Waardevol werk - de terugkeer van de basisbaan?

In 2014 stelde een beleidsadviseur van de gemeente Huizen (waar ik tot 2018 wethouder was) voor om ‘basisbanen’ in te stellen. Het idee sprak mij aan. We zouden mensen die dat wilden in staat stellen om drie dagen per week waardevol werk te doen, met behoud van uitkering. In plaats van een ‘uitkeringsspecificatie’ zouden zij een ‘inkomensspecificatie’ van de gemeente krijgen.

Voor ons als gemeente een administratieve handeling. Voor de mensen die het betrof een enorme opsteker. Ze hoefden niet meer te solliciteren, geen bonnetjes te overleggen, geen verantwoording af te leggen van eventuele neveninkomsten. Kortom, ze zouden bevrijd zijn van het juk van de uitkeringscontrole. 

Een vrouw van midden vijftig, die al lang afhankelijk was van een bijstandsuitkering, had haar draai gevonden in een wijkcentrum, waar ze allerlei hand-en-spandiensten deed. Toch moest ze blijven solliciteren. Ondanks de vele brieven die ze schreef werd ze nooit uitgenodigd voor een gesprek en dat deprimeerde haar. Toen ze hoorde van de mogelijkheid van een basisbaan greep ze die met beide handen aan. Daarmee zou ze nuttig werk kunnen blijven doen, op een plek waar ze gezien en gewaardeerd werd.

Toch bleek de werkelijkheid weerbarstiger. Hoewel er binnen de participatiewet veel mogelijk is, leidde de regeling binnen de gemeente tot veel discussie. Alleen al het woord ‘baan’ werd lastig gevonden. Want je hebt nu eenmaal óf een baan óf een uitkering. En het niet meer controleren van mensen met een uitkering was ook in strijd met de regels. Uiteindelijk werd er een compromis gevonden door er ‘participatieplekken’ van te maken. Het hele idee achter de basisbaan als een echte baan, waar mensen trots op zouden kunnen zijn, was weg. 

In deze tijd ervaren we bijna allemaal wat het met je doet als je werk weg valt, als je moet leven in een isolement, niet mee kunt doen. Voor veel mensen was dit al voor de huidige crisis hun dagelijkse werkelijkheid. Gelukkig laait de discussie over de basisbaan nu toch weer op. Het gaat om werk dat nu nog niet echt als werk gewaardeerd wordt, maar waar wel behoefte aan is en waar mensen ook de mogelijkheid hebben om onder andere condities naar vermogen te werken tegen een passende beloning. Uit het hele land komen voorbeelden waaruit blijkt dat het -weliswaar op kleine schaal-  wél lukt om dit mogelijk te maken. De essentie is dat we onze definitie van ‘werk’ moeten veranderen om zo een arbeidsmarkt te creëren waarop iedereen kan meedoen. Laten we hopen dat dit straks het ‘nieuwe normaal’ wordt. 
 

Janny Bakker-Klein, voorzitter van de Raad van Bestuur bij Movisie schreef deze blog voor de bijlage ‘Het goede leven’ van het Friesch Dagblad.