Gemeenten tevreden over sociale (wijk)teams, ontwikkeling gaat door
Uit een derde landelijke peiling onder 242 Nederlandse gemeenten naar de stand van zaken rond de sociale (wijk)teams blijkt het merendeel van de gemeenten, 83 procent, over een of meer (wijk)teams te beschikken. 78 procent is tevreden over de bijdrage van deze teams aan het realiseren van de doelen van de transitie. De meest voorkomende doelstelling van de wijkteams is (toegang tot) maatwerk. Gemeenten hebben zorgen over de werkbelasting en de toename van hulpvragers met complexe problemen.
De resultaten staan in het rapport 'Sociale (wijk)teams opnieuw uitgelicht' van kennisinstituut Movisie. Het dominante doel van de (wijk)teams wordt steeds meer het bieden van passende zorg en ondersteuning op maat, direct toegankelijk voor de individuele burgers. Minder gemeenten dan voorheen zien taken die niet op individuele hulpvragen gericht zijn (preventie, vroegsignalering, outreachend werken) als een kerntaak van het (wijk)team.
Download rapport en infographic
Werk en inkomen
Taken op het gebied van werk en inkomen maken in iets minder dan de helft van de gemeenten deel uit van het wijkteam. Sinds de eerste wijkteam-meting is er sprake van een langzame maar wel doorgaande daling. Eenzelfde daling zien we ook bij de medewerkers van de Dienst werk en inkomen, die steeds minder vaak deelnemen aan het (wijk)team.
Hoewel bekend is dat bij veel Wmo- en jeugdzorg aanvragers met meervoudige problemen ook vaak sprake is van schulden, kiezen gemeenten er blijkbaar toch voor om de relatie met bijstand, schuldhulpverlening en arbeidstoeleiding anders vorm te geven dan door directe opname van de medewerkers in het wijkteam. Op die andere vormgeving en de overwegingen daarachter is in dit onderzoek niet ingegaan. Wel heeft een aantal gemeenten waar op dit moment werk en inkomen niet is ingebed in de (wijk)teams aangegeven dit wel in de toekomst te willen doen.
Gemeenten hebben zorgen over de toegenomen complexiteit van de hulpvragers en multiprobleem huishoudens waar de teams mee te maken hebben. De vraag waar gemeenten voor staan is hoe dit op te lossen: door de complexe vragen in te passen in de werkwijze van het brede, in principe op iedereen gerichte wijkteam, dan wel er toch een speciaal werkproces voor in te richten.
Positieve geluiden
Positief is dat als we naar de uitkomsten kijken, we bijvoorbeeld zien dat de teams de meeste tijd kwijt zijn aan zaken als casusregie, vraagverheldering en het maken van een plan met de cliënt/burger. Dat zijn met name inhoudelijke taken. In eerdere peilingen in 2014 en 2015 zagen we dat gemeenten nog sterk bezig waren om de omslag te maken naar de nieuwe werkwijze, en toen waren de teams ook nog veel tijd kwijt aan administratie en registratie. In deze fase van consolidatie en professionalisering van de wijkteams zien we dat er meer aandacht is voor kwaliteitsborging, monitoring en resultaatmeting. Veel gemeenten werken aan de kwaliteit van de (wijk)teams middels bij- en nascholing, methodische casusbespreking met het team, coaching en deskundigheidsbevordering van de teamleden. Gemeenten geven het zelf aan: er moet nog veel gebeuren, maar de teams zijn op de goede weg.
Dit onderzoek is tot stand gekomen in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en in samenwerking met de partners van het landelijke programma Integraal werken in de wijk.