Palestina & Israël: woorden doen ertoe

Inclusief communiceren & taalgebruik

Organisaties, gemeenten en sociaal professionals zijn zoekende welke woorden je kunt gebruiken als het gaat over de impact van de situatie in Palestina en Israël in onze samenleving. Veel woorden hebben een politieke lading en worden gekoppeld aan een bepaald standpunt. Een woord dat voor de een neutraal lijkt, is dat voor een ander niet. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn wanneer je over dit onderwerp communiceert. Woorden kunnen bij verschillende mensen op een andere manier binnenkomen.

Movisie en inclusief taalgebruik

Ook bij Movisie zijn we ons zeer bewust van de impact van de woorden die we kiezen. Met onze woordkeuze proberen we recht te doen aan de verschillende perspectieven op wat nu gaande is. Toch ontkomen wij er ook niet aan om keuzes te maken die voor de een neutraal is, maar voor de ander dat niet zijn. We blijven daarover het gesprek voeren en leren. Dit kan ertoe leiden dat de woorden die we gebruiken in de loop der tijd veranderen. Aanvullingen of reacties op onze woordkeuze zijn dan ook welkom. Je kunt mailen naar info@movisie.nl. We verwachten dat dit op een respectvolle manier gebeurt. Zodat we met elkaar in gesprek blijven en van elkaar leren. We zullen naar aanleiding van actuele ontwikkelingen en reacties van lezers het artikel waar nodig blijven updaten.

Inclusieve communicatie betekent niet dat je het voor iedereen goed kunt doen, maar wel dat je bewust stil staat bij de waarde die woorden hebben en dat je een zorgvuldige keuze maakt bij het gebruik van bepaalde taal. Wanneer mensen het gevoel hebben dat communicatie vanuit overheden of organisaties niet op hen is gericht of hen in een negatief daglicht zet, kan dit bijdragen aan gevoelens en praktijken van uitsluiting. Zo kunnen onbedoeld vooroordelen tussen groepen mensen worden versterkt. Dit draagt bij aan verdere polarisatie (Van Hal et al., 2020). Communicatie waarbij iedereen - of zoveel mogelijk - mensen zich gezien en begrepen voelen, is dus van groot belang (bron: Kompas voor inclusieve communicatie, KIS).

Dit artikel is geen handleiding voor welke taal je wel of niet moet gebruiken. Het artikel kan je wel helpen bij het herkennen van bepaalde woorden die voor verschillende mensen een verschillende betekenis hebben. In dit artikel worden verschillende woorden uitgelicht die nu veel gebruikt worden, met daarbij een toelichting van veelvoorkomende perspectieven. We zijn ons ervan bewust dat we hierbij niet allesomvattend kunnen zijn, er zijn nog meer perspectieven. Het is in ieder geval belangrijk om te weten wat de achtergrond van bepaalde woordkeuzes kan zijn en welke gevoeligheden er rondom verschillende perspectieven spelen. Dit is ook nodig om juist het gesprek met elkaar aan te blijven gaan en de verbinding op te zoeken.

Zo willen we als Movisie eraan bijdragen dat maatschappelijke organisaties en gemeenten niet onbedoeld bijdragen aan gevoelens van uitsluiting, zowel binnen de eigen organisaties als bij burgers, cliënten of inwoners.

Themadossier Israël – Palestina

De oorlog in Israël en Gaza is na de aanslag van Hamas gruwelijk geëscaleerd. En wat daar gebeurt, heeft ook hier impact. Gemeenten, sociaal professionals, jongerenwerkers, maatschappelijke organisaties, docenten en werkgevers kunnen op verschillende manieren te maken krijgen met de gevolgen hiervan. Movisie wil hen handvatten bieden voor hoe hiermee om te gaan door het aanreiken van onderbouwde kennis op basis van wetenschappelijke onderzoek, praktijk- en ervaringskennis. In het themadossier Israël - Palestina bundelen we de komende tijd deze kennis rondom een aantal deelthema’s. 

