Samenwerking huisarts en mantelzorgpunt voor minder overbelaste mantelzorgers

Eén op de zes mantelzorgers zorgt voor een naaste met psychische kwetsbaarheid. Ze lopen vaak een groot risico op overbelasting doordat ze er meestal alleen voor staan. De huisarts is een belangrijke schakel in de juiste zorg en ondersteuning. Niet alleen voor de persoon met psychische kwetsbaarheid zelf, maar ook voor de mantelzorger. In Sliedrecht hebben het mantelzorgpunt, een huisarts en een POH-GGZ de handen ineengeslagen om mantelzorgers, van mensen met psychische kwetsbaarheid, passend te ondersteunen en door te verwijzen.

Naasten van mensen met psychische kwetsbaarheid - zoals verslaving, depressie, of schizofrenie - ​zien zichzelf niet snel als mantelzorger. Dat terwijl er steeds een groter beroep wordt gedaan op het eigen netwerk van mensen met psychische kwetsbaarheid. Hoe zorg je ervoor dat mensen met psychische kwetsbaarheid, en hun naasten, tijdig de juiste zorg en ondersteuning ontvangen? En dat naasten kunnen helpen zonder zelf om te vallen?  

Dit was aanleiding voor Suzanne Lankhorst (mantelzorgconsulent), Henri Spaan (huisarts) en Clarien van der Wilt (POH-GGZ in de praktijk van Henri en ook betrokken geweest als coördinator GGZ Preventie vanuit Yulius) om een pilot op te zetten. Met als doel om mantelzorgers, voor mensen met psychische kwetsbaarheid, tijdig van de juiste informatie te voorzien en ze ‘warm’ door te kunnen verwijzen naar het mantelzorgpunt. De werkwijze is te vinden in dit stappenplan.

Het kan een lange zoektocht zijn hoe iemand ondersteund kan en wil worden

Door in een zo vroeg mogelijk stadium het gesprek met de mantelzorger aan te gaan, hopen ze overbelasting te voorkomen. Dat is belangrijk voor de mantelzorger zelf, maar ook voor herstel en functioneren van de persoon met psychische kwetsbaarheid. Daarbij is het cruciaal om goed contact te onderhouden tussen de huisarts en het steunpunt mantelzorg, omdat mensen vaak met de eerste klachten bij de huisarts komen en deze mantelzorgers tijdig door kan verwijzen. 

Waarom deze pilot? 

Vanaf januari 2023 zijn er gesprekken gevoerd tussen Suzanne, Clarien en Henri om te kijken naar hoe mantelzorgers in een GGZ-situatie passend en tijdig geholpen kunnen worden. Sinds april is de pilot gestart, waarbij de huisarts actief aan naasten vraagt of zij het fijn vinden om gebeld te worden door de mantelzorgconsulent. ​Ook zijn andere medewerkers in de huisartsenpraktijk geïnformeerd over de pilot en de achtergrond hiervan.​ En er zijn informatiefolders uitgedeeld.  

Henri: ‘Ik vraag meestal niet direct aan de mantelzorger hoe de situatie voor diegene is. Vaak geef ik meer ​patiëntgerichte ​informatie over het ziektebeeld, de situatie of de klachten. Zoals bijvoorbeeld bij een depressie. Soms komen mantelzorgers ook wel eens voor zichzelf langs met fysieke of lichamelijke klachten. Wij hebben dan wel een vermoeden dat dit door overbelasting komt, maar dat is lastig te herkennen. Als huisarts moet je er maar aan denken en voor de patiënt kan het een nieuwe (en soms lastige) gedachte zijn. Mensen koppelen hun klachten meestal niet aan het feit dat zij intensief zorgen voor een ander. ”Daar kan ik niets aan doen, zo is mijn leven nu eenmaal”, hoor je dan. Het kan een lange zoektocht zijn hoe iemand ondersteund kan en wil worden. Als huisarts heb ik onvoldoende tijd om hier goed mee aan de slag te gaan. ​Soms stuur ik iemand door naar de POH-GGZ bij ons in de praktijk. Door de pilot​ kan ik iemand nu ​direct ​koppelen aan de mantelzorgconsulent. Vrijwel alle benaderde mantelzorgers stemden in met een doorverwijzing en de reacties zijn positief.’  

