Anne Weijs van Join us: ‘Het erkenningstraject maakte de interventie alleen maar beter’

Opname in de databank Effectieve sociale interventies

Stichting Join us helpt jongeren die eenzaam zijn. De methodiek is ontstaan in de praktijk en door de jaren heen verrijkt met wetenschappelijke inzichten. Join us verspreidt zich als een olievlek over Nederland. Recent werd de methodiek opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies. Hoe verliep het erkenningstraject? En wat levert het op voor Join us?

Geen idee hebben hoe je de zomervakantie door moet komen, niet weten wie je uit moet nodigen voor je verjaardag: het komt helaas maar al te vaak voor. Dat zag initiatiefneemster Jolanda van Gerwe in haar pedagogische praktijk en het raakte haar diep. Ze wilde het aanpakken en zo ontstond in 2016 Join us in de Brabantse gemeente Meierijstad.

Specifieke risicofactoren

Door de jaren heen verspreidde de interventie zich over het land en werd de manier van werken verrijkt met wetenschappelijke inzichten over eenzaamheid bij jongeren. ‘Het werk van ontwikkelingspsychologe Gerine Lodder was daarbij belangrijk’, zegt Anne Weijs, die als gedragswetenschapper bij Join us werkt en penvoerder was tijdens het erkenningstraject.

Samen plezier hebben staat voorop in de methodiek

‘Lodder ontdekte specifieke factoren die een rol spelen bij eenzaamheid onder jongeren’, legt Weijs uit. ‘Drie veelvoorkomende risicofactoren zijn: lage sociale vaardigheden, weinig toegang tot sociale contacten en negatieve gedachten over zichzelf, anderen en relaties. In de praktijk zien we vaak een combinatie van deze factoren.’ Samen plezier hebben staat voorop in de methodiek, maar tijdens de groepsactiviteiten werken de jongeren in een social challenge ook aan vaardigheden die passen bij hun persoonlijke risicofactoren.

Eerste screening

Join us is het erkenningstraject om meerdere redenen ingegaan, vertelt Weijs. ‘Wij hebben vertrouwen in onze methodiek en willen dat ook naar buiten uitdragen. Gemeenten zijn onze opdrachtgevers en zij vragen om de erkenning. Daarnaast wisten we dat we tijdens het traject feedback zouden krijgen, dus we wisten dat de methodiek zelf er alleen maar beter van kon worden.’

René Broekroelofs begeleidde het traject namens Movisie. Over de start van een dergelijk traject vertelt hij: ‘Dat begint altijd met een eerste screening. Is de methodiek overdraagbaar? Is er een handboek of ander materiaal? Hebben de interventie-eigenaren een procesevaluatie uitgevoerd? En wordt die methodiek op meerdere plekken uitgevoerd?’

Beoordeling en erkenning

Als de interventie de eerste screening doorkomt, dan volgt sowieso het traject om als ‘goed beschreven’ beoordeeld te worden. De organisatie in kwestie kan ook kiezen voor een extra trede, namelijk een erkenning. Dat kan als ‘goed onderbouwd’ zijn, of ‘effectief’. ‘De meesten willen goed onderbouwd’, zegt Broekroelofs. ‘Zij hebben dan aan te tonen dat en hoe de werkzaamheid van de interventie is onderbouwd met modellen, theorie en/of literatuur.’

Join us koos er ook voor om als goed onderbouwd in de databank te willen komen. De begeleiding van Movisie richtte zich daarom voornamelijk op het beschrijven van die onderbouwing. In twee rondes geven twee experts van Movisie feedback op de interventiebeschrijving. ‘We bekijken dan of de probleembeschrijving helder is, en ook of duidelijk te lezen valt wat de veroorzakers of de risicofactoren zijn’, legt Broekroelofs uit.

Hele kluif

‘Vervolgens bekijken we hoe de doelen van de interventies beschreven zijn, en welke activiteiten precies bijdragen aan die doelen. En dat hele verhaal moet met theorieën logisch onderbouwd zijn en ook nog begrijpelijk om te lezen.’ De erkenning vergt verder dat in de onderbouwing niet alleen wetenschappelijke kennis, maar ook ervarings- en praktijkkennis verwerkt is.

Dat alles bij elkaar is meestal een hele kluif om op papier te krijgen, en het traject dat Join us doorliep was hierop geen uitzondering. Weijs vond het wel heel waardevol: ‘We kregen echt heel inhoudelijke feedback. Onze interventie is er alleen maar beter van geworden.’ Als voorbeeld noemt ze de invulling van het begrip zelfregie. Jongeren die zich bij Join us aansluiten, komen in groepjes samen om een gezellige avond te hebben. Ze bepalen zelf wat de activiteit wordt.

Als feedback kregen we de vraag hoe zelfregie vorm krijgt

Feedback

‘Maar verder dan dat hadden we zelfregie op papier eigenlijk niet uitgewerkt’, vervolgt Weijs. ‘Als feedback kregen we de vraag hoe dat echt vorm krijgt, bijvoorbeeld in het opstellen van de social challenges die de jongeren kiezen. De jongeren krijgen daarom nu meer kennis over de risicofactoren. En ze gaan in gesprek met de begeleider om meer zicht te krijgen op wat hun persoonlijke belemmeringen zijn, zodat ze daar gericht aan kunnen werken.’ Jongeren blijken dat bovendien heel graag te willen: expliciet werken aan hun eigen risicofactoren.

Weijs maakt het concreet door het plaatje van een doorsnee start van een bijeenkomst te schetsen. Jongeren die voor het eerst komen, kiezen meestal de veilige plek van de bank. Ze gaan niet aan de tafel zitten waar een spelletje gespeeld wordt. ‘De begeleider onderzoekt tegenwoordig samen met de jongere wat daarachter speelt. Weet iemand niet wat een logische vraag is om te stellen als hij wel mee wil doen? Of weet deze jongere best wat passend is, maar durft hij de stap niet te zetten? Als je dat precies weet, dan kiest de jongere vanzelf een uitdaging waarbij hij de juiste vaardigheden oefent. Dat helpt hen nu, maar geeft ook in de toekomst grip.’ In de coaching van de begeleiders is tegenwoordig ook meer aandacht voor hoe dit gesprek te voeren, waardoor zij zich eveneens beter toegerust voelen.

Wetenschap en praktijk verbonden

Een ander voorbeeld van een verbetering lijkt ogenschijnlijk misschien klein, maar is volgens Weijs wel typerend voor het effect dat het reflecteren en beschrijven had. ‘Voorheen hadden we als regel dat we na drie keer afwezigheid aan de bel gingen trekken. Daarop kregen we de vraag waarom pas dan, waarom niet eerder? We realiseerden ons dat dit gewoon zo ontstaan was in de praktijk, zonder achterliggende gedachte. Nu nemen we al na een keer afwezigheid contact op, wat vaak heel nuttig blijkt.’ Terugkijkend op het traject Weijs dan ook samen: ‘Wetenschap en praktijk zijn nu veel meer met elkaar verbonden.’

Eenzaamheid onder jongeren

Movisie verkende de actuele stand van zaken rond eenzaamheid onder jongeren. Experts Jan Willem van de Maat en Susan de Vries bekeken literatuur, beleid en praktijk.

Lees de verkenning

Tekst: Tea Keijl