Bekijk het themadossier

Tips voor inclusieve communicatie

  • Verdiep je in de taal en woorden die gebruikt worden door verschillende mensen en/of gemeenschappen rond dit onderwerp.
  • Wees je ervan bewust dat woorden die voor jou neutraal lijken voor iemand anders een andere betekenis kunnen hebben.
  • Wees je bewust van je eigen positie en aannames en hoe die doorklinken in jouw woordkeus. Je keuze voor een bepaald woord kan weerstand oproepen. Benadruk in een gesprek dat iedereen over zijn eigen woorden gaat.
  • Sta ervoor open dat anderen reageren op jouw woordkeus en luister naar hun ervaring.
  • Leg uit waarom je voor bepaalde woorden kiest, als je weet dat daar verschillende meningen over bestaan.

Meer lezen over inclusieve communicatie

Veelgebruikte woorden

Over de situatie in Palestina en Israël wordt al decennialang gecommuniceerd, waarbij taal een belangrijke rol speelt en sommige woorden voor verschillende mensen iets anders betekenen. Mensen maken soms bewuste keuzes voor de taal die zij gebruiken, waarmee sommigen duidelijk willen maken waar zij staan en anderen proberen zo neutraal mogelijk te communiceren.

De afgelopen weken is veel over dit onderwerp gecommuniceerd. Waarbij iedereen, media, journalisten, experts, docenten, leerlingen, buren, vrienden hun woorden kiezen. Er worden online lijstjes met woorden verspreid die juist wel of niet gebruikt moeten worden. Taal doet ertoe. In dit artikel geven we een overzicht van woorden die veel gebruikt worden en waarom deze woorden gebruikt worden. We duiden waar keuzes voor bepaalde woorden en reacties op woordgebruik vandaan komen.

Oorlog – conflict

Een oorlog is een gewapend conflict tussen tenminste twee partijen, volkeren of staten. De situatie in Israël en Palestina wordt door veel mensen aangeduid als een oorlog omdat het een grootschalige en doorlopende militaire operatie is met gewapende groepen, gevechten op de grens en bombardementen. Ook heeft Israël dit conflict een oorlog genoemd. Het woord oorlog wordt ook gebruikt om te verwijzen naar de strijd van Israël tegen Hamas, waarbij Hamas gezien wordt als terreurorganisatie die het bestaansrecht van Israël ontkent. Het woord ‘oorlog’ staat ter discussie vanuit de interpretatie dat oorlog gelijkwaardigheid tussen twee partijen suggereert en er in het geval van Israël en Palestina sprake is van een bezettende macht en een onderdrukt volk.

Ook wordt er gesproken over ‘conflict’, hierbij zien mensen verschillende partijen die het niet met elkaar eens zijn en elkaar bevechten. Ook het woord conflict staat ter discussie om dezelfde reden als ‘oorlog’, namelijk dat dit in het geval van een bezetting de lading niet dekt.

Situatie – gebeurtenissen – ontwikkelingen

Vanwege dit verschil in interpretatie kiezen sommige mensen ervoor om de woorden ‘oorlog’ en ‘conflict’ te vermijden. Zij zoeken omschrijvingen die als meer neutraal gezien kunnen worden. Zo wordt er bijvoorbeeld gesproken over ‘de situatie’, ‘gebeurtenissen’ of ‘ontwikkelingen’.

Joods – Israëlisch – Zionistisch

Deze drie termen worden momenteel veel gebruikt in de media en in discussies. Sommige mensen gebruiken de woorden als synoniemen, terwijl er duidelijke en belangrijke verschillen in betekenis zijn tussen de woorden.

Joods verwijst naar een etnische en/of religieuze identiteit. Joods zijn is zowel een religie als een volk of cultuur. Je kunt dus Joods zijn en niet godsdienstig. Dit geldt bijvoorbeeld voor meer dan de helft van de Joden in Israël. Joods zijn betekent dat je historische/familiale banden hebt met het joodse geloof en/of de Joodse cultuur.

Israëlisch gaat over de nationaliteit of staatsburgerschap van mensen die in Israël wonen, ongeacht hun etnische of religieuze achtergrond. Israëlische burgers hebben allerlei verschillende achtergronden, zij kunnen Joods, Arabisch of van andere etnische groepen zijn.