Als je weet welke hulpverleners er zijn, dan hoef je niet opnieuw het wiel uit te vinden

Bewustwording en luisterend oor 

De mantelzorgers die aan de pilot meedoen zorgen al langdurig​ ​voor hun naaste en voelen zich vaak belast. Het soms zorgmijdende gedrag van hun naaste, maar ook het onvoorspelbare verloop, kan zorgen voor een onzeker en machteloos gevoel. ’Het is wachten tot het een keer misgaat’, zo geven een aantal mantelzorgers aan. De focus ligt meestal op diegene waar zij zorg aan verlenen en niet op henzelf als mantelzorger. Ook blijkt uit de gesprekken dat het netwerk, van mensen dat mee kan helpen in een situatie met psychische kwetsbaarheid, steeds kleiner wordt. Iets wat ook blijkt uit het onderzoek van het SCP

Ook door de omgeving is er lang niet altijd aandacht voor de naasten. Eén van de mantelzorgers vertelde aan Suzanne: ‘De eerste jaren was er weinig aandacht voor mij en onze kinderen. Er werd door de professional zelfs aangegeven: we zijn hier niet voor jou’. Suzanne: ‘Ook al kan ik bij de meeste niet direct praktisch iets betekenen, ik kan wel zorgen voor een stukje bewustwording. De mantelzorgers die ik sprak, realiseerden zich niet altijd wat het zorgen voor hun naaste met GGZ-problemen nou eigenlijk voor hen betekende. Van ‘Ik heb mijn broertje helemaal losgelaten’ naar ‘ik ben er eigenlijk 24/7 in mijn hoofd mee bezig. Ik wil het liefst heel veel voor hem doen, maar ik weet niet wat. Dat voelt als falen.’ Goed doorvragen op de impact van de mantelzorg, zonder te problematiseren, kan bijdragen aan een stukje bewustwording. 

Suzanne: ‘Ik heb geen GGZ- achtergrond, wat zowel door de mantelzorgers als mijzelf niet als belemmerend werd ervaren. Zo zei een vrouw: Ik wil het niet over GGZ-diagnoses en medicatie hebben, ik wil gewoon even klagen over mijn man.’ Suzanne heeft wel de training ‘De Brug’ van MantelzorgNLpro gevolgd, waardoor zij enige basiskennis heeft. Ook kan zij altijd terugvallen op de POH-GGZ of de WijkGGD. ‘Daarnaast is een goed overzicht van de sociale kaart belangrijk, zodat ik kan aansluiten op dat wat de mantelzorger nodig heeft. Het intake format helpt bij het adequaat doorvragen en biedt goede kapstokken voor zaken waar mantelzorgers tegenaan kunnen lopen en wat helpende of belemmerende factoren zijn.’ ‘We hebben hier ook een vertaling gemaakt van de methodiek die we binnen de GGZ-organisatie Yulius gebruiken, zodat we zo goed mogelijk de gesprekken aan kunnen gaan met naasten in een GGZ situatie’, vult Clarien aan. 

Samen kun je meer 

‘Als huisarts kan zo’n verbinding met het mantelzorgsteunpunt erg helpen’, geeft Henri aan aan. ‘Als je weet welke hulpverleners er zijn, dan hoef je niet opnieuw het wiel uit te vinden. Ik kan mensen niet overal mee helpen en dus is het extra fijn dat ik weet waar ik mensen naar kan doorverwijzen als het gaat om goede ondersteuning. Niet alleen op het gebied van de aandoening, maar ook qua belasting.’ 

‘Zonder Clarien hadden wij deze pilot niet kunnen starten, hij is een verbindende factor geweest tussen de huisartspraktijk en het Bonkelaarhuis (waar inwoners van Sliedrecht terecht kunnen met al hun vragen over het sociaal domein)’, geeft Suzanne aan. ‘Als ik doorvraag over een situatie, dan vind ik het fijn dat ik bij Clarien kan checken of ik specifieke informatie of kennis mis rondom GGZ. Dat is zijn expertise en daarbij kan hij mij helpen om een completer plaatje te krijgen, dat is echt een meerwaarde voor een mantelzorgconsulent. Als mantelzorgconsulent heb je brede kennis nodig rondom allerlei kwetsbare situaties en daarom is het fijn als je met een POH​-​GGZ kan sparren als het over details gaat zoals bijvoorbeeld de psychose van een naaste.’ 

Hoe nu verder? 

Suzanne: ‘We hebben nu een mooi lijntje met elkaar, maar het hangt nog erg af van ons als persoon. Ik ben de enige mantelzorgconsulent en mijn functie is daardoor kwetsbaar. Ik doe op dit moment zelf de intakes en ondersteunende gesprekken. Stel dat meer praktijken straks op deze manier naar ons willen doorverwijzen, dan willen we ook kijken hoe we de stijgende vraag kunnen oppakken en hoe we betrouwbaar kunnen blijven naar mantelzorgers en samenwerkingspartners. Binnen het Bonkelaarhuis hebben we gesprekken over hoe we de toeleiding eventueel breder kunnen borgen.  

De pilot blijft voorlopig nog even lopen. In 2024 worden de eerste resultaten met een breder netwerk van huisartsenpraktijken in Sliedrecht gedeeld. Van daaruit wordt er gekeken welke onderwerpen nog meer interessant zijn om samen met het Bonkelaarhuis op te pakken.

Meer lezen?

Ondersteun je mensen met een psychische aandoening? Dan is het belangrijk dat je zelf ook hulp krijgt. Deze hulpwijzer van Mind Ypsilon kan je daarbij helpen.