vaardigheden eigen te maken, trainingen voor het CHM en workshops en verdiepingstrainingen. Er zijn materialen voor trainingen, cursussen en begeleidingsmogelijkheden beschikbaar voor organisaties.
  • Voor organisaties die Competentiegericht begeleiden hebben geïmplementeerd, is er een kwaliteitsmonitor ontwikkeld, een meetinstrument om de kwaliteit van de uitvoering van Competentiegericht begeleiden en de behandelintegriteit te toetsen.
Beoordeling
Competentiegericht begeleiden in de maatschappelijke opvang is in maart 2017 erkend als Goed onderbouwd door de erkenningscommissie Maatschappelijke ondersteuning, participatie en veiligheid. De interventie werkt vanuit een positieve insteek, met veel ruimte voor vaardigheden en de eigen wensen van cliënten. Bovendien is er een goed bruikbaar methodeboek, dat werkers handvatten en overzichten biedt en tevens als naslagwerk gebruikt kan worden, en een uitgebreid scholingsprogramma voor implementatie. De interventie kan met variatie en maatwerk worden ingezet.