Zionistisch verwijst naar het Zionisme. Dit is een politieke en ideologische beweging die de oprichting van een Joods thuisland of een Joodse staat ondersteunt in het historische gebied waar de oude koninkrijken Israël en Juda ooit bestonden, zoals beschreven in de Bijbel. Deze beweging begon aan het einde van de 19e eeuw en leidde tot de oprichting van de staat Israël in 1948.

'Joods' en 'Israëlisch' verwijzen naar identiteit en nationaliteit, terwijl 'Zionistisch' verwijst naar een politieke ideologie en beweging die gericht is op het vestigen van een Joodse staat. Een persoon kan bijvoorbeeld Joods van etniciteit zijn, Israëlisch van nationaliteit, maar hoeft niet per se Zionistisch te zijn.

Islamitisch – Palestijns – Arabisch

Ook deze termen worden geregeld gebruikt om dezelfde groepen mensen aan te duiden, maar ze hebben een andere betekenis.

Islamitisch verwijst naar een persoon die het islamitische geloof aanhangt. Een islamitisch iemand volgt de leer van de islam, zoals beschreven in de Koran. Deze term wordt gebruikt om de religieuze identiteit van een individu te beschrijven. Een islamitisch persoon kan verschillende etnische en culturele achtergronden hebben, maar diens religie is gebaseerd op de islam. Een islamitisch persoon wordt ook wel een moslim genoemd.

Palestijns verwijst naar een persoon met historische en culturele banden met Palestina, in het Midden-Oosten. Een Palestijn is iemand met een Palestijnse etnische achtergrond.

Arabisch verwijst naar een persoon van Arabische afkomst. 'Arabisch' kan betrekking hebben op mensen die de Arabische taal spreken en een gemeenschappelijke etnische identiteit delen. Arabisch verwijst naar de regio die bekend staat als de Arabische wereld, waaronder landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika waar de meeste mensen de Arabische taal spreken.

'Islamitisch' heeft betrekking op religie en geloof, 'Palestijns' verwijst naar etniciteit en cultuur met een link naar Palestina, en 'Arabisch' verwijst naar de etnische achtergrond en taal van mensen in de Arabische wereld. Een persoon kan bijvoorbeeld 'islamitisch' zijn vanwege diens religieuze overtuigingen, 'Palestijns' vanwege de etnische achtergrond en historische connectie met Palestina, en 'Arabisch' vanwege hun Arabische etniciteit, ongeacht hun religie.

Palestina – Palestijnse gebieden – Israël

De termen ‘Palestina’, ‘Palestijnse gebieden’ en Israël worden veelvuldig gebruikt, vaak om hetzelfde gebied te beschrijven. Voor veel mensen hebben de woorden een politieke betekenis, die bepaalt welk woord zij gebruiken. Dit gebied heeft historische betekenis voor verschillende culturen en religies, waaronder het jodendom, het christendom en de islam. Het is de geboorteplaats van belangrijke historische en religieuze figuren, en er zijn talloze heilige plaatsen in de regio.

Palestina wordt gebruikt om een regio in het Midden-Oosten te beschrijven waar sinds 1948 Israël deels gesticht is. Palestina wordt door de meeste landen erkend als een onafhankelijke staat: 138 van de 193 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) erkennen Palestina. Nederland stemde in 2016 tegen de erkenning, met een verschil van vijf stemmen (71 tegen 76). Palestina is als lidstaat toegelaten bij UNESCO en is ook lid van de Arabische Liga. Palestina werd in 2012 een waarnemend niet-lid van de Verenigde Naties. Zweden was in 2014 het eerste EU-land dat Palestina officieel erkende als staat. Acht andere EU-landen hadden dit al gedaan voordat ze EU-lid werden. Mensen die de naam ‘Palestina’ gebruiken verwijzen daarmee soms naar een groter gebied dan ‘de Palestijnse gebieden’. Zij verwijzen namelijk naar Gaza, de Westelijke Jordaanoever en het gebied dat nu Israël wordt genoemd.

