Impact van de eerste COVID-19 golf op de reguliere zorg en gezondheid

Het coronavirus heeft tijdens de eerste golf grote impact gehad op de zorg in Nederland. Veel patiënten kregen met uitstel van afspraken en behandelingen te maken. Ook werd een deel van de afspraken afgezegd door patiënten zelf, uit angst om besmet te worden of om de zorg niet te willen belasten. Voor het eerst zijn de effecten van de minder geleverde zorg op de gezondheid ingeschat. Door het uitstel van delen van de ziekenhuiszorg in de eerste COVID-19 golf zullen minimaal 50.000 gezonde levensjaren verloren gaan.

Dit en meer staat in het rapport ‘Impact van de eerste COVID-19 golf op de reguliere zorg en gezondheid’ dat het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport publiceert. Movisie leverde kennis en inzichten aan op een aantal topics zoals dagbesteding, mantelzorg, huiselijk en seksueel geweld en meer.

Het RIVM deed onderzoek naar de omvang van de minder geleverde zorg buiten het ziekenhuis. Ook hier werd een groot deel van de zorg afgeschaald. Wel werd een deel van de zorg vervangen door zorg op afstand, bijvoorbeeld telefonisch of via beeldbellen. Aan het begin van de zomer herstelde de reguliere zorg in veel sectoren van de zorg grotendeels, maar de achterstanden werden niet ingehaald.  Sommige vormen van zorg, zoals de paramedische zorg, dagbesteding en groepsbehandelingen, herstelden moeizamer omdat ze moesten worden aangepast om te kunnen voldoen aan de corona-richtlijnen, bijvoorbeeld om voldoende afstand te kunnen houden of behandelruimtes schoon te maken tussen behandelingen. Dit betekende dat het vaak niet mogelijk was om evenveel zorg als voorheen te leveren.

Kennis en inzichten die Movisie opdeed en verzamelde tijdens de eerste coronagolf zijn gebundeld in de notitie ‘(Indirecte) impact van COVID-19 op de volksgezondheid / eindrapportage eerste golf’. Al eerder bracht Movisie een publicatie naar buiten om de stand van zaken met betrekking tot COVID-19 en het sociaal domein in kaart te brengen.