Online discriminatie tegengaan: ingrijpen en uitspreken loont

Jongeren in actie bij #DatMeenJeNiet

Racisme, islamhaat, validisme, homohaat en seksisme. Allerlei vormen van discriminatie die ook online aan de orde van de dag zijn. En het aantal meldingen blijft toenemen. Juist omdat het leven zich meer online afspeelt dan ooit. Bij #DatMeenJeNiet, een samenwerking tussen Movisie, hogeschool Inholland en Diversity Media, komen jongeren en jongvolwassenen in actie tegen online discriminatie. Uit hun acties blijkt dat uitspreken loont. Op 16 september start online een nieuwe campagne om nog meer jongeren op te roepen zich uit te spreken.

#DatMeenJeNiet wil jongeren bewuster maken dat online discriminatie niet acceptabel is en dat je er iets tegen kunt doen. Denk aan het melden bij een platform of instantie. Het aantal meldingen van online discriminatie neemt toe. In 2020 kwamen bij het meldpunt internetdiscriminatie MiND 843 meldingen binnen, wat slechts het topje van de ijsberg is. Toch gebeurt het opsporen en vervolgen van online discriminatie en haat nog weinig. Daders blijven vaak onbestraft.

Ik blijf mij uitspreken zodat de jongeren na mij zich veiliger voelen

Reacties omstanders belangrijk

#DatMeenJeNiet begeleidt jongeren en jongvolwassen in hoe zij online het verschil kunnen maken. Ze krijgen tools aangereikt om een 'upstander' te zijn, iemand die in actie komt tegen discriminatie. Om zo online discriminatie tegen te gaan en andere jongeren te inspireren zich ook uit te spreken. Uit eerder onderzoek van Movisie blijkt dat de reacties van omstanders bij discriminatie erg belangrijk zijn. Zo past de dader mogelijk zijn bericht aan, voelt het slachtoffer zich gesteund en wordt er een sociale norm gecommuniceerd waaruit blijkt dat online discriminatie niet normaal is.

Uit interviews met de deelnemers aan #DatMeenJeNiet en hun volgers blijken posts waarin ervaringen met discriminatie worden gedeeld, goed te werken. Juist persoonlijke en ‘authentieke’ berichten spreken jongeren aan. Volgers van #DatMeenJeNiet geven aan dat ze door de upstanders meer kennis hebben over en zich meer bewust zijn van verschillende vormen van (online) discriminatie.

Campagne

Ook in de maatschappij staat de aanpak van anti-zwart racisme steviger op de kaart, vooral dankzij de Black Lives Matter-beweging. Tegen deze achtergrond lanceert #DatMeenJeNiet een nieuwe online campagne. In de campagnevideo komen vier upstanders aan het woord. 'Ik blijf mij uitspreken zodat de jongeren na mij zich veiliger voelen en er meer oog is voor elkaar', aldus een van de upstanders in de video.

Jongeren worden in de video opgeroepen om zich ook uit te spreken onder de hashtag #DatMeenJeNiet. Uit onderzoek onder volgers van #DatMeenJeNiet blijkt dat zij een drempel ervaren om daadwerkelijk in actie te komen. Voor de één speelt de angst mee om als ‘moraalridder’ bestempeld te worden, de ander weet niet precies hoe die het beste moet reageren. Projectleider Joline Verloove van Movisie: 'Met #DatMeenJeNiet willen we hen inspireren en op weg helpen. Als je liever niet zelf reageert, kan je op Instagram @hashtagdatmeenjeniet taggen. Dan gaan wij vervolgens het gesprek aan met degene die discrimineert. Zo maken we samen een vuist tegen online discriminatie.' 

Bekijk de campagnevideo op YouTube:

#DatMeenJeNiet

#DatMeenJeNiet is een samenwerking tussen Movisie, Diversity Media en hogeschool Inholland. Afgelopen jaar namen 23 upstanders deel aan #DatMeenJeNiet. In september begint een nieuwe groep. Deze upstanders hebben meer dan 2.000 keer gepost op Instagram, Twitter, Facebook, LinkedIn en TikTok. Het project wordt mogelijk gemaakt door Adessium Foundation en het VSBfonds. De aanpak wordt gedurende drie jaar tussentijds geëvalueerd en bijgestuurd. In het najaar van 2022 wordt alle kennis gebundeld in een e-learning, te gebruiken voor in het onderwijs en jongerenwerk. Ook wordt de kennis geborgd in opleidingen van hogeschool Inholland. Ook andere scholen tonen interesse om ermee aan de slag te gaan.

Bekijk de campagnepagina van #DatMeenJeNiet

Dit artikel is geschreven door Dyonne van Haastert