De Palestijnse gebieden zijn twee gebieden die worden bewoond door Palestijnse burgers: de Westelijke Jordaanoever en Gaza. De Westelijke Jordaanoever bestaat uit een ingewikkelde fragmentatie van kleine ‘eilandjes’ die onder formeel bestuur staan van de Palestijnse Autoriteit, met daaromheen gebieden waar Israël de volledige controle heeft. Gaza is een gebied dat sinds 2007 onder de facto bestuur staat van Hamas en dat volledig is afgegrendeld door Israël en wat nu de locatie is van de oorlog.

Israël is een land in het Midden-Oosten dat in 1948 werd gesticht. Het land kwam tot stand als gevolg van een VN-resolutie waarmee het grondgebied van Palestina verdeeld werd. Israël wordt door de meeste VN-landen erkend, er zijn 24 VN-landen die de staat Israël niet erkennen. Israël heeft een diverse bevolking, bestaande uit verschillende etnische en religieuze groepen, waaronder joden, moslims en christenen.

Palestijnse Autoriteit – De staat Palestina

De Palestijnse autoriteit, die zichzelf sinds 2013 de staat Palestina noemt, vormt het bestuur van de semiautonome gebieden in Westelijke Jordaanoever, en zegt ook het officiële bestuur van de Gazastrook te zijn. Sinds 2007 heeft Hamas echter de facto de macht in Gaza, nadat het in 2006 de verkiezingen won. Sindsdien zijn geen verkiezingen meer gehouden. Mahmoud Abbas is de president van de Palestijnse Autoriteit/de staat Palestina.

'From the river to the sea, Palestine will be free'

Deze leus wordt gebruikt als een Palestijnse roep om vrijheid en wordt door anderen gezien als een antisemitische tekst. Met the river wordt de rivier de Jordaan bedoeld, en met the sea de Middellandse zee. Men drukt ermee uit dat Palestijnen in het hele gebied tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse Zee in vrijheid moeten kunnen leven in een staat die Palestina heet. Het gebruik van deze leus roept discussie op. De leus wordt door veel Israëli's en veel Europese landen als antisemitisch gezien omdat de slogan volgens hen impliceert dat Israël en de inwoners van Israël moeten verdwijnen. Joodse Israëli's voelen zich hierdoor in hun bestaan bedreigt. In verschillende landen is het gebruik van de zin verboden. In Nederland heeft de rechter echter geoordeeld dat de uitspraak niet kan worden gezien als opruiing, bedreiging of strafbare aanzet tot haat. Tegelijkertijd is door een meerderheid in de Tweede Kamer een motie aangenomen waarin staat dat deze leus een oproep tot geweld is.

Bezetting – koloniaal – kolonisten

Bezetting wordt gebruikt voor de militaire aanwezigheid en overheersing van Israël over Palestijnse gebieden, waarbij de Palestijnse bevolking onder Israëlische controle leeft. Koloniaal wordt gebruikt om de aanwezigheid van Israëlische nederzettingen en infrastructuur in de bezette gebieden te beschrijven. Kolonisten wordt gebruikt om te verwijzen naar Israëlische burgers die in deze nederzettingen wonen.

Deze woorden worden gebruikt om het standpunt te benadrukken dat de Israëlische staat een koloniale staat is. Israël wordt daarbij gezien als een buitenlandse macht die de controle heeft en de lokale bevolking onderdrukt. Dit wordt gezien als obstakel voor duurzame vrede in de regio en een schending van internationaal recht.

Anderen vinden deze termen niet terecht, zij vinden bijvoorbeeld dat het gebied ook historische waarde heeft voor het Joodse volk en dat er hiermee onterecht een negatief beeld van Israël wordt neergezet waarbij er geen oog is voor de veiligheidssituatie van Israël.

De westelijke Jordaanoever, ook wel West Bank genoemd, wordt sinds 1967 bezet door Israël en er zijn illegale nederzettingen van Israëlische kolonisten waar de Israëlische wet geldt. Gedeeltes van de West Bank zijn officieel onder semiautonome controle van de Palestijnse autoriteit/de Staat Palestina, terwijl de nederzettingen onder de Israëlische wet vallen. Tegelijkertijd oefent het Israëlische leger over alle gebieden effectieve controle uit.

De Gazastrook werd tot 2007 ook bezet door Israël. Israël heeft zich in 2007 teruggetrokken uit het gebied nadat Hamas aan de macht kwam. Sindsdien worden alle buitengrenzen (over land, in de zee en in de lucht) door Israël gecontroleerd.  De VN en een aantal andere mensenrechtenorganisaties zien dit nog steeds als een bezetting: Israël heeft de ‘externe controle’ over Gaza en Gaza is afhankelijk van Israël voor water, elektriciteit en telecommunicatie. Dit wordt ook wel een ‘indirecte bezetting’ genoemd.

Apartheidsstaat – apartheidsregime – apartheid

Apartheidsstaat wordt gebruikt om te verwijzen naar een situatie waarin sommige groepen bevoorrecht worden, terwijl andere groepen gediscrimineerd of systematisch benadeeld worden op basis van etniciteit, religie of nationaliteit. Apartheidsregime verwijst naar het systeem en de beleidsmaatregelen die deze ongelijkheid handhaven. Apartheid is de algemene term voor dit soort systemen van raciale of etnische scheiding en discriminatie.

In de context van Palestina en Israël worden de termen 'apartheidsstaat', 'apartheidsregime' en 'apartheid' gebruikt voor discriminatie, segregatie en ongelijke behandeling van verschillende bevolkingsgroepen binnen de staat Israël en de bezette Palestijnse gebieden. Ze worden gebruikt om aandacht te vestigen op schendingen van mensenrechten. Organisaties als Amnesty International en Human Rights Watch en de VN-rapporteur voor mensenrechten in de Palestijnse gebieden stellen dat er sprake is van een apartheidsregime in Israël en de Palestijnse gebieden.

Genocide – etnische zuivering

Genocide verwijst naar de opzettelijke vernietiging van een bevolkingsgroep, meestal met betrekking tot etniciteit of religie. Etnische zuivering verwijst naar het systematisch verdrijven of verwijderen van een specifieke etnische groep uit een bepaald gebied.

Momenteel wordt wat op dit moment gebeurt door steeds meer mensen geduid als een genocide en etnische zuivering in Gaza. Zo noemt de Israëlische genocide-expert Raz Segal de huidige situatie een voorbeeld van genocide en ook VN-experts wijzen op het risico van genocide. Ook de hulporganisatie Defence for Children spreekt van een genocide. Juridisch gezien wordt pas gesproken van genocide als een daartoe bevoegde rechtbank dit heeft vastgesteld. Hierbij moet dan worden bewezen dat de vernietiging van een bevolkingsgroep ‘met opzet’ is.

Nakba – Palestijnse exodus

In 1947-1949 werd de staat Israël gevormd, waarbij in die gehele periode zo’n driekwart miljoen Palestijnen met geweld werden verdreven of moesten vluchten. Deze gebeurtenis wordt door Palestijnen en in een groot deel van de Arabische wereld de ‘Nakba’ genoemd wat ‘catastrofe’ betekent. Voor Israëlische Joden is deze term minder gebruikelijk, omdat deze periode met een voor hen positieve gebeurtenis verbonden is: namelijk het ontstaan van de staat Israël. Zij noemen dit dan ook liever de ‘Palestijnse exodus’ – wat uittocht betekent – of ‘Palestijnse emigratie van 1948’.

Antisemitisme

Een veel gebruikte internationale definitie is: antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden. Deze definitie is betwist omdat ook kritiek op het zionisme of de staat Israël binnen deze definitie als antisemitisme kan worden gerekend.

Verbale en fysieke uitingen van antisemitisme kunnen zich richten tegen Joodse of niet-Joodse personen en/of hun eigendom en tegen instellingen en religieuze voorzieningen van de Joodse gemeenschap. Dit kan in sommige gevallen toenemen en heftiger worden door de situatie in Palestina en Israël. Zo kunnen Joodse inwoners te maken krijgen met geweld of intimidatie.

Antisemitisme leidt ook tot dodelijk geweld. Miljoenen Joden zijn vanwege antisemitisme vermoord in de holocaust. Gerichte aanvallen op de Joodse bevolking van een stad of dorp, worden pogroms genoemd.

De discussie over de legitimiteit en de acties van de staat Israël voelt voor sommige Joodse mensen als een uiting van antisemitisme.

Moslimdiscriminatie – Anti-moslim racisme

Moslimdiscriminatie verwijst naar het onrechtmatig behandelen van individuen op basis van hun islamitische religie. Anti-moslim racisme is een systeem van dominantie dat institutionele uitsluiting en/of structurele ongelijke behandeling teweegbrengt van (vermeende) islamitische individuen, groepen, eigendommen, instellingen, instituties, hun geloofsleer en/of religieuze voorzieningen. Anti-moslim racisme komt ook tot uiting middels (fysieke, verbale en psychologische) daden van geweld, intimidatie en bedreiging. Dit kan in sommige gevallen toenemen en heftiger worden door de situatie in Palestina en Israël.

Institutionele uitsluiting en/of structurele ongelijke behandeling van (vermeende) islamitische individuen, groepen, eigendommen, instellingen, instituties, hun geloofsleer en/of religieuze voorzieningen. Het verschil in aandacht en erkenning voor Palestijnse en Israëlische burgerslachtoffers en de steun voor Israël voelt voor veel mensen als een uiting van anti-moslimracisme.

Terrorisme – terrorist – vrijheidsstrijders

Terrorisme is het gebruik van geweld, meestal tegen burgers, om angst te creëren en een samenleving te verstoren. Er zijn veel handelingen en gebeurtenissen die onder terrorisme geschaard kunnen worden. Een terrorist is een individu dat betrokken is bij dergelijke gewelddadige handelingen. Beide woorden gaan over gewelddadige handelingen of aanvallen die gericht zijn op het doden of intimideren van burgers, vaak met politieke of ideologische doeleinden.

Mensen gebruiken deze woorden om te benadrukken dat het belangrijk is om dergelijke daden duidelijk te benoemen. Verder willen mensen de ernst duidelijk maken en worden de woorden gebruikt om internationale veroordeling op gang te brengen.

Anderen zijn het niet eens met het gebruik van deze termen omdat ze vinden dat het begrip 'terrorisme' subjectief kan zijn. Zij vinden dat het label 'terrorist' soms wordt toegepast op strijders in een conflict die door anderen als vrijheidsstrijders worden beschouwd. Ze stellen dat dit kan bijdragen aan een eenzijdige beoordeling van het conflict.

Zelfverdediging – proportionaliteit – oorlogsmisdaden

Zelfverdediging, proportionaliteit en oorlogsmisdaden hebben betrekking op de beoordeling van militaire acties en geweld. Hierbij gaat het over de rechtmatigheid van militaire acties en de mate van geweld die wordt toegepast tijdens conflicten. Zelfverdediging verwijst naar het recht van een land om geweld te gebruiken om zichzelf te beschermen tegen een aanval of dreiging. Proportionaliteit gaat over dat een reactie in redelijke verhouding moet staan tot de ernst van een aanval of dreiging. Met betrekking tot de situatie in Palestina en Israël worden beide termen regelmatig gebruikt, voornamelijk in relatie tot het geweld dat door Israël wordt gebruikt als reactie op de aanslag door Hamas op 7 oktober 2023. Er bestaan verschillende opvattingen over wat als ‘zelfverdediging’ gezien kan worden en wat ‘proportioneel’ is. In alle gevallen geldt dat partijen zich moeten houden aan het internationaal recht. Het nemen van gijzelaars, zoals Hamas heeft gedaan, wordt bijvoorbeeld gezien als een oorlogsmisdaad. Ook onderdelen van de reactie van Israël, waarbij veel burgers omkomen, worden gezien als oorlogsmisdaden. Het plegen van oorlogsmisdaden legitimeert volgens de VN niet dat de andere partij ook oorlogsmisdaden pleegt. Oorlogsmisdaden zijn ernstige schendingen van het internationale recht tijdens gewapende conflicten, zoals het aanvallen van burgers, het gebruik van onredelijk geweld of het aanrichten van buitensporige